Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Geestelijk voedsel – De genade van God

De toestroom van goddelijke genade is duidelijk herkenbaar, wanneer in de mens het verlangen naar geestelijk voedsel ontwaakt. Dan komt de liefde van God in actie, doordat de gedachten van de mens buitengewoon beïnvloed worden door goede geestelijke wezens, die daardoor de wil van God uitvoeren en de ziel van de mens willen helpen. Zodra de mens zich hier niet bewust tegen verzet, is deze inwerking succesvol en de ziel volgt gewillig naar het rijk, dat de vrienden in het hiernamaals voor haar zouden willen ontsluiten.

Dit proces van de beïnvloeding via de gedachten is een genade die God die mens toestuurt, die zich vol vertrouwen in het gebed tot Hem wendt om Zijn hulp. En elke vragende gedachte tot God is een onbewust gebed, dat al verhoord wordt. Het bewuste gebed levert de mens ook goddelijke genade op. Dat wil zeggen hulpverlening in geestelijke nood. Als nu in de mens het verlangen naar geestelijk voedsel ontwaakt is, dan zal het altijd in hem blijven, ofschoon een naar waarheid hongerende ziel ook steeds verzadigd zal worden.

“Vraag, en u zal gegeven worden”. God wil dat de mensen Hem aanroepen in het gebed en Hij belooft hun de vervulling van hun verzoek. Maar zodra de mens naar geestelijke goederen verlangt en om deze reden een gebed omhoog stuurt, zal hij nooit karig toegemeten worden en nochtans zal zijn verlangen daarnaar nooit stil worden, want de genade van God maakt, dat hij onophoudelijk naar geestelijk voedsel verlangt. En zodoende zal hij onophoudelijk bedacht worden.

Maar geestelijk voedsel is kennis van de waarheid. Dat de mens in de waarheid onderwezen wordt, is de grootste genade van God, want God biedt de mens een kostbaar geschenk aan. Hij biedt Zichzelf aan, want God is de eeuwige waarheid. En zodra de mens een verlangen naar de waarheid heeft, verlangt hij er ook naar om met God verenigd te zijn en zodoende komt God hem ook tegemoet, want Hij laat geen verlangen, dat Hem betreft, onvervuld.

Wie naar Hem verlangt, zal geen vergeefs verzoek meer doen, want de wil naar God levert de mens ook Zijn diepste liefde op en de liefde van God geeft. Ze geeft alles, waar het de mens aan ontbreekt: licht en kracht. En beiden stromen naar de mensen toe in het woord, dat Zijn liefde en genade geeft aan degenen, die hongeren en dorsten naar goddelijke liefdesgeschenken, want deze worden dankbaar in ontvangst genomen en doorgegeven. Ze staan in de genade van God. Ze zijn door Zijn liefde gegrepen, want ze hebben de weg naar God gevonden

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Geistige Nahrung.... Gnade Gottes....

Der Zustrom der göttlichen Gnade ist deutlich erkennbar, wenn im Menschen das Verlangen wach wird nach geistiger Nahrung. Dann tritt die Liebe Gottes in Aktion, indem die Gedanken des Menschen außergewöhnlich beeinflußt werden von guten geistigen Wesen, die dadurch den Willen Gottes ausführen und der Seele des Menschen helfen wollen. Sowie sich der Mensch nun nicht bewußt dagegenstellt, ist diese Einwirkung von Erfolg, und die Seele folgt willig in das Reich, das ihr die jenseitigen Freunde erschließen möchten. Es ist dieser Vorgang der gedanklichen Beeinflussung eine Gnade, die Gott dem Menschen zuwendet, der sich im Gebet vertrauensvoll an Ihn wendet um Seinen Beistand. Und jeder fragende Gedanke an Gott ist ein unbewußtes Gebet, das schon Erhörung findet. Das bewußte Gebet aber trägt dem Menschen auch göttliche Gnade ein, d.h. Hilfeleistung in geistiger Not. Ist im Menschen nun das Verlangen nach geistiger Speise wach geworden, so wird es auch immer in ihm bleiben, wenngleich eine nach Wahrheit hungernde Seele auch stets gesättigt werden wird. "Bittet, so wird euch gegeben werden...." Gott will, daß die Menschen Ihn anrufen im Gebet, und Er sichert ihnen die Erfüllung der Bitte zu. Sowie der Mensch aber geistiges Gut begehrt und um solches das Gebet zur Höhe sendet, wird er niemals karg bemessen werden, und dennoch wird sein Verlangen danach nie stille werden, denn die Gnade Gottes macht, daß er unausgesetzt geistige Nahrung begehrt. Und also wird er auch unausgesetzt bedacht werden. Geistige Nahrung aber ist Wissen um die Wahrheit. Daß der Mensch in der Wahrheit unterwiesen wird, ist die größte Gnade Gottes, denn Gott bietet dem Menschen ein kostbares Geschenk.... Er bietet Sich Selbst, denn Gott ist die ewige Wahrheit.... Und sowie der Mensch nach der Wahrheit Verlangen hat, verlangt er auch, mit Gott vereinigt zu sein, und also kommt Gott ihm auch entgegen, denn Er läßt kein Verlangen ungestillt, das Ihm gilt. Wer Ihn begehrt, der wird keine Fehlbitte mehr tun, denn der Wille zu Gott trägt dem Menschen auch Seine tiefste Liebe ein, und die Liebe Gottes gibt.... Sie gibt alles, was der Mensch entbehrt.... Licht und Kraft.... Und beides fließt den Menschen zu im Wort, das Seine Liebe und Gnade denen vermittelt, die hungern und dursten nach göttlicher Liebesgabe, denn diese werden es dankend entgegennehmen und es auch weiterleiten.... sie stehen in der Gnade Gottes, sie sind von Seiner Liebe erfaßt, denn sie haben zu Gott gefunden....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde