• Terug

Aardse macht en maatregelen – Goddelijke bescherming – Vast geloof

De mensen hechten te veel betekenis aan maatregelen, die van aardse zijde getroffen worden en ze denken er daarbij niet aan, dat het toch van de wil van God afhankelijk is, of deze maatregelen doorgevoerd kunnen worden. God zal wel met de vrije wil van de mens rekening houden en niet steeds ingrijpen in menselijke bepalingen, die niet met Zijn wil overeenstemmen, maar het ligt in Zijn macht om te vernietigen, wat de mens liet ontstaan. Maar de mens zelf kan niets doen om zijn lot veilig te stellen, ofschoon hij alles in acht neemt, wat van menselijke zijde van hem geëist wordt.

Als hij echter eerst aan de eisen van God voldoet, dan heeft hij het niet nodig om grote waarde toe te kennen aan de aardse bepalingen. Hij zal dan van God uit al zo geleid worden, dat hij niet in strijd met aardse wetten en de aardse macht handelt of Hij zal hem voor de ergste effecten van een onbewuste overtreding weten te beschermen. En daarom moet de mens niet bezorgd zijn om zijn aards lot, zolang hij bereidwillig is om de hoogste Heer en Regent gehoorzaam te zijn, want dan laat Deze hem Zijn bescherming ten deel vallen, als het nuttig voor hem is.

Maar omgekeerd baten alle voorzorgsmaatregelen niet, want de aardse macht kan de mens niet beschermen tegen goddelijke besluiten, die elke menselijke voorzorgsmaatregel teniet kunnen doen. Zich in tijden van nood vol vertrouwen aan God overgeven, is de enige zekerheid tegen onheil, dat van buiten op de mensen afkomt.

In een schijnbaar veilige levenssituatie ligt nog niet de garantie voor werkelijke bescherming in tijden van nood en ellende, die God Zelf over de mensen laat komen. Want aan zulke zendingen van boven zijn alle mensen blootgesteld, ofschoon ze aards nog zo gunstig door het lot bedacht zijn. En daarom zullen er voor elk mens momenten komen, waar de eigen kracht en macht niet voldoende meer is. Waar de mens zijn toevlucht moet nemen tot het gebed, waar noch de medemensen kunnen helpen, noch hij zichzelf kan bevrijden. Waar er maar één weg is, die uit de chaos wegleidt, de weg naar God Zelf.

Maar deze weg zal nooit vergeefs betreden worden, want God is steeds tot hulp bereid. Derhalve zal enkel de mens, die in het volle geloof de hemelse Vader om hulp smeekt, het recht hebben om een gemakkelijk aards leven te leiden. God vervult dit gebed, zodra het uit een diepgelovig hart opstijgt en het mensenkind God zijn nood toevertrouwt.

Daarentegen zal de mens, die enkel een aardse macht erkent, maar niet een wezen dat het nog nooit gezien heeft, onvermijdelijk in uiterste nood geraken. De aardse macht zal nu falen en geestelijke wezens, beschermengelen en dienaren van God ontfermen zich over allen, die alles gelaten over zich heen laten komen en enkel een stille smeekbede omhoog sturen, in het vaste geloof deze niet tevergeefs naar boven te sturen. Dit vaste geloof levert de mens daadwerkelijk vervulling op, terwijl de smeekbede tot de aardse macht zonder gehoord te worden, wegsterft. En ofschoon de mens een bepaalde rang en aanzien heeft, is dat alleen maar uiterlijke schijn, die echter geen diepere betekenis heeft.

En zo hoeft de mens geen enkele vrees te voelen, zolang hij in God leeft, zich als Zijn kind beschouwt en zich inspant om overeenkomstig Zijn wil te leven. Hij zal nergens van op hoeven te schrikken, want in alle levenssituaties zal de Vader in de hemel voelbaar bij die mens zijn, die God innig liefheeft. Wat er ook van buiten op u af mag komen, u moet noch morren, noch vrezen voor uw lot. God laat allen, die steeds enkel Hem voor ogen en in het hart dragen, hulp ten deel vallen.

De mensen zullen nog voor de grote beslissing gesteld worden om voor Hem of voor de vertegenwoordiger van de aardse macht te kiezen. De aardse macht is volledig krachteloos, terwijl de macht van God alles tot stand brengt en iedereen die daarin gelooft, uit zijn nood kan en zal redden.

Amen

Irdische Macht und Maßnahmen.... Göttlicher Schutz.... Fester Glaube....

Es schenken die Menschen zuviel Bedeutung den Maßnahmen, die irdischerseits getroffen werden, und bedenken dabei nicht, daß es doch vom Willen Gottes abhängig ist, daß diese Maßnahmen durchgeführt werden können. Es wird Gott wohl den freien Willen des Menschen berücksichtigen und nicht immer eingreifen in menschliche Bestimmungen, die Seinem Willen nicht entsprechen, doch in Seiner Macht liegt es, zunichte zu machen, was Menschen erstehen lassen.... Der Mensch selbst kann aber nichts dazu tun, sich sein Schicksal zu sichern, wenngleich er alles befolgt, was von ihm menschlicherseits gefordert wird. Kommt er aber zuerst den Anforderungen Gottes nach, so braucht er den irdischen Bestimmungen nicht so großen Wert beimessen, er wird dann von Gott aus schon so gelenkt werden, daß er nicht gegen irdisches Gesetz und irdische Gewalt verstößt, oder Er wird ihn vor den schlimmsten Auswirkungen eines unwissentlichen Verstoßes zu schützen wissen. Und darum soll sich der Mensch nicht sorgen um sein irdisches Schicksal, solange er gewillt ist, dem obersten Herrn und Regenten gehorsam zu sein, denn dann läßt ihm Dieser Seinen Schutz angedeihen, so wie es ihm dienlich ist. Umgekehrt aber nützen alle Vorsichtsmaßregeln nichts, denn irdische Macht kann den Menschen nicht schützen gegen göttliche Beschlüsse, die jede menschliche Vorsorge zunichte machen können. In Zeiten der Not sich vertrauensvoll Gott überlassen ist die einzige Sicherheit gegen Unheil, das von außen an den Menschen herantritt....

In einer scheinbar gesicherten äußeren Lebenslage liegt noch nicht die Gewähr für wirklichen Schutz zu Zeiten von Not und Trübsal, die Gott Selbst über die Menschen sendet. Denn solchen Sendungen von oben sind alle Menschen ausgesetzt, ob sie irdisch noch so günstig vom Schicksal bedacht sind. Und daher werden für jeden Menschen Stunden kommen, wo die eigene Kraft und Macht nicht mehr ausreicht, sondern der Mensch Zuflucht suchen muß im Gebet.... wo ihm weder die Mitmenschen helfen können, noch er sich selbst frei machen kann.... wo es nur einen Weg gibt, der ihn hinausführt aus dem Chaos.... den Weg zu Gott Selbst.... Dieser Weg aber wird niemals vergeblich beschritten werden, denn Gott ist zur Hilfe immer bereit. Folglich wird nur der Mensch ein leichtes Erdenleben zu führen berechtigt sein, der in vollem Glauben zum himmlischen Vater bittet um Hilfe. Gott erfüllt dies Gebet, sofern es aus tief gläubigem Herzen emporsteigt und das Erdenkind seine Not Gott anvertraut. Dagegen wird unvermeidlich der Mensch in äußerste Bedrängnis kommen, der nur eine irdische Macht anerkennt, nicht aber ein Wesen, das er noch nicht gesehen hat.... Die irdische Macht wird nun versagen, und geistige Wesen, Schutzengel und Diener Gottes nehmen sich all derer an, die alles ergeben über sich ergehen lassen und nur einen stillen Bittruf emporsenden, im festen Glauben, diesen nicht vergeblich zur Höhe zu senden. Dieser feste Glaube trägt dem Menschen tatsächlich auch die Erfüllung ein, während der Bittruf zur irdischen Macht ungehört verhallt; und ob der Mensch in Rang und Ansehen steht, es ist nur äußerlicher Schein, der aber keine tiefere Bedeutung hat. Und so braucht der Mensch keinerlei Furcht empfinden, solange er in Gott lebt, sich als Sein Kind betrachtet und Seinem Willen entsprechend zu leben sich bemüht. Ihn wird nichts zu schrecken brauchen, denn in allen Lebenslagen wird der Vater im Himmel spürbar bei dem Menschen sein, der Gott innig liebt. Was auch von außen an euch herantreten mag, ihr sollt weder hadern noch bangen um euer Los, Gott läßt Hilfe angedeihen allen, die immer nur Ihn vor Augen und im Herzen tragen. Es werden die Menschen noch vor große Entscheidungen gestellt werden, um sich für Ihn oder den Vertreter der irdischen Macht zu entscheiden. Irdische Macht ist völlig kraftlos, während die Macht Gottes alles zuwege bringt und jeden, der daran glaubt, erretten kann und wird aus seiner Not....

Amen