• Terug

Deelname aan het voorlezen door wezens in het hiernamaals

De vrienden in het hiernamaals maken jou een buitengewoon zegenrijk en door God gewild samenzijn voor vandaag bekend. Er waren zo talloze vrienden, die in liefde met jullie verbonden zijn, rond jullie verzameld. Elk woord vond ook weerklank in de vriendenkring in het hiernamaals en een heldere lichtkring omgaf allen, waar jullie nauwe banden mee hadden. De woorden van de Heer werden door hen met dezelfde innigheid opgenomen en ze werden in liefde doorgegeven en werden aan degenen gegeven die onderricht nodig hebben.

De liefde van de Heer is onbegrensd. Ze voert jullie steeds nieuwe zielen toe en jullie werkzaam zijn op aarde is veel omvangrijker voor het hiernamaals dan jullie vermoeden. Degenen die op aarde in liefde met jullie verbonden waren, komt door jullie herinnering de uitnodiging toe om aan jullie geestelijke arbeid deel te nemen. En zo zijn jullie voortdurend omgeven door zoekende, deels wetende, deels volledig onwetende wezens, die jullie overal vergezellen om uit dezelfde bron de geestelijke waarheden te kunnen ontvangen, want hun verlangen ernaar is onnoemelijk. Als je nu in een intieme kring vertoeft en je overgeeft aan de geestelijke arbeid, dan is hun vreugde onbeschrijflijk. Want elk geestelijk onderhoud betekent een bron voor hen, waar ze eveneens uit putten en hun honger en dorst mogen stillen.

Er was een kring rondom jullie verzameld, waar geen verdere verklaring voor nodig was, dan dat een ieder jullie in liefde nabij staat. Degenen die jullie in gedachten om jullie heen wensten te hebben, die werden door deze gedachten ook naderbij geroepen. Maar behalve dezen, omgaven tallozen jullie, want waar God-zoekende en liefhebbende mensenkinderen elkaar vinden en hun zielen in geestelijke regionen verheffen, daar zal ook altijd een leger van wezens uit het hiernamaals verblijven, die de goddelijke Heer en Heiland eveneens graag zouden willen dienen, doordat ze onderwijzen of zich laten onderwijzen.

Er heeft een eeuwigdurende verandering plaatsgevonden. Jullie vrienden wilden zich ook verstaanbaar uiten. Toch omgaf een verdedigingswal van lichte gedaanten jullie, die een bekendmaking van nog onvolmaakte geestelijke wezens niet toelieten, want dit heeft geen groot voordeel voor de zielen die nog strijden. De mensen op aarde verlangen wel mededelingen van de kant van de hun nabij staande geliefden. Deze geliefden kunnen jullie toch niet zo uitvoering onderrichten, daar ze zelf nog niet de volledige kennis hebben, en daarom zal hen slechts zelden toestemming verleend worden, zich bekend te maken, om niet het streven van het zuiver geestelijke af te brengen, wat wel heel gemakkelijk mogelijk zou zijn, wanneer hoge geestelijke rijpheid geen voorwaarde voor de bekendmakingen is.

De Heer leidt, ter verdere vervolmaking, al jullie schreden. Hij geeft ook die zielen in het hiernamaals juist weer de mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen, en zo zal Hij geven of ontzeggen. Al naar noodzaak, maar altijd zoals dit het beste is voor de zielen op aarde en in het hiernamaals, voor wie toch Zijn zelfde liefde en zorg geldt.

De zielen leven nu in voortdurende afwachting van zulke momenten, die hen geestelijke bevrijding brengen. En daarom willen alle vrienden uit het hiernamaals zoveel mogelijk herhalingen van de leermomenten, alsook voor een goede vooruitgang van de geestelijke arbeid zorg dragen, want ook voor de zielen in het hiernamaals zijn zulke gelegenheden van groot nut, als de liefde van de mensen voor elkaar de drijfkracht is en hun gehele streven alleen de bevordering van hen en van de zielen van de medemensen betreft.

Amen

Beteiligung der jenseitigen Wesen an Vorlesungen....

Es geben dir die jenseitigen Freunde Kunde von dem überaus segensreichen und Gott-gewollten Beisammensein des heutigen Tages. Es waren so unzählige Freunde um euch versammelt, die in Liebe mit euch verbunden sind. Jedes Wort fand Widerhall auch im jenseitigen Freundeskreis, und ein heller Lichtkreis umgab alle, die euch nahestanden. Die Worte des Herrn wurden von ihnen mit gleicher Inbrunst aufgenommen, und sie werden in Liebe weitergegeben und denen vermittelt werden, die der Unterweisung bedürftig sind. Die Liebe des Herrn ist unbegrenzt, sie führt euch immer neue Seelen zu, und es ist euer Wirken auf Erden weit umfangreicher für das Jenseits, als ihr ahnet. Wer mit euch in Liebe verbunden war auf Erden, dem geht durch euer Gedenken die Aufforderung zu, sich an eurer Geistesarbeit zu beteiligen, und so seid ihr umgeben ständig von suchenden, teils wissenden, teils völlig unwissenden Wesen, die euch begleiten auf Schritt und Tritt, um aus gleicher Quelle empfangen zu können die geistigen Wahrheiten, denn ihr Verlangen danach ist unsagbar. Weilet ihr nun in engem Kreise und gebet ihr euch der geistigen Arbeit hin, so ist ihre Freude unbeschreiblich, bedeutet doch jede geistige Unterhaltung für sie eine Quelle, aus der sie ebenfalls schöpfen und ihren Hunger und Durst stillen dürfen. Es war ein Kreis um euch versammelt, der keiner weiteren Erklärung bedarf, als daß ein jeder euch in Liebe nahesteht. Wen ihr in Gedanken um euch zu haben wünschtet, den riefen diese Gedanken auch herbei, doch Unzählige umgaben euch außer diesen, denn wo Gott-suchende und -liebende Erdenkinder sich zusammenfinden und ihre Seelen in geistige Regionen erheben, dort wird auch immer ein Heer jenseitiger Wesen weilen, die dem göttlichen Herrn und Heiland gleichfalls dienen möchten, indem sie lehren oder sich belehren lassen. Es hat ein immerwährender Wechsel stattgefunden, es wollten sich auch eure Freunde euch vernehmlich äußern, doch euch umgab ein Schutzwall lichter Gestalten, die ein Kundgeben noch unvollendeter Geistwesen nicht zuließen, denn es ist solches nicht von großem Vorteil für die noch ringenden Seelen. Wohl begehren die Menschen auf Erden Mitteilungen von seiten ihnen nahestehender Lieben, doch können euch diese nicht so eingehend belehren, da sie selbst noch nicht völlig im Wissen stehen, und es wird ihnen daher nur selten die Erlaubnis zuteil, sich kundzugeben, um nicht das Streben vom Reingeistigen abzubringen, was wohl sehr leicht möglich wäre, wenn hohe geistige Reife nicht Voraussetzung der Kundgaben ist. Der Herr lenkt euer aller Schritte zwecks weiterer Vervollkommnung, Er gibt auch jenen Seelen im Jenseits eben wieder die Möglichkeit, sich höher zu entwickeln, und so wird Er geben oder verweigern.... je nach Notwendigkeit, aber immer zum Besten für die Seelen auf Erden und im Jenseits, denen doch Seine gleiche Liebe und Fürsorge gilt. Die Seelen leben nun in ständiger Erwartung solcher Stunden, die ihnen geistige Befreiung bringen, und es wollen daher alle jenseitigen Freunde nach Möglichkeit für Wiederholungen der Lehrstunden sowie guten Fortgang der geistigen Arbeit Sorge tragen, denn auch den Seelen im Jenseits sind solche Gelegenheiten von großem Nutzen, so die Liebe der Menschen zueinander Triebkraft ist und ihr ganzes Streben nur der Förderung ihrer und ihrer Mitmenschen Seelen gilt....

Amen