Bekommer u erom ook goed te doen aan uw vijanden. En neem ter harte dat elk werk van liefde aan deze, al is het nog zo klein, driemaal is gezegend. Het helpt u de angel van de vijandschap te verwijderen. Het verschaft u zelf genade en het wekt weer wederliefde op bij diegene aan wie u goed doet. En u brengt daardoor een offer van zelfoverwinning. U hebt genoeg tijd en gelegenheid u voor te bereiden op zo'n daad van liefde voor de naaste, waar u zich ook maar in vijandschap met hem bevindt. In het begin valt het u wel moeilijk, maar langzamerhand zal de innerlijke stem uw voornemen gemakkelijker maken. Ze zal u goed toespreken en niet eerder zwijgen tot u het liefdewerk hebt verwezenlijkt. En het enige gevaar is dan alleen, dat u zich er niet van bewust wordt hoe onuitsprekelijk weldadig de uitwerking van zo'n liefdewerk is, wanneer de tegenstander het niet wil toegeven dat uw liefde hem goed doet. Dan bent u gemakkelijk ontmoedigd en geneigd van verdere werken van liefde af te zien en gelooft u niet hoe verkeerd deze mening is. De geestelijke zegen onderscheidt u niet zo duidelijk, maar voor de ziel is hij van onuitsprekelijke waarde en elke laksheid waaraan u zich schuldig maakt zal u eens bitter berouwen.
In de geestelijke wereld wordt er voortdurend op aangestuurd de mensen tot vredelievende wezens te vormen, vijandschap te overbruggen en haat en liefdeloosheid tegenover elkaar in liefde en goedheid te veranderen. Zo waardevol het werkzaam zijn voor elkaar is, zo onnoemelijk schadelijk is het wanneer de mensen in haat en vijandschap tegenover elkaar staan. Dit vernielt elke geestelijke omgang tussen de mensen. En zielen die zich van elkaar afkeren, steeds met het streven elkaar schade te berokkenen, verstrikken zich zo diep in de netten van Gods tegenstander, dat het zich eruit bevrijden hen steeds moeilijker valt en dit juist alleen door wederzijds toegevoegde werken van liefde mogelijk is. Een opwaarts streven met vijandschap in het hart is niet goed mogelijk, dit moet eerst worden uitgeroeid. De mens moet proberen alle haat en wrok uit het hart te verwijderen en dan in dezelfde mate een goede verhouding tot stand brengen. Dan zal u alle bijstand worden verleend en voor de tijd van uw aardse leven is de hulp van goede geestelijke krachten zeker, die u beschermen tegen hernieuwde vijandelijkheden en bijgevolg ook de ziel tegen tegenspoed in haar arbeid aan zichzelf. Neem daarom altijd dit gebod in acht, uw vijanden lief te hebben en hun goed te doen, dan zult u onmetelijk aan geestelijke schatten winnen voor de eeuwigheid.
Amen
VertalerFaites du bien même à vos ennemis et sachez que chaque œuvre d'amour sur eux, même petite, a une triple Bénédiction. Elle vous aide à éloigner l’aiguillon de l'animosité, elle vous aide aussi à obtenir la Grâce, et en outre elle réveille l'amour en retour chez ceux à qui vous avez fait du bien. Elle apporte avec cela un sacrifice à l'autodépassement. Vous avez assez de temps et de commodités pour vous préparer à un tel acte d'amour pour le prochain lorsque vous vous trouvez dans l'animosité envers lui. Au début ce sera un peu difficile, mais peu à peu la voix intérieure vous rendra facile votre entreprise. Elle vous encouragera et elle ne se taira pas avant que vous ayez exécuté l'œuvre d'amour. Alors l'unique danger sera seulement celui de ne pas vous rendre compte quel effet bénéfique a une telle œuvre d'amour; lorsque l'adversaire ne veut pas admettre combien votre amour lui a fait du bien, alors vous êtes un peu découragés et enclins à vous retenir d'ultérieures œuvres d'amour mais vous n’imaginez pas combien erronée est cette opinion. Vous ne reconnaissez pas ainsi clairement la Bénédiction spirituelle, mais pour l'âme elle est d'une valeur inimaginable, et un jour vous vous repentirez amèrement pour la tiédeur dont vous vous êtes rendu coupable. Dans le monde spirituel tout tend à transformer les hommes en êtres amants de la paix, à dépasser l'animosité et à transformer la haine et le manque d’amour en amour et bonté. Combien précieuse est l’aide réciproque que les hommes se portent, mais combien indiciblement nuisible est la haine et l'animosité lorsque les hommes s'affrontent. Cela détruit la communauté spirituelle entre les hommes et les âmes qui s'éloignent alors l'un de l'autre en cherchant toujours à s'endommager réciproquement, et en s'emmêlant ainsi profondément dans le réseau de l'adversaire dont il lui sera toujours plus difficile de se libérer et cela est justement possible seulement au travers de bonnes œuvres d’amour réciproque. Il n'est pas possible de progresser vers le Haut avec de l'animosité dans le cœur, celle-ci doit d'abord être extirpée, l'homme doit chercher à éloigner du cœur toute haine et rancune et ensuite établir dans la même mesure un bon rapport. Alors il lui sera concédé l’assistance nécessaire, et pour le temps de sa vie terrestre il peut être assuré de l'aide des bonnes Forces spirituelles qui le protègeront contre de nouvelles animosités et retombées dans son travail sur lui-même. Donc observez en tout temps ce Commandement: aimez vos ennemis et faite du bien à ceux-ci, alors vous gagnerez d’incommensurables trésors spirituels pour l'Éternité.
Amen
Vertaler