De Heer laat het wereldgebeuren zijn gang gaan, zoals het van eeuwigheid af bepaald is. Want de mensen wensen hun ondergang zelf, omdat ze de scheiding van God eveneens zelf bewerkstelligen, want ze hebben Hem in hun harten al opgegeven en ze aarzelen daarom niet om Hem ook naar buiten toe te ontkennen. En daarom moet de dag van de scheiding komen. De dag, waarop de rechtvaardigen van de onrechtvaardigen afgescheiden worden en eenieder zijn welverdiende loon krijgt.
De mensheid gelooft het niet, totdat het gericht hen overvallen zal. De zonde neemt de overhand en de mens eerbiedigt het eigendom van zijn naaste niet meer. Hij vervalt in zonde en ondeugd en moet daarom een spoedig einde verwachten, als hij niet tot een ommekeer besluit. En het einde zal spoedig komen. De mensen zullen zich op hun hoogtepunt wanen, wanneer het einde komen zal.
Ze zullen de wereld nog alles wat mooi is, proberen te ontlokken. Ze zullen zwelgen in levensgenot, zich overgeven aan hun lusten, zich als heren van de schepping beschouwen en niet denken aan een hogere macht en door deze macht, die er een einde aan maakt, omdat er niet meer aan Hem gedacht wordt, midden uit het grootste levensgenot gescheurd worden. De vervoering van de wereld zal zo groot zijn, dat er geen acht geslagen wordt op de waarschuwing van boven, die nog in het laatste uur door Gods genade en barmhartigheid gezonden wordt. Ze zullen bespotten, wat naar boven wijst en degene, die door het woord tegen hen in gaat, aan banden leggen.
En dan begint, geestelijk en aards gezien, het verval. En niemand zal zichzelf zonder goddelijke hulp kunnen helpen. En de nood zal groot zijn, verwoestend zullen de natuurkrachten werkzaam zijn, de aarde zal openbarsten, het water zal razen, de bergen zullen bewegen en de dalen zullen bedolven worden, vruchtbaar land zal in woestijn veranderen en niets op aarde zal ontzien worden of bescherming bieden aan degenen, die het strafgericht willen ontvluchten.
En de elementen zullen zo’n kracht ontwikkelen, dat alles vernietigd wordt, wat mensenhanden lieten ontstaan en dat daar, waar eerst aardse macht en pracht was, grenzeloze ellende zal heersen. Een ieder zal tegenover dit woeden van de natuur klein en machteloos zijn. En de Heer zal in dit daveren met een donderstem, die de gehele aarde vult, te horen zijn.
En alleen degene, wiens hart een innig diepe zucht naar de Vader in de hemel stuurt, zal gered worden. Maar de Heer slaat net zo weinig acht op de hardnekkige zondaar, als dat deze acht op Hem geslagen heeft en Hij laat hem ten onder gaan, opdat de aarde alleen die mens, die een God in de hemel erkent en Hem dienen wil, tot verblijfplaats dient. Maar degene, die in de grootste nood tot de Vader bidt, zal genade vinden in Zijn ogen en eveneens wonderbaarlijk uit alle nood gered worden.
En zalig zijn degenen, die de Heer in het hart dragen en het komende strafgericht voorbereid tegemoetzien. De Heer zal hen liefdevol helpen, opdat ze in de grootste nood niet het geloof in Hem verliezen, maar sterk blijven en zich zonder vrees en met vertrouwen aan de Vader in de hemel overgeven. Dezen zal Hij uit alle nood leiden._>Amen
VertalerSvjetskim događajima Gospodar dozvoljava da idu svojim tokom, kao što je to određeno od vječnosti, jer ljudi sami žude svoju propast, pošto oni sami i dovode do svog odvajanja od Boga, jer oni su u srcu od Njega već odustali i stoga se ne ustručavaju da Ga i na van niječu. Te zato mora doći dan razdvajanja .... Dan, u koji će pravedni biti odvojeni od nepravednih i svatko pronaći zasluženu plaću. Ljudi ne vjeruju da će ih Sud stići, grijeh prevladava, i čovjek više ne poštuje posjed drugoga, pada u grijeh i poroke te stoga može očekivati skori Kraj, ako se ne odluči na zaokret.
A Kraj će uskoro biti tu.... ljudi će si umišljati da su na visini svog života kad bude došao Kraj.... Još će se truditi od svijeta uzeti svašta lijepo, naslađivati će se u užicima života, predavati će se svojim žudnjama, gledati se kao gospodari stvaranja i neće priznavati višu silu a biti će iščupani usred najvećeg uživanja života od te Sile, Koja određuje Svršetak, pošto Ju se više ne priznaje. Svjetski ushit biti će tako velik, da se neće obraćati pažnja na upozorenja, koja će im dolaziti još u zadnji čas putem Božje Milosti i Milosrđa. Oni će ismijavati ono što usmjerava ka gore, a u lance će bacati onoga tko mu se suprotstavlja putem Riječi.
A tada započinje raspad, duhovno i zemaljski.... I bez Božje pomoći neće se moći spasiti nitko.... A nevolja će biti velika, prirodne sile strašno će bjesniti, Zemlja će pucati, bjesniti će vode, brda će se pomjerati i zasipati se doline, plodno tlo pretvarati se u pustinju, i ništa na Zemlji neće ostati nedotaknuto niti moći pružiti zaklon onima koji žele umaći kaznenom sudu. A elementi će razviti takvu silu, da će biti uništeno sve što je stvorila ljudska ruka, i da će bezgranična bijeda vladati tamo gdje je ranije bila zemaljska vlast i divota. Svako će biti mali i nemoćan pred tim bješnjenjem prirode....
I Gospodara će se moći čuti gromoglasno u tom zaglušenju koje ispunjava cijelu Zemlju. A spašen će biti samo onaj čije srce uputi duboki uzdah nebeskom Ocu. No tvrdokornog grešnika Gospodar poštuje isto onako kako je on Njega poštovao, i dopušta da ovaj propadne, kako bi Zemlja služila kao mjesto boravka samo onom čovjeku koji spoznaje Boga u Nebu i želi Mu služiti. No tko se u najvećoj nevolji moli Ocu, naći će milost pred Njegovim očima i istovremeno će biti čudnovato spašen iz svake nevolje (Joel 2:32; Djela 2:21).... I blaženi koji Gospodara nose u srcu i koji su spremni za nadolazeći kazneni Sud.... Uz njih će Gospodar stati pun Ljubavi, kako oni u najvećoj nevolji ne bi izgubili vjeru u Njega, nego ostali snažni i neustrašivi te se s povjerenjem prepustili Ocu u Nebu. Tē će On izvesti iz sve nevolje....
AMEN
Vertaler