Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Wil om te geloven – Inwerken van de goede geestelijke krachten

Onuitsprekelijk gelukzalig voor de ziel is het volharden in het geloof. Het bezorgt haar een gevoel van welbehagen, want ze ervaart de weldadige zegeningen van goddelijke kracht en genade, en het opstijgen naar hogere regionen wordt daardoor gemakkelijker voor haar. En zo kan een ziel juist alleen maar verlost worden als de mens in diep geloof alles volbrengt wat voor de ziel bevorderlijk is. Want op het geloof volgt de liefde en in de liefde zoekt de mens dan de werkzaamheid en werken van liefde vergroten weer de kracht, trekken de nabijheid van God aan en de ziel verlost zich geleidelijk uit haar banden en verenigt zich met de Geest uit God in haar. Want iedere vooruitgang kan pas dan plaatsvinden als de ziel zich scheidt van de haar tot nog toe bindende begeerte. Als ze niets anders verlangt dan bij God te zijn, dan zal ieder streven gemakkelijk voor haar zijn en met zekerheid tot het doel voeren.

Om nu in het bezit van een volwaardig geloof te komen, moet de mens zich vrij maken van iedere dwaalleer, van bijgeloof. Hij moet proberen zichzelf aan het hoogste Wezen toe te vertrouwen, Dat hij verstandsmatig niet ontkennen kan, en dit Wezen om geestelijke opheldering vragen. Het juiste geloof zal hem dan al in aantrekkelijke vorm aangeboden worden, want als de mens wil, dan is hij reeds op de juiste weg zodra hij zich uit vrije wil smekend tot het hoogste Wezen wendt. Alleen wie zo volledig zonder geloof is dat hij niets wil erkennen en het leven om en in zich onverschillig bekijkt en aanneemt, diens hart is zeer verhard en komt niet gemakkelijk nader tot het geloof. Ook aan hem zal kennis van het geloof en van de leer van Christus gegeven worden, maar hij zal alles afwijzen en aanmatigend zichzelf voor wetend en beseffend houden en daarentegen om de anderen lachen.

Als het diepe leed, dat de Heer hen stuurt, zulke mensen niet uit de droom helpt, dan ziet het er voor zo’n ziel heel treurig uit en alle inspanningen van de goede geestelijke wezens, aan wie de bescherming van zulke is toevertrouwd, is vergeefs. Het is een worsteling zonder weerga om zulke in ongeloof volhardende zielen, en de uiterste middelen moeten aangewend worden om ze van hun verblinde denken af te brengen, terwijl een gelovig mens van de aarde onbeschrijfelijke vreugde teweegbrengt in het rijk hierna en de goede geesten tot steeds grotere werkzaamheid in liefde aan de hen toevertrouwde zielen aansporen. De lichtste tegemoetkoming op aarde wordt benut om in te werken op de gedachtegang van de mens en zo zullen heel vaak ook ongelovige mensen zich uitgedaagd voelen na te denken over de onopgehelderde problemen. Ze wijzen wel alles af, maar hun gedachten, die de mensen vaak naar gebieden leiden waar ze de weg verder niet weten, kunnen ze niet weren, en zulk gepieker is steeds van waarde, zelfs als ze nog ver van de waarheid verwijderd zijn.

En is de mens de wereld nog zo zeer toegedaan, toch komen de uren waar voor hem zelfs het aardse niet aantrekkelijk is, waar hij over het begin en einde nadenkt, waar hem een lichte onrust besluipt, als hij aan zijn sterven denkt. Als niets in het leven hem kon veranderen, dan zal de gedachte aan de dood hem wakker schudden uit zijn starre gemoedstoestand. Weliswaar op een weinig aangename manier, maar daar kan daarna door de hem begeleidende geestelijke krachten op gebouwd worden. En gelukkig degene, die aan de waarschuwingen in hem toegeeft, die zich nog aan het einde van zijn dagen bezighoudt met alles wat hem tot geloof kan brengen en die nog in het leven op aarde ernstig berouwt wat hij verzuimd heeft en God om Zijn hulp en Zijn erbarmen smeekt. Hem zal de Vader nog in het laatste uur liefdevol tegemoetkomen en zegenen, en zijn strijd in het hiernamaals zal minder zwaar zijn.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Willingness to believe.... influence of the good forces of the spirit....

Perseverance in faith is unspeakably blissful for the soul. It gives it a feeling of well-being, as it beneficially experiences the blessings of divine strength and grace and the ascent to higher regions becomes easier as a result. And so a soul can only be redeemed if the human being, in profound faith, accomplishes everything that is beneficial to the soul. For faith is followed by love.... and in love the human being then seeks affirmation.... and works of love again increase the strength, attract the closeness of God, and the soul gradually releases itself from its bonds and unites with the spirit from God within it. For all progress can only take place when the soul separates itself from the desire that has hitherto bound it.... when it desires nothing other than to be with God, then every endeavour will be easy for it and will certainly lead to the goal. In order to come into possession of complete faith, man must free himself from all false doctrine, from superstition.... He must try to entrust himself to the supreme being, Whom he cannot intellectually deny, and ask this being for spiritual enlightenment.... Then the right faith will already be offered to him in a palatable form, for if the human being wants to, then he is already on the right path as soon as he freely turns to the supreme being in supplication. Only someone who is so completely without faith that he does not want to recognize anything and looks at and accepts life around and within himself with indifference, his heart is very hardened and will not come closer to faith so easily. He too will be told about the faith and the teaching of Christ, but he will reject everything and arrogantly consider himself to be knowledgeable and recognizing, while laughing at others. If such people are not taught otherwise by the deep suffering sent to them by the lord, then it looks very sad for such a soul and all endeavours of the good spiritual beings, whose protection they are entrusted with, are in vain.... It is an unparalleled struggle for such souls who persist in faithlessness, and the most extreme means must be used to dissuade them from their deluded thinking, whereas a believing earthly human being triggers indescribable joy in the kingdom of the beyond and inspires the good spirits to ever greater activity of love towards the souls entrusted to them. The slightest concession on earth will be used to influence a person's train of thought, and thus even unbelieving people will often feel prompted to think about the most unsolved problems. They certainly reject everything but they cannot always resist their thoughts, which often lead people into areas where they themselves cannot find their way, and such musings are always of value even if they are still far removed from the truth. And no matter how devoted a person is to the world.... there come hours when even all earthly things cannot entice him.... where he thinks about the beginning and the end.... where a quiet restlessness creeps over him when he thinks of his demise. If nothing in life could change him, then the thought of death will shake him out of his mental torpor, albeit in a less than pleasant way, but it can then be built upon by the spiritual forces that care for him. And blessed is he who follows the admonitions within him.... who, even at the end of his days, deals with everything that can lead him to faith and who seriously repents in earthly life of what he has neglected and asks God for His help and mercy. The father will lovingly meet him in the last hour and bless him.... and his struggle in the afterlife will be an easier one....

Amen

Vertaler
Vertaald door: Doris Boekers