Het probleem van de onvergankelijkheid, het eeuwigheidsbegrip, is door de mens niet op te lossen. Hij kan met zijn menselijk verstand niet begrijpen wat boven het aardse begrip uitgaat. Anderzijds is hem ook geen geestelijke verklaring te geven die toereikend zou zijn voor het begrijpen ervan. Pas het binnengaan in lichtsferen geeft het wezen een gedeeltelijke opheldering, en het blijft hem zelfs dan nog een probleem dat evenals de eeuwige GODHEID - nooit helemaal kan worden opgelost. Want dit moet voorop gesteld worden om het navolgende begrijpelijk te maken.
In tijden van geestelijke nood zijn de mensen geneigd te geloven dat zij naar believen een einde aan hun leven - en daarmee een einde aan hun bestaan kunnen maken, zij geloven slechts een beperkte tijd te bestaan en zich dus ook gerechtigd te voelen en bevoegd om dit leven te verkorten.
Er ontbreekt hun eenvoudig het begrip onvergankelijkheid, onbegrensde tijd - eeuwigheid. Dat zij nooit ophouden te bestaan is voor hen niet bewijsbaar, maar ze vinden de gedachte dat het leven eens ten einde is, veel aangenamer.
Wel heeft de mens nu en dan een gevoel van onbehagen over de vergankelijke afloop, maar hij stelt zich eerder met deze gedachte tevreden dan met de gedachte aan een verder leven na de dood. Hij ziet dat alles op aarde een tijdelijk karakter heeft en wil daarom niet aan de onvergankelijkheid van zijn „ik“ geloven. En zulk een mens dan het begrip „eeuwig“ bij te willen brengen, zou eenvoudig onmogelijk zijn.
De gedachte dat iets wat met hem in nauw verband staat nooit op zal houden te bestaan bezwaart hem. Het wekt in hem een verantwoordelijksgevoel op, want het leven is begrijpelijkerwijs geheel anders te beschouwen - zodra met een bestaan dat voortduurt rekening gehouden moet worden.
Onderbreking
VertalerPitanje besmrtnosti.... pojam vječnosti.... čovjek ne može dokučiti/shvatiti, pošto on, u jednu ruku, ne može razumjeti ništa iz(n)a(d) [[ili ‘izuzevši’]] zemaljskih pojmova, a u drugu ruku, njemu se ne može dati duhovno objašnjenje koje je prikladno njegovom razumijevanju. Jedino pri ulasku u svjetlosne sfere se može dati djelomično objašnjenje ali čak i onda to ostaje misterij/problem koji, kao i Vječno Božanstvo, ne može nikad biti potpuno riješen i shvaćen. Ovo je moralo biti rečeno da bi se shvatilo slijedeće:
U vremenima velike duhovne nevolje su ljudi skloni vjerovati da mogu samovoljno okončati svoje živote [[= ‘kako im paše’]], i sa time, dokončati svoje postojanje, pošto vjeruju kako žive samo jedno određeno vrijeme i stoga se osjećaju ovlašteni i sposobni skratiti ga. Oni jednostavno ne razumiju koncept besmrtnosti, beskrajnog vremena i vječnosti. Ne može im biti dokazano da njihovo postojanje neće nikad završiti, i njima je podnošljivije/utješnije vjerovati da će život jednog dana završiti. Pa iako ljudi s vremena na vrijeme osjećaju nelagodu/nemir kada misle o vremenom svršetku, oni radije prihvaćaju takve misli nego misli o nastavku života nakon smrti budući znaju kako je sve na ovoj Zemlji prolazno i prema tome ne mogu i neće vjerovati u besmrtnost svoga ‘Ja(stva)’. Objasniti pojam ‘vječnog’ takvoj osobi bi jednostavno bilo nemoguće.... Ideja kako nešto sa čime je tako intimno povezan neće nikad prestati postojati ga zabrinjava i budi njegov osjećaj odgovornosti pošto, razumljivo, na život treba gledati prilično drugačije čim se u obzir mora uzeti trajno postojanje. (Prekid).
AMEN
Vertaler