Ik wil het hart van degene, die gelovig Mijn naam uitspreekt in alle volheid met Mijn kracht en Mijn liefde bedenken. Kijk, uw lichaam is aards en alles, wat u omgeeft, is eveneens aards in zijn uiterlijk omhulsel. Maar wat zich in uzelf bergt, is net als hetgeen in het omhulsel verborgen is, het goddelijk wezenlijke en dit voelt de schenking van Mijn kracht en het voelt uiterst aangenaam voor dit wezenlijke. En daarom moet u steeds alleen aan het geestelijke in u denken en geen acht slaan op al het uiterlijke. Want Ik gaf u het omhulsel voor het uitrijpen van het geestelijke en u zult nu ook voor haar weten te zorgen.
Waarom vreest u dan? Het lichaam van degene, die aan zijn ziel denkt en zich aan haar verlossing gelegen laat liggen, hoeft werkelijk niet te zorgen voor zaken, die het nodig heeft. Ik gaf u alles, wat u in de schepping ziet. Ik gaf u alles met een doel. Als u aan dit doel voldoet, zult u in overvloed hebben, wat u voor uw lichaam nodig hebt. En als u bang bent, roep Mij aan en noem in vol geloof Mijn naam en u zult geen nood hebben in aardse zaken.
Degene, die vast op Mij vertrouwt, leeft immers al door Mijn kracht en is in zekere zin ook meester over wereldse zaken, want Ik leg alle kracht in een gelovig vertrouwend hart om het geheel en al naar Mij toe te keren om intrek te kunnen nemen in dit hart. Begrijp dat, Mijn kind. Alle mensen op aarde hoeven maar hun verzoeken te uiten en het zal voor hen vervuld worden, als ze Mij in hun hart aanroepen, in Mij geloven en Mij met alle innigheid liefhebben. Want degene, die Mij liefheeft, maakt zijn wil ondergeschikt aan Mij. Degene, die in Mij gelooft, twijfelt niet aan Mijn macht en liefde en als hij Mij aanroept, geeft hij zijn zwakheid toe en komt als een angstig kind vol vertrouwen naar de Vader. En ik kan zijn gebed verhoren, want Ik wacht toch op de roep, die uit het aardse dal naar Mij opstijgt.
Maar waar niet aan één van deze eisen wordt voldaan, waar de liefde, het geloof of het vertrouwende gebed ontbreekt, moet het mensenkind beproevingen ondergaan om uiteindelijk de weg naar Mij te vinden. U verlangt zo vaak naar nutteloze dingen en als Ik uw gebed daarom niet verhoor, twijfelt u en informeert u nooit naar de reden en in hoeverre de schuld aan uw kant ligt, dat u niet verhoord wordt.
Kijk, als Mijn ware kinderen Mij hun verlangens voorleggen, laten ze het ook aan Mij over om aan hun gebed te voldoen, want ze weten altijd, dat Ik hen geen gebrek laat lijden, als het niet nodig is voor hun zielenheil. Maar ze verlangen ook niets, dan wat het hart hun voorschrijft en ze worden dus al duidelijk door de geest, die in hen aanwezig is, geleid. En wat zo’n kind nu vraagt, krijgt altijd Mijn instemming en het zal dus ook verhoord worden. En als het u nu aanspoort naar iets te verlangen, wat tot de instandhouding van uw aardse lichaam dient, dan zal de Vader in de hemel u zeker het gevraagde niet weigeren, want Mijn kinderen zullen met alle liefde en al het nodige verzorgd worden, als enkel het geloof hen gebiedt Mijn naam te roepen en zich aan Mij toe te vertrouwen, want “waar u de Vader in Mijn naam om vraagt, zal u gegeven worden”.
Amen
VertalerWer gläubig Meinen Namen ausspricht, dessen Herz will Ich bedenken mit Meiner Kraft und Meiner Liebe in aller Fülle. Sehet, euer Leib ist irdisch, und alles, was euch umgibt, ist gleichfalls irdisch in seiner Außenhülle; was ihr aber in euch bergt, ist gleich dem in den Hüllen Verborgenen das Göttlich-Wesenhafte, und dieses fühlt die Zuwendung Meiner Kraft und empfindet sie äußerst wohltätig. Und darum sollt ihr immer nur das Geistige in euch bedenken und alles Äußere unbeachtet lassen. Denn Ich gab euch die Hülle zum Ausreifen des Geistigen und werde sie nun doch auch zu erhalten wissen. Warum banget ihr da?.... Wer seiner Seele gedenkt und ihr Heil sich angelegen sein läßt, dessen Leib brauchet wahrlich nicht zu sorgen der Dinge, deren er bedarf.... Ich gab euch alles, was ihr sehet in der Schöpfung.... Ich gab euch alles zu einem Zweck.... So ihr diesen Zweck erfüllet, werdet ihr in Hülle und Fülle haben, wessen ihr für euren Leib bedürfet. Und so ihr banget, rufet Mich an und nennt Meinen Namen in aller Gläubigkeit, und ihr sollet keine Not haben in irdischen Dingen.... Wer Mir fest vertraut, der lebet ja schon von Meiner Kraft und ist gleichsam auch Herr über weltliche Dinge, denn in ein gläubig vertrauendes Herz lege Ich alle Kraft hinein, um es Mir voll und ganz zuzuwenden, um Wohnung nehmen zu können in diesem Herzen.... Verstehe das, Mein Kind.... Alle Menschen auf Erden dürfen nur ihre Bitten aussprechen, und es wird ihnen Erfüllung werden, so sie Mich im Herzen anrufen, an Mich glauben und Mich mit aller Innigkeit lieben.... Denn der Mich liebt, ordnet Mir seinen Willen unter, der an Mich glaubt, zweifelt nicht an Meiner Macht und Liebe, und so er Mich anruft, gesteht er seine Schwäche und kommt wie ein ängstliches Kind vertrauensvoll zum Vater.... Und dessen Gebet kann Ich erhören, harre Ich doch des Rufes, der aus dem Tal der Erde zu Mir steigt. Wo aber eine dieser Forderungen nicht erfüllt wird, wo die Liebe, der Glaube oder das vertrauende Gebet fehlt, dort muß das Erdenkind noch durch Prüfungen gehen, um den Weg endlich zu Mir zu finden. Ihr begehret so oft unnütze Dinge, und so Ich euer Gebet darum nicht erhöre, zweifelt ihr und befragt euch nicht um den Grund und wieweit die Schuld auf eurer Seite liegt, daß ihr keine Erhörung findet. Sehet, so Meine wahren Kinder Mir ihre Anliegen vortragen, stellen sie es Mir auch anheim, ihrem Gebet zu entsprechen, denn sie wissen jederzeit, daß Ich sie nicht darben lasse, so es nicht nötig ist für ihr Seelenheil. Sie begehren aber auch nichts, als was ihnen das Herz diktiert.... und sind also schon sichtlich geleitet von dem Geist, der in ihnen wohnt.... Und was ein solches Kind nun erbittet, findet allzeit Meine Zustimmung und wird sonach auch erhört werden. Und so es euch nun drängt, etwas zu begehren, was der Erhaltung eures irdischen Leibes dient, so wird der Vater im Himmel euch sicherlich das Erbetene nicht versagen, denn Meine Kinder werden mit aller Liebe und allem Nötigen versorgt werden, so nur der Glaube ihnen befiehlt, Meinen Namen anzurufen und sich Mir anzuvertrauen, denn "worum ihr den Vater in Meinem Namen bittet, das wird euch gegeben werden...."
Amen
Vertaler