• Terug

Werking van de geestelijke stroming op de wezens rondom ons

Ga zonder aarzelen jouw weg en geef je over aan Gods bescherming. Dan zal elke tocht zegenrijk zijn en alle deuren, die tot kennis leiden, zullen voor jou geopend worden. En denk eraan, dat het geestelijke jou omgeeft en dat ze elk toekeren naar God gewaarwordt en dat ze als het ware aan elke geestelijke stroming, die jou aanroert, deelneemt.

De levende verbondenheid met God heeft een machtige uitwerking. Er stroomt immers onstuitbare geestelijke kracht van God naar de aarde en al het wezenlijke, dat jou omgeeft, wordt met deze kracht vervuld. En wat zich zo over de in opwaartse ontwikkeling zijnde levende wezens verspreidt, draagt er weer aan bij, dat het geestelijke in hen tot volle ontwikkeling komt.

Alle schepselen, de hele plantenwereld en al het gesteente zucht onder de last van zijn uiterlijke vorm en de mensheid zou al deze wezens veel kunnen geven, als ze zichzelf geestelijk zou willen verbinden en de haar toevloeiende krachtstroom ook aan al het geestelijke in de omgeving over zou willen dragen. En daarom lijden ook alle schepselen onder de gevolgen van de verkeerde manier waarop de mensen leven. Ook zij merken de geestelijke teruggang van de mensheid en lijden daar eveneens onder, want het ontbreekt de mensheid aan alle kracht van de liefde, die bevrijdend werkt. En dit laat dus ook die wezens, tot wie dus te weinig liefde gericht wordt, gebrek lijden.

Alles, wat in de liefde werkzaam is, moet kracht ontvangen en kracht uitdelen. Het licht, dat schijnt, moet ook in de wijde omgeving schijnen. En wie dus in de verbondenheid met God de kracht uit God vraagt, wordt daar zo rijkelijk mee bedacht, dat hij ook weer kracht afgeven kan en dit onbewust ook doet. En deze kracht verkwikt, wat met haar in aanraking komt, wat zich opent om haar op te nemen. Ze kent geen hindernissen, ze dringt door alle poriën binnen, ze is in elke ademtocht, ze is overdraagbaar als een gedachte, ze wekt op en ze spoort weer tot werkzaamheid aan. En zo is alles mede-ontvanger van datgene, wat door het gelovig mensenkind aan de Vader gevraagd wordt.

En als jullie de almacht van deze kracht zouden kunnen begrijpen, zouden jullie, hoog opgeheven door de gedachten, alles, wat rondom jullie is, helpen in zijn niet verloste toestand. Jullie zouden dan bereid zijn om het nietigste wezen te helpen, want jullie herkennen dan in alles hetzelfde, namelijk een scheppingswerk van God, wiens ontwikkelingsweg jullie al sinds eindeloos lange tijd afgelegd hebben. En het zou jullie voortdurende wil zijn om deze geestelijke wezens, die jullie op het juiste moment zullen bedanken, te helpen._>Amen

Wirkung der geistigen Strömung auf die Wesen um uns....

Ohne Zögern schreite deinen Weg und gib dich in Gottes Schutz, so wird ein jeder Gang segensreich sein, und alle Pforten werden dir geöffnet sein, die zum Wissen führen. Und bedenke, daß Geistiges dich umgibt und jedes Zuwenden zu Gott spürt und gleichsam Anteil nimmt an jeder geistigen Strömung, die dich berührt. Die lebendige Gottverbundenheit ist von so mächtiger Wirkung, strömet doch unaufhaltsam geistige Kraft von Gott zur Erde, und es wird erfüllt alles Wesenhafte, das dich umgibt, mit dieser Kraft. Und was sich so den in der Höherentwicklung befindlichen Lebewesen mitteilt, trägt wieder dazu bei, das Geistige in ihnen auszureifen. Alle Kreatur, alle Pflanzenwelt und alles Gestein seufzt unter der Last seiner Außenform, und die Menschheit könnte allen diesen Wesenheiten viel geben, so sie selbst sich in geistige Verbindung setzen möchte und der ihr zufließende Kraftstrom auch allem Geistigen in der Umgebung vermittelt würde.... Und es steht darum auch alle Kreatur unter der Auswirkung des verkehrten Lebens der Menschen. Auch sie spürt den geistigen Rückgang der Menschheit und leidet gleichfalls darunter, denn alle Liebekraft, die sich erlösend auswirkt, mangelt der Menschheit, und dies läßt sonach auch die Wesen darben, denen also zuwenig Liebe zugewendet wird. Alles, was in der Liebe tätig ist, muß Kraft empfangen und Kraft austeilen.... das Licht, das erhellt, muß auch leuchten weit im Umkreis, und wer also in Gottverbundenheit die Kraft aus Gott anfordert, wird so reichlich damit bedacht, daß auch er wieder abgeben kann und dies auch tut unbewußt. Und diese Kraft erquicket, was mit ihr in Berührung kommt, was sich öffnet, um sie aufzunehmen.... sie kennt keine Hindernisse, sie dringt ein durch alle Poren, sie ist in jedem Lufthauch, sie ist übertragbar gleich einem Gedanken, sie belebt und regt wieder zur Tätigkeit an, und so ist alles Mitempfänger dessen, was durch das gläubige Erdenkind vom Vater erbeten wird.... Und so ihr die Allgewalt dieser Kraft ermessen könntet, würdet ihr hoch emporgehoben durch den Gedanken, allem, was um euch ist, beistehen zu können in seinem unerlösten Zustand, ihr würdet hilfsbereit sein dem winzigsten Wesen gegenüber, denn ihr erkennet dann in allem das gleiche.... ein Schöpfungswerk Gottes, dessen Entwicklungsgang ihr schon vor endlos langer Zeit. zurückgelegt habt. Und euer Wille wäre ständig, diesen geistigen Wesen zu helfen, die es euch danken zur rechten Zeit....

Amen