Het is een onverantwoordelijke lichtzinnigheid, wanneer er niet aan de Heer gedacht wordt, voordat er met één of andere werk begonnen wordt. Als het de mens aangeboden wordt om de zegen van de Heer te ontvangen, wat hem dan al het werk gemakkelijk en met succes laat verrichten en hij slaat geen acht op deze zegen, dan rust alle druk en verantwoordelijkheid alleen op zijn schouders en hij zal veel meer moeten zwoegen en meer moeite moeten doen, dan wanneer hij zich aan de Heer toevertrouwt en Hem om Zijn hulp vraagt.
Maar waar het werk op aarde ook zonder de afgesmeekte hulp succesvol is en de mens gelooft de zegen van God niet nodig te hebben, daar nemen niet steeds de goede geestelijke krachten deel aan het succes van het werk, maar vaak ontstaat dit met ondersteuning van de tegenstander om de mensen te verhinderen zich in gebed tot de Schepper van de hemel en de aarde om hulp te wenden.
Daarom mag men niet door een schijnbaar succesvol streven op aarde zonder gebruikmaking van de goddelijke Heer in de war gebracht worden en het mag niet verkeerd beoordeeld worden. Er mag daaruit niet de verkeerde conclusie getrokken worden, dat de mens heel goed de goddelijke hulp zou kunnen ontberen zonder schade op te lopen. Alleen zolang hij volledig onwetend is en dus niet bewust het goddelijke gebod van het vragen om de zegen verzuimt, zal er hier voor hem geen nadeel uit voortvloeien en hij zal behoed worden voor de invloed van de tegenstander.
Maar als hij een eeuwige Godheid erkent en in Hem zijn Schepper en Leider in het aardse bestaan herkent, maar zijn aardse werkzaamheid zonder Diens hulp denkt uit te kunnen voeren, zal hem nu vaak weerstand geboden worden. Hij zal aan mislukkingen en moeizame resultaten zijn onmacht moeten beseffen. Hij zal in moeten zien, dat hij niet steeds het welslagen van zijn werk in de hand heeft. Hij zal gewaarworden, dat hem van bovenaf een bepaalde tegenstand geboden wordt, die hij zelf door juist denken op kan heffen.
En als hij het denken goed gebruikt heeft en vol vertrouwen voor de Vader in de hemel aan de dag treedt en zijn werk en het succes hiervan aan Hem overlaat, dan zal hij het waard zijn om de zegen van boven te krijgen en zal hij nooit hoeven te vrezen, dat deze zegen hem ontnomen wordt, zolang hij wenst Gods zegen te krijgen en hij dit uit door gebed en een zich vol vertrouwen overgeven.
De zegen van God te krijgen, betekent onbezorgd door het leven te kunnen gaan, van aardse zorgen verlost te zijn en al het moeilijke aan Hem over te kunnen geven. En dit bewustzijn laat de mens vrolijk en opgewekt door het leven gaan. Hij draagt niet meer alleen de verantwoordelijkheid, maar heeft deze aan de Heer overgegeven en alleen waar de mens wankelmoedig in het geloof of nonchalant in het gebed wordt, wordt hij weer geconfronteerd met de noden van het leven en dit zet hem aan tot hernieuwd nadenken over de eigen zwakte zonder de goddelijke hulp, zodat de mens duidelijk herkent, dat zijn gang over de aarde tot dwaling leidt, als hij zich niet van de goddelijke hulp bedient en de Vader in de hemel bewust om zegen vraagt.
Amen
VertalerEs un descuido irresponsable si uno no se recuerda al Señor antes de emprender cualquier trabajo. Si le corresponde al ser humano recibir la bendición del Señor, que luego hace que todo el trabajo sea fácil y exitoso para él, y él no realiza esta bendición, entonces toda la carga y responsabilidad recae únicamente sobre sus hombros, y por lo tanto tendrá que trabajar y esforzarse mucho más que si se encomienda al Señor y Le pide por Su ayuda.... pero donde el trabajo en la tierra tiene éxito incluso sin la ayuda solicitada y la persona no piensa que necesita la ayuda de Dios, allí los buenos poderes espirituales no siempre están involucrados en el éxito del trabajo, pero a menudo surge con el apoyo del poder opuesto para evitar que la persona se vuelva al Creador del cielo y la tierra en busca de ayuda en la oración.
El esfuerzo aparentemente exitosa en la tierra sin hacer uso del Señor divino, por lo tanto, no debe ser desestimado ni juzgado mal.... de esto no debe sacarse la falacia de que el hombre muy bien puede prescindir de la ayuda divina sin ser perjudicado.... sólo mientras sea completamente ignorante y por lo tanto conscientemente no deje de pedir la bendición de los mandamientos divinos, no sufrirá ninguna desventaja y estará protegido de la influencia del poder contrario, pero cuando reconoce una Deidad eterna y en Ella su Creador y Guía en la existencia terrenal, pero piensa llevar a cabo su actividad sin Su ayuda, ahora a menudo se le ofrecerá resistencia....
Tendrá que reconocer su impotencia en los fracasos y éxitos difíciles; tendrá que darse cuenta de que el éxito de su trabajo no siempre está en sus manos; sentirá que se le ofrece cierta resistencia desde arriba, que él mismo puede eliminar mediante el recto pensar. Y si ha usado correctamente su pensamiento y se ha revelado confiadamente al Padre que está en los cielos y le ha confiado su trabajo y su éxito, entonces será digno de la bendición de lo alto y nunca tendrá que temer que se le quite mientras desea estar en la bendición de Dios y eso lo expresa a través de la oración y la devoción confiada.
Estar en la bendición de Dios significa poder ir por la vida sin trabas, liberarse de las preocupaciones terrenales y poder entregarle todo lo difícil.... Y esta conciencia permite a las personas ir por la vida felices y alegres, él ya no carga solo con su responsabilidad, sino que la ha entregado al Señor, y sólo donde el ser humano vacila en la fe o se descuida de la oración, las penalidades de la vida vuelven a acercarse a él y lo impulsan a pensar de nuevo en su propia debilidad sin ayuda divina, para que la persona reconozca claramente que su camino terrenal se desvía si no hace uso de la ayuda divina y pide conscientemente bendiciones al Padre celestial....
amén
Vertaler