• Terug

Inzicht en onvermogen - Liefdeswerk zonder kennis van de waarde

En jullie zullen onmetelijk rijk zijn aan ervaringen en jullie kennis zal zich uitstrekken over gebieden, die al het aardse verstand jullie niet kan onthullen. Want in de verbinding met de goddelijke Geest zijn jullie zelf werkzaam als geestelijke wezens. Tijdens het moment van opname is er geen enkele aardse materie die jullie hindert om geestelijke dingen uit geestelijke gebieden te ontvangen. En zo zullen jullie ook zelf in de geest werkzaam blijven, vooropgesteld dat jullie niet uit eigen schuld terugvallen.

Inzicht en onvermogen zijn twee factoren die in strijd zijn met elkaar. En toch kan een mens het volledige inzicht bereiken zonder in eigenlijke zin de gave te hebben iets wat buiten zijn kennis ligt, duidelijk te kunnen beoordelen. Een levendige voorstelling van de Geest van God kan de mensen nauwelijks gegeven worden. Toch zal de mens deze Geest van God in zich voelen, in zoverre hij slechts alles nakomt wat bevorderlijk is voor de opwekking van de innerlijke levensvonk.

Door zich gewelddadig los te rukken van het aardse, doorbreekt de Geest die in de mens sluimert, het omhulsel dat hem omgeeft en komt hij tot leven, dat wil zeggen: hij werkt nu zeer sterk in de mens. De gedachten enkel in het geestelijke gebied laten blijven, is het meest behulpzaam voor de ziel. Want nu stromen er onophoudelijk geestelijke krachten naar de ziel toe en ze laten de werkzaamheid van de geest steeds actiever worden. En een mensenkind dat zich aan elke opwelling overgeeft die hem nader tot de eeuwige Godheid voert, blijft onaangetast door de duistere macht. En het voltooit zijn loopbaan op aarde met het juiste resultaat: de ziel is een opnamevat geworden voor de goddelijke Geest en deze vereniging van de geest met de Geest van God is het einddoel van het leven op aarde.

Alle aardse ambities zijn als het ware doodlopende wegen voor de ziel. Voor de ziel komt er niet het minste goeds uit deze werkzaamheid voort. Alleen wat de liefde in de mens opwekt, kan van nut zijn voor de ziel. Het geloof aan de kracht van deze goede werken kan de aanleiding zijn voor een innerlijke verandering. Want als de mens deze werken beoefent, dan zal hem onbewust de kracht en genade toekomen om deze liefdeswerken voort te zetten. En dan heeft de ziel ook de aansluiting met de geestelijke wereld gevonden.

Wat ze zonder eigenlijke kennis van de waarde van dit liefdeswerk nu doet, staat genoteerd voor de eeuwigheid. En na een goede daad volgen er spoedig andere, want wie de liefde heeft, verliest haar nooit en die zal zichzelf ook zonder de kennis van geestelijke waarheden vormen. Alleen zal de mens die bewust naar een veredeling van zijn wezen streeft, aanzienlijk ijveriger aan zichzelf werken. Hij zal nota bene door bewust gebruik te maken van de goede geestelijke krachten een beduidende verlichting in het aardse leven gewaarworden, die zowel geestelijk als ook lichamelijk effect heeft.

Het aardse leven blijft voor elke mens een strijd, maar aangezien er door de eeuwige Godheid ondersteuning is toegestaan, zou deze ook naar vermogen gevraagd en benut moeten worden. Want de geestelijke wezens bekommeren zich voortaan om de ondersteuning van een biddende ziel. Degene die zonder enige geestelijke kennis door het aardse leven gaat, moet daarentegen een veel zwaardere strijd leveren en hij moet nu eenmaal een heel sterke liefdeskracht in zich opwekken om de ziel ook in het aardse leven de nodige hulp te kunnen geven.

En wanneer voor jullie mensen nu de weg geëffend wordt opdat jullie gemakkelijk het hemelrijk verwerven, denk daar dan goed over na. En onderzoek en vraag jezelf af wat er dan wel de oorzaak van zou kunnen zijn dat de hemelse Vader jullie zorgzaam begeleidt en jullie voor mislukkingen en dwaalwegen wil behoeden. En herken daarin alleen maar Zijn oneindige Liefde die alle mensenkinderen omvat, en weet dat er aan deze Liefde nooit ofte nimmer een einde kan komen en dat ze eeuwig naar jullie, Zijn schepselen, uitgaat. Weet dat deze Liefde zonder onderbreking jullie ziel probeert te winnen, opdat ze de weg mag terugvinden naar Hem, de Vader van alle licht, de eeuwige Liefde Zelf.

Amen

La comprensione e l’incapacità - L’agire d’amore senza conoscerne il valore

Sarete incommensurabilmente ricchi in esperienze ed il vostro sapere si estenderà su regioni, che tutto l’intelletto terreno non vi può svelare, perché nel collegamento con lo Spirito divino siete attivi voi stessi come esseri spirituali. Nel momento dell’accoglienza non vi ostacola nessuna materia terrena per ricevere dello spirituale dalle regioni spirituali, e così rimarrete anche voi stessi attivi nello spirito, premesso che non cadiate indietro per propria colpa. La comprensione e l’incapacità sono due fattori, che stanno reciprocamente in contrasto, e malgrado ciò un uomo può arrivare alla comprensione, senza averne nel vero senso il Dono di poter giudicare chiaramente qualcosa che è al di fuori del suo sapere. All’uomo non è quasi data una viva rappresentazione dello Spirito di Dio, per quanto segua soltanto tutto ciò che promuoverà il risveglio della scintilla della vita interiore. Attraverso il forzato strappare dal terreno, lo spirito che sonnecchia nell’uomo irrompe attraverso l’involucro che lo circonda e si risveglia alla Vita, cioè ora opera molto potentemente nell’uomo. La semplice permanenza dei pensieri nello spirituale è il più grande aiutante dell’anima, perché ora le affluiscono inarrestabilmente delle Forze spirituali e fanno diventare sempre più viva l’attività dello spirito, ed un figlio d’uomo, che si dà ad ogni moto, che è guidato più vicino all’eterna Divinità, rimane intoccato dal potere oscuro e completa la sua corsa sulla Terra con vero successo, perché l’anima è diventata un vaso d’accoglienza dello Spirito divino ed una tale unificazione dello spirito con lo Spirito di Dio è la meta finale della vita sulla Terra. Tutte le aspirazioni su questa Terra sono per così dire delle vie morte per l’anima, questo agire non è minimamente di vantaggio per l’anima, solo quello che genera l’amore nell’uomo può essere di utilità per l’anima. La fede nella forza di tali opere buone può essere il motivo per la trasformazione interiore, perché se l’uomo esercita questa, allora gli giunge inconsapevolmente la Forza e la Grazia per continuare questo agire nell’amore, e l’anima ha trovato anche il contatto con il mondo spirituale. Quello che ora fa senza veramente conoscere il valore di tali opere d’amore, è presegnato per l’Eternità, e ad una buona opera presto ne seguiranno delle altre, perché chi ha l’amore, non lo perde mai più e formerà sé stesso anche senza la conoscenze delle Verità spirituali. Ora quell’uomo che aspira coscientemente alla nobilitazione del suo essere, lavorerà su di sé con imparagonabile fervore e, ben inteso, avvalendosi coscientemente delle buone Forze spirituale, sentirà un significativo alleggerimento nella vita terrena, che ha l’effetto sia spirituale come anche corporei. Per ogni uomo l’esistenza terrena rimane una lotta, ma dato che è concesso il Sostegno dall’eterna Divinità, questo dovrebbe anche essere possibilmente richiesto ed utilizzato, perché d’ora in poi gli esseri spirituali si curano della promozione di un’anima che chiede, mentre invece un viandante attraverso la vita terrena senza qualsiasi conoscenza spirituale, deve lottare molto più gravemente e generare in sé appunto una vigorosa forza d’amore, per poter fornire all’anima il necessario aiuto nella vita terrena. E se ora a voi uomini la via è appianata, affinché conquistiate facilmente il Regno dei Cieli, allora ricordate bene ed indagate e scervellatevi che cosa potrebbe ben essere la causa, che il Padre celeste vi assiste così provvidenzialmente e vi vuole proteggere da fallimenti e vie errate, ed in ciò riconoscete solo il Suo infinito Amore che abbraccia tutti gli uomini, e sappiate, che questo Amore non può mai e poi mai finire e che è sempre per voi, le Sue creature, e che questo Amore corteggia senza sosta le vostre anime, affinché possano ritrovare la via del ritorno a Lui, all’Onnipadre della Luce, dell’eterno Amore Stesso.

Amen