De enorme verantwoordelijkheid van de mens op aarde ten opzichte van zijn ziel zou hem onvermoeibaar moeten laten worstelen, zolang hij op aarde verblijft. In plaats hiervan schudt hij deze van zich af en slaat geen acht op de achteruitgang van zijn ziel, wat weer onnoemelijk funest is voor de ziel. De strijd tegen de boze machten moet onophoudelijk zijn en elke onverschilligheid vergroot de wil van deze boze machten om aan te vallen. En daarom moet de mens steeds harder strijden, naarmate hij onverschilliger ten opzichte van de vijand van zijn ziel is, terwijl de kracht van de boze machten afneemt, naarmate hem meer tegenstand geboden wordt.
Het verlangen naar God en het verafschuwen van al het kwaad verzwakt eveneens de macht van de tegenstander en de ziel ontrukt zich in zekere zin uit de boeien en probeert dus de eeuwige Godheid te naderen. Hoe groter het verlangen naar het licht is, des te meer vermijden de krachten van de onderwereld de aardse mensen. Ze benutten echter elke zwakte van de ziel om met vernieuwde kracht op het wezen, dat aan hen wil ontsnappen, in te werken.
En daarom is voortdurende voorzichtigheid geboden. De mens moet steeds alleen aan zijn ziel denken, die de onverschillige toestand buitengewoon kommervol gewaarwordt. En daarom moet de menselijke wil met grotere kracht werkzaam zijn om de zwakten van het lichaam te overwinnen, opdat de kwade macht geen macht over diens ziel krijgt. Degene die het vragend afsmeekt, wordt alle hulp van boven verleend en daarom is het mensenkind zeker van elke ondersteuning, als zijn wil zich bewust naar de eeuwige Godheid toekeert.
Ontvang in deze zekerheid: De geest, die in jullie werkzaam is, hoort de zachtste opwelling tot het goddelijke in jullie en hij is bereid om elk smeken te vervullen. Hij wil elke twijfel in jullie wegnemen. Hij wil jullie zekerheid geven, waar jullie je vragend tot hem wenden. Hij wil jullie licht brengen, waar jullie in het donker gaan. Hij wil jullie in alle kennis binnenleiden en de weg, die jullie op aarde moeten gaan, voor jullie begaanbaar maken. En daarom heeft zijn werkzaam zijn in jullie steeds alleen maar het doel om tot volle ontwikkeling te komen en jullie tot voortdurend streven aan te sporen. Hij wil het voor jullie mogelijk maken om de jullie op aarde opgelegde taak te vervullen. En zo herkennen jullie daaruit de eindeloze liefde van de Vader, Die Zijn kind bij zou willen staan om dat te bereiken, wat de hoogste gelukzaligheid betekent. Hij zou Zijn kind alles willen doen toekomen, wat de eeuwigheid aan heerlijkheden biedt en stelt hem dus alle middelen ter beschikking om dit doel te bereiken.
Wanneer de eeuwige Godheid zich nu met zulke eindeloze liefde voor haar schepselen inzet, dan moet het ook begrijpelijk zijn, dat de mens er eveneens iets aan moet doen. Dat hij op zijn minst zijn wil, die volledig vrij is, opgeven moet om iets onvergelijkbaar mooiers daarvoor te ontvangen. De Vader verlangt enkel de wil van het kind. Hij verlangt dat dit kind deze wil blij aan de goddelijke wil onderwerpt en het dus zijn bereidwilligheid kenbaar maakt om naar boven te streven en dat het alle gaven, die alleen maar dit ene doel dienen, namelijk om het kind naar de Vader te leiden, dankbaar in ontvangst neemt opdat Hij het nu binnen kan leiden in Zijn rijk. Opdat het voor eeuwig met Hem verbonden blijft en elke scheiding overwonnen is.
Amen
VertalerL'immense responsabilité de l'homme terrestre vis-à-vis de son âme devrait le faire lutter infatigablement tant qu’il demeure sur la Terre. Au lieu de cela il secoue la tête et ne s'occupe pas de la rétrogradation de l'âme qui est à nouveau dans d’indicibles périls. La lutte contre les mauvais pouvoirs devrait toujours continuer car chaque affaiblissement augmente leur volonté d'attaquer, et donc l'homme devra combattre toujours plus, plus il est négligent dans ses rapports avec l'ennemi de son âme, alors que la force de celui-ci se paralyse plus il lui est offert de résistance. Le désir pour Dieu et le fait d’abhorrer tout mal affaiblit en même temps le pouvoir de l'adversaire, et l'âme se dédouane pour ainsi dire de ses chaînes et cherche à s'approcher de l'éternelle Divinité. Plus grand est le désir pour la Lumière, plus les forces du monde inférieur évitent les hommes terrestres, mais ils exploitent chaque faiblesse animique, pour agir avec une force renouvelée sur l'être qui veut lui échapper. Et ainsi une prudence constante est nécessaire, l'homme doit toujours seulement penser à son âme qui perçoit l'état de négligence comme un tourment extraordinaire, et donc la volonté humaine doit être active avec une force augmentée pour vaincre les faiblesses du corps, pour que la mauvaise force n'obtienne pas de pouvoir sur son âme. L'assistance d'en haut lui est offerte s’il la demande en suppliant, et ainsi le fils terrestre est sûr de tout soutien lorsque sa volonté se tourne consciemment vers l'éternelle Divinité. Dans cette certitude reçoit : L'esprit qui agit en vous perçoit le moindre mouvement vers le Divin en vous, et est prêt à satisfaire chaque prière. Il veut disperser tout doute en vous, il veut vous donner la certitude lorsque vous vous tournez vers Lui d’une manière interrogative, il veut vous apporter la Lumière lorsque vous marchez dans le noir, il veut vous guider dans chaque savoir et vous rendre praticable la voie que vous devez parcourir sur la Terre. Et ainsi son action en vous a toujours seulement pour but de vous faire mûrir et de vous stimuler à cela au travers d’une tendance constante. Il veut vous rendre possible de vous acquitter de la tâche qui vous est imposée. Et cela vous fera reconnaître de nouveau l'infini Amour du Père, qui voudrait inciter Son fils à atteindre ce qui est la plus sublime Béatitude. Il voudrait faire profiter Son fils de tout ce que l'Éternité offre comme Magnificences, et donc Il met à sa disposition tous les moyens pour atteindre ce but. Si l’éternelle Divinité soutient maintenant ainsi Ses créatures, alors il doit être compréhensible que l'homme doit aussi faire quelque chose, qu’il doit au moins renoncer à sa volonté qui est complétement libre, afin de recevoir pour cela quelque chose d’incomparablement beau. Le Père exige seulement de la volonté du fils que celui-ci se soumette joyeux à la Volonté divine et donc déclare son désir de tendre vers le Haut, et qu'il accueille reconnaissant tous les Dons qui servent uniquement à cet effet, c'est-à-dire à guider le fils à la rencontre le Père, pour que maintenant Il puisse le porter dans Son Royaume, pour qu'il reste éternellement uni avec Lui et que soit dépassée toute séparation.
Amen
Vertaler