Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Medewerking van de wezens in het hiernamaals aan het lot

Alleen degene, die zich onbezorgd aan de leiding van de hem verzorgende geestelijke wezens overgeeft, zal de kracht van deze wezens op allerlei manieren gewaarworden. Er wordt op een bepaalde manier meegewerkt aan het lot van elk individueel mens. Ze spannen zich in hun liefde in om het bestaan op aarde aangenaam voor de mensen op aarde te maken. Maar ze moeten zich steeds aan de goddelijke wil aanpassen en kunnen niet eigenmachtig het lot veranderen of verbeteren, want ze moeten steeds aan de onrijpe toestand van de ziel van de mens denken en hun enorme liefde zou in grote mate ongeschikt zijn om de aardse mensen dat te ontzeggen, waar ze naar verlangen.

Ze proberen de mensen echter een vervangingsmiddel te bieden voor dat, wat de goddelijke wijsheid hen ontzegt. Dit is nu zo te begrijpen, dat de geestelijk volmaakte zich weliswaar aan de wil van God onderwerpt, echter in zoverre rekening houdt met de wil van de mens, dat het hem tijdens het aardse bestaan elke mogelijke hulp verleent. Vooral dan, wanneer de mens zich onderdanig in de goddelijke wil schikt. Want nu is het voor het aardse leven niet meer nadelig, als hij het besef heeft, dat alles goddelijke beschikking is en het de mens dus op de een of andere manier tot zegen strekken moet. (Onderbreking)

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Anteilnahme der jenseitigen Wesen am Schicksal....

Nur wer unbedenklich sich der Führung der ihn betreuenden Geistwesen überläßt, wird die Kraft dieser Wesen spüren in mannigfacher Weise. Es ist eine gewisse Anteilnahme am Schicksal eines jeden einzelnen Menschen. Sie sind in ihrer Liebe bemüht, den Menschen das Erdendasein schön zu gestalten, müssen sich jedoch immer dem göttlichen Willen fügen und können nicht eigenmächtig das Schicksal verändern oder verbessern, denn immer müssen sie den unreifen Seelenzustand des Menschen bedenken, und ihre übergroße Liebe würde sehr wenig geeignet sein, den Erdenmenschen das zu versagen, wonach sie Verlangen tragen. Sie suchen jedoch immer den Menschen einen Ersatz zu bieten für das, was ihnen göttliche Weisheit versagt. Es ist dies nun so zu verstehen, daß sich zwar das Geistig-Vollkommene dem Willen Gottes unterstellt, jedoch dem Willen des Menschen insofern Rechnung trägt, daß es ihm im Erdendasein jede erdenkliche Hilfe leistet, insbesondere dann, wenn sich der Mensch ergeben fügt in den göttlichen Willen. Denn nun ist es für das Erdenleben nicht mehr von Nachteil, so er in der Erkenntnis steht, daß alles göttliche Fügung ist und also dem Menschen irgendwie zum Segen gereichen muß. (Unterbrechung)

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde