 
					In de nabijheid van de aarde houdt zich overwegend de wereld van de geesten op die door de duivel te zeer aan de materie gebonden waren en die daarom niet in staat zijn zich vrij te maken van de begeerte naar de goederen van de wereld.
Die zielen worstelen onafgebroken. Ze kunnen zich niet losmaken en ze vinden wederom niet de vervulling van hun begeerten. En daarom proberen ze zich voortdurend meester te maken van de wil van zwakke mensen en ze verleiden hen om de begeerten waardoor ze gekweld worden, uit te voeren. En zodoende brengen zulke geesten in de omgeving uitermate veel schade toe aan de zielen op aarde die zelf al te zeer tot zulke verlangens geneigd zijn. Ze zullen steeds gevaar lopen door zulke laagstaande krachten uit de geestenwereld in beslag genomen te worden, wanneer ze zichzelf niet inspannen om hun driften en begeerten de baas te worden. Dit kunnen ze wel, wanneer ze maar willen en wanneer ze uit het gebed de nodige kracht halen om weerstand te bieden en ze hun toevlucht nemen tot de goede geesten die zo'n verlangen maar wat graag vervullen. In de werkzaamheid van zowel de kwade als ook van de goede geesten is alleen al te herkennen welke macht al deze wezens eigen is, en dat het steeds aan de vrije wil van de mens is overgelaten van welke macht hij gebruik wil maken. Het ergste gevaar voor de ziel van de mens is de hang naar de wereld en haar goederen. Hiervan maken de geesten met dezelfde aard zeer goed gebruik. En het gevaar is altijd groter, hoe gewilliger de aardse mens erop ingaat, tot hij uiteindelijk zo verstrikt raakt in de boeien van zulke slechte wezens, dat hij zich er nauwelijks uit kan losmaken en dat steeds alleen de goddelijke genade hem bijstand kan verlenen, als hij er maar naar verlangt.
Hoe groot de gevaren van de verzoekingen voor de menselijke ziel ook zijn, de hulpvaardige wezens zijn nochtans in gelijke mate aanwezig. Alleen moet juist de eigen wil steeds werkzaam zijn om de verbinding met hen te zoeken en dan worden ze ook nooit zonder bijstand gelaten.
Want de Goedheid en Liefde van de hemelse Vader zorgt onafgebroken voor zijn schepselen en in korte tijd kan zich een totale verandering voltrekken van zo'n mens die op het wereldse belust is, zodat de pracht en de vergankelijke goederen van de wereld geen indruk meer op hem maken, omdat de ziel zich nu op haar eigenlijke bestemming gericht heeft en vanaf dat ogenblik de nietigheid van de aardse wereld inziet. Dan is ook de invloed van de kwade geesten heel gering doordat ze het verzet beseffen dat hun van die kant wordt geboden. Want een sterke beïnvloeding kan steeds alleen plaatsvinden, waar de wil van de mens hen tegemoet komt, nooit echter daar, waar tegen zulke zwakheden en begeerten uit vrije wil wordt gestreden.
Zo zal dan ook de geestenwereld aan gene zijde steeds geplaagd worden door tegenwerkingen en daardoor moet ze ook zelf een rijper inzicht krijgen en de nietigheid van de wereld leren begrijpen. Dit is des te moeilijker, hoe dieper ze nog in de boeien van de materie smachten. Toch zal ook voor hen het uur van de verlossing slaan, waartoe de mensen op aarde oneindig veel kunnen bijdragen wanneer zij in de geest deze wezens steeds weer proberen aan te tonen hoe nietig en hoe schadelijk alle aardse goederen zijn voor de ziel en hoe veel succesvoller een streven naar geestelijk goed is voor de ziel.
Amen
Vertaler 
					À la plus grande proximité de la Terre se tient surtout le monde spirituel que le démon retient fortement lié à la matière et qui donc ne peut pas se libérer de son avidité pour les biens du monde. C’est une lutte perpétuelle pour de telles âmes : elles ne peuvent pas se détacher et pourtant ne trouvent pas l’accomplissement de leurs désirs ; c’est ainsi qu’ils continuent à chercher à s’emparer de la volonté des hommes faibles et à les inciter à exécuter leurs désirs qui les tourmentent, et ainsi ces êtres spirituels dans l’environnement sont extrêmement nuisibles pour les âmes sur la Terre qui sont elles-mêmes trop enclines à de tels désirs.
Elles courront toujours le risque d’être possédés par de telles forces infâmes du monde des esprits s’ils ne s’efforcent pas eux-mêmes de maîtriser leurs pulsions et leurs désirs, ce qu’elles bien peuvent faire si seulement elles le veulent et si elles tirent la force nécessaire pour résister de la prière et se réfugient chez les bons esprits qui n’hésitent pas à répondre à un tel désir. Dans l’action des êtres spirituels, bons et mauvais, on peut déjà reconnaître le pouvoir propre à tous ces êtres et qu’il est toujours réservé au libre arbitre de l’homme de décider quel pouvoir il veut utiliser.
Le pire danger pour l’âme de l’homme est l’attachement au monde et à ses biens. Les êtres spirituels de la même espèce en tirent profite, et le danger est toujours plus grand au fur et à mesure que l’homme terrestre s’y engage, jusqu’à ce qu’il finisse par s’enchevêtrer dans les liens de tels êtres malignes, de façon qu’il peut difficilement se détacher et que seulement la Grâce divine lui peut aider si seulement il le demande. Aussi grands que soient les dangers des tentations pour les âmes humaines, dans la même mesure se trouvent sur place les êtres disposés à aider ; il faut simplement que la volonté propre soit toujours active pour rechercher le contact avec eux, et les âmes ne seront alors jamais laissées sans assistance.
Parce que la Bonté et l’Amour du Père céleste prend incessamment soin de Ses créatures, et en peu de temps, une transformation complète d’un tel homme avide du monde peut être accomplie, de sorte qu’il ne soit plus impressionné par la splendeur et les biens éphémères du monde, parce que l’âme s’est tournée vers sa véritable destination et reconnaît dès à présent la nullité du monde terrestre. Alors, l’influence des esprits mauvais est également très faible, parce qu’ils reconnaissent la résistance qui leur est opposée par ces âmes, parce qu’une forte influence ne peut toujours avoir lieu que là où la volonté de l’homme leur est favorable, mais jamais là où l’on lutte contre de telles faiblesses et désirs par libre arbitre.
Ainsi, aussi le monde des esprits de l’au-delà est constamment tourmenté par des résistances, et eux aussi doivent mûrir en ce qui concerne leur connaissance et comprendre la vacuité du monde, ce qui est d’autant plus difficile qu’ils languissent plus profondément dans les liens de la matière. Mais l’heure de la Rédemption sonnera aussi pour ceux-ci, à quoi les hommes sur la Terre peuvent infiniment contribuer s’ils essaient toujours de présenter mentalement à ces êtres combien tous les biens terrestres sont vains et nuisent à l’âme et combien l’aspiration au bien spirituel est plus fructueuse pour l’âme.
Amen
Vertaler