“En het Woord is vlees geworden”. Verneem de woorden van heil en geef ze door aan alle zoekenden, want in de belichaming van de Heer en Heiland op aarde geschiedde het wonderbaarlijke, het onvatbare: dat Gods heerlijkheid zich in het wezen van een mens verborg om alle wezens op aarde en in het heelal het licht te brengen. Want de toestand van de mensen was zeer duister. Het licht van het inzicht kon deze duisternis niet meer doordringen. Daarom legde God Zijn gehele wezen Zelf in de uiterlijke vorm van een mens en gaf er Zijn ganse volheid van licht aan om het grootste kwaad van de mensheid, de nacht van de geest, te verlichten en daardoor voor de ziel van de mens de weg vrij te maken tot het ware leven. Het ganse heelal met ontelbare levende wezens, van het kleinste schepsel tot het volmaaktste geestelijke wezen, buigt voor de heerlijkheid van God.
Het meest verheven en volmaakte goddelijke Wezen daalde af naar de aarde en leefde te midden van Zijn schepselen net zoals hen, als mens onderhevig aan alle natuurwetten. En voor Zijn gang over de aarde golden dezelfde bepalingen, die het bestaan van elk aards wezen van geboorte tot dood begeleiden. Een arbeidsintensieve jeugd in alle bescheidenheid en een vrome opvoeding door vrome ouders ontwikkelden de lichamelijke mens zodanig, dat de goddelijke Geest zich spoedig met deze uiterlijke mens verenigde en God in Zijn overvloed van licht Zijn intrek nam in dit menselijke lichaam, dat volledig volgens Zijn wil volmaakt geworden was. En nu werkte de Godheid op aarde tot zegen van de mensheid, tot verlichting van haar geest. Er bestond uiterlijk gezien geen wezenlijk verschil tussen Hem en Zijn leerlingen. Hij troonde menselijk gezien niet als koning boven hen, maar leefde als broeder midden onder broeders. Maar Zijn goddelijke Geest vervulde alles om Hem heen met licht en liefde.
De goddelijke Geest omvat het hele heelal. Maar in Zijn wezenloze oervorm werd Hij door de mensen niet herkend. Een gemoed kon nog zo bereidwillig zijn, het was niet in staat zich het begrip van God eigen te maken. Er ontstond een onoplosbare vraag die boven al het menselijke denken uitsteeg. En om die vraag op te lossen, om dit begrip voor de mensen aannemelijk te maken, belichaamde de eeuwige Godheid zich in een menselijke omhulling op aarde. De Geest van God, de essentie van al wat bestaat en in wording is, het uitgangspunt van elke scheppingsgedachte, het eeuwige licht, het Woord. En het Woord is vlees geworden.
O, schenk grenzeloze aanbidding aan deze Heiligste van de hemel en de aarde! Want de menswording van God omvat oneindige liefde voor alle schepselen van het heelal. Want geen enkel wezen bleef daardoor onberoerd. Waar de goddelijke Heiland zijn voet neerzette tijdens Zijn levensloop op aarde, daar opende zich de eeuwigheid en verspreidde een helder licht in de harten van de mensen die nog niet volledig in de macht van de duisternis waren.
Een dergelijk werk van goddelijke goedheid en barmhartigheid moest stralen en zich uitgieten over de zielen van degenen die in Zijn nabijheid verbleven. Het moest voor de mensen aanvoelen als een weldadige regen na maandenlange droogte. En alles moest herademen, aangezien het geen gevaar meer liep, in de brand van de innerlijke nood hopeloos te gronde te gaan. Voor deze korte tijd was er voldoende voor gezorgd dat mensen van alle volkeren in Gods nabijheid kwamen. Want de leer van Christus nam weliswaar haar aanvang waar de Heer verbleef, maar moest verspreid worden over de ganse aarde. De ene wonderbaarlijke gebeurtenis volgde op de andere en in vele mensenharten werd het Woord van God levend. Want de Geest van God gaf hun de kracht om tot inzicht te komen.
Maar zoals het boze in voortdurende strijd verwikkeld is met het goede, zo was er ook een voortdurende strijd tussen de aanhangers van de oude leer en die van de zuivere leer van Jezus Christus. En deze strijd was toegelaten om het werk van de menswording te voltooien.
Amen
Vertaler“E la Parola Si E’ fatta carne.... “ Ascolta le Parole della Salvezza, e dalle di nuovo a tutti coloro che cercano, perché nell’Incorporazione del Signore e Salvatore sulla Terra è avvenuta la Meraviglia, l’Inafferrabile, che la Magnificenza di Dio Si E’ celata nell’essere di un Uomo, per portare la Luce a tutti gli esseri sulla Terra e nel Cosmo. Perché lo stato degli uomini era molto oscurato, la Luce della conoscenza non poteva più penetrare attraverso questa oscurità. Perciò Dio Stesso ha posto tutto il Suo Essere divino nella forma esteriore di un Uomo e vi ha messo tutta la Sua Pienezza di Luce, per illuminare il più grande male dell’umanità, la notte dello spirito e con ciò liberare la via all’anima dell’uomo per la vera Vita. Tutto il Cosmo con innumerevoli esseri viventi, dalla più piccola creatura fin su all’essere spirituale più perfetto, si chinano dinanzi alla Magnificenza di Dio. L’Essere divino più maestoso e più perfetto E’ disceso sulla Terra in mezzo alle Sue creature ed ha vissuto come loro, sottomesso come Uomo a tutte le leggi della natura, e per il Suo corso terreno valevano le stesse norme, che accompagnano l’esistenza di ogni essere terreno, dalla nascita fino alla morte. Una gioventù laboriosa nella piena modestia ed un’educazione nel temere Iddio attraverso genitori che temevano Dio, formavano l’Uomo corporeo in tale forma, che presto lo Spirito divino si E’ unito con quest’Uomo esteriore e Dio in tutta la Sua Pienezza di Luce ha preso dimora in questo Corpo umano che è diventato perfetto secondo la Sua Volontà, ed ora la Divinità agiva sulla Terra per la Benedizione dell’umanità, per l’illuminazione del loro spirito. Non esisteva nessuna differenza essenziale esteriormente fra Lui ed i Suoi discepoli. Egli non troneggiava umanamente come Re su di loro, ma viveva come Fratello in mezzo a fratelli. Ma il Suo Spirito divino colmava tutto intorno a Lui con Luce ed Amore Lo Spirito divino abbraccia tutto il Cosmo. Ma non veniva riconosciuto dagli uomini nella Sua Figura Ur inesistente. Un animo per quanto volenteroso non era in grado di far suo il concetto Dio, sorgeva una questione irrisolvibile che andava oltre ogni pensare umano, e per risolvere la questione, per formare questo concetto accettabile per gli uomini, l’eterna Divinità Si E’ incorporata, lo Spirito di Dio, il Simbolo di ogni essere e divenire, era l’Origine di ogni Pensiero di Creazione, l’eterna Luce, la Parola, in un Involucro umano sulla Terra. E la Parola Si E’ fatta carne. Oh illimitata adorazione a questo Santissimo del Cielo e della Terra! Perché la Divenuta Uomo di Dio abbraccia l’infinito Amore per tutte le creature del Cosmo, perché nessun essere ne è rimasto intoccato. Ovunque il divino Salvatore ha posto il Suo Piede durante il Suo Cammino sulla Terra, là si è aperta l’Eternità ed ha diffusa una chiara Luce nei cuori degli uomini, che non erano ancora del tutto nel potere dell’oscurità Una tale Opera della Benignità divina doveva irradiare ed effondersi sulle anime di coloro che dimoravano nella Sua Vicinanza. Doveva venire sugli uomini come una pioggia benevola dopo una siccità durata mesi, e far sospirare di sollievo tutto, dato che non correva più pericolo di soccombere senza speranza nell’incendio della miseria interiore. Per questo breve tempo era provveduto a sufficienza, affinché degli uomini di tutti i popoli venissero nella Vicinanza di Dio, perché la Dottrina di Cristo ha avuto bensì la sua origine là, dove dimorava il Signore, ma doveva essere diffusa su tutta la Terra. Un avvenimento meraviglioso dava il cambio ad un altro, e la Parola di Dio diventava vivente in molti cuori d’uomini, perché lo Spirito di Dio dava loro la Forza per riconoscere Ma come il male è in costante lotta contro il Bene, così era anche una sempre continua lotta fra i seguaci della vecchia dottrina e di coloro della pura Dottrina di Gesù Cristo. E questa lotta era concessa, per compiere l’Opera della Divenuta Uomo.
Amen
Vertaler