Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Scheidsmuur – Geestelijke strijd – Verleidingen

Het is als een scheidsmuur, die het goede rondom zich opbouwt, als zijn verlangen op God gericht is. Het kwaad probeert deze scheidsmuur weliswaar af te breken en het bedient zich daartoe van onzuivere middelen. Het strijdt in het verborgene en vaak onder de dekmantel van goedheid en vroomheid. En dan gaat het erom dubbel waakzaam te zijn, opdat het herkend wordt als het kwaad.

Van God afgekeerde krachten blijven in de nabijheid van de naar God strevende mens en nemen de minste onverschilligheid van hem waar om zijn denken naar zaken te leiden, die ver van het goddelijke af liggen. En nu hoeft de mens maar zwak te zijn en dan neemt hij de gedachten op, die hem toegefluisterd worden en zijn denken beweegt zich niet meer uitsluitend op geestelijke wegen. En dan moet de mens weer strijden met zichzelf, zodat hij deze gedachten overwint. Pas dan brengt zijn hart hem krachtiger naar God, want de ziel wordt de afvalligheid gewaar als iets wat haar bedrukt en probeert daar weer vrij van te komen.

Maar elke geestelijke strijd komt immers overeenkomstig de winnaar tot uiting. Als de tegenstander de overmacht heeft, dan zal de mens naar uiterlijke dingen streven en zich voor aards succes inzetten. Hij zal het geestelijke streven onderbreken en zodoende waardering op kunnen brengen voor de wereld. Maar als de kracht van de geest werkzaam in hem is, dan kunnen aardse verleidingen hem niet doen veranderen in zijn wil. Hij is innerlijk rustig en doelbewust. Hij veracht wat op hem afkomt en hem aanleiding zou kunnen geven tot aards denken. Hij blijft God trouw en zodoende bestaan er voor hem geen afleidingen. Zijn wil betreft te allen tijde de vereniging met God.

En het betekent geestelijke vooruitgang om tegen de verleidingen standgehouden te hebben en een toegenomen verlangen naar God te hebben. Deze heeft dus een scheidsmuur opgericht, die het boze ervan weerhoudt om tot hem te geraken. Hij is immuun voor verleidingen en herkent ook de krachten, die hem onder het masker van het goede proberen te kwellen. Want hij is heel gevoelig. Hij zal steeds het onzuivere gewaarworden en zich daartegen verweren. Maar degene die zich daardoor gevangen laat nemen, is zelf nog onrein. In zijn hart is het verlangen naar de wereld nog te groot en hij wordt zich niet bewust van het slechte en onware van wat hem met mooie woorden en vooruitzichten nadert en zo heeft de tegenstander gemakkelijk spel.

Maar als de mens waakzaam is en God om hulp vraagt, wordt zijn blik scherper en hij zal overeenkomstig de goddelijke wil handelen. Het blijft voor hem een voortdurende strijd, en niet zo voelbaar, als zijn verlangen God betreft. Maar de strijd wordt door God toegelaten, opdat de mens daar zelf zijn kracht aan test, opdat hij om de ontbrekende kracht vraagt, dus tot Hem zijn toevlucht neemt. En zo zal zijn standpunt ten aanzien van God altijd doorslaggevend zijn voor wat betreft wie de overwinnaar wordt: het goede of het kwade.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

ZAŠČITNI ZID... DUHOVNI BOJ... PREIZKUŠNJE...

Ko je dobro usmerjeno k Bogu, zgradi okoli sebe nekakšen varovalni zid. In zlo skuša porušiti ta zid in se pri tem poslužuje nečistih sredstev... bojuje se na skrivaj in pogosto pod krinko dobrote in pobožnosti. In takrat je potrebno biti dvojno pozoren, da bi se to prepoznalo kot zlo. Bogu nasprotujoče sile ostajajo blizu človeka, ki stremi k Bogu in zaznavajo tudi najmanjšo mlačnost človeka, da bi njegovo mišljenje usmerili k stvarem, ki so onkraj božanskega. Še posebej, ko je človek šibak, takrat sprejema misli, ki mu jih šepetajo, in njegovo razmišljanje se ne giblje več izključno po duhovni poti. In potem se mora človek boriti sam s seboj, da te misli premaga. Šele takrat ga srce močneje žene k Bogu, ker duša občuti padec kot nekaj obremenjujočega in se ga želi osvoboditi. Vendar pa se vsak duhovni boj izraža glede na zmagovalca... Če ima nasprotnik premoč, potem bo človek težil k zunanjim stvarem in bo delal za zemeljski uspeh... Prekinil bo duhovno stremljenje in tako plačal davek svetu.... Če pa v njem deluje moč duha, ga zemeljske preizkušnje ne morejo spremeniti v njegovi volji... V sebi je miren in osredotočen na cilj; prezira tisto, kar se mu bliža in ga hoče nagniti k zemeljskemu načinu mišljenja; je zvest Bogu in tako zanj ni odstopanja, njegova volja je vedno in nenehno usmerjena k zedinjenju z Bogom... Upiranje skušnjavam in povečano hrepenenje po Bogu predstavlja duhovni napredek.

Ta človek je torej zgradil varovalni zid, ki preprečuje, da bi ga zlo doseglo. Zavarovan je pred skušnjavami in prepoznava sile, ki ga pod krinko dobrega poskušajo zatirati. Ker so njegovi občutki podobni mimozi. (Ker je njegovo zaznavanje prečiščeno).... Neprestano bo opažal nečisto in se ga branil; a tisti, ki se jim pustijo ujeti, so še sami nečisti, v njihovih srcih je še prevelika želja po svetu in kar se jim približa z lepimi besedami in kretnjami, tega se ne bodo zavedali kot slabo in napačnega, tako da ima nasprotnik lahko igro. Če pa je človek buden in prosi Boga za pomoč, se bo njegov vid izostril in ravnal bo v skladu z Božjo voljo. Boj bo zanj ostal stalen, edino manj opazen bo, če bo njegovo stremljenje usmerjeno k Bogu... Vendar Bog ta boj dopušča, da človek na njem preizkuša svojo moč, da bi moč, ki mu primankuje, lahko izprosil pri Bogu, da bi pri Njem našel svoje zatočišče... In tako bo njegov odnos do Boga vedno odločilen za to, kdo bo zmagovalec, dobro ali zlo.

AMEN

Vertaler
Vertaald door: Janko Žagar