8574 De vergeestelijking van het lichaam van Jezus

29 juli 1963: Boek 90

Maar anders is het gesteld met het lichaam van Jezus Christus, dat geheel vergeestelijkt opstond uit de dood en dat als zichtbaar omhulsel van Mij zelf bleef bestaan om eeuwig voor de door Mij geschapen wezens een zichtbare God te zijn en te blijven.

Dit lichaam van Jezus was wel eveneens aardse materie, maar het was eens door goddelijke kracht verwekt. Het waren eveneens geestelijke substanties welke de aardse moeder van Zijn lichaam had voortgebracht en die zich in hun eisen, driften en ook zwakheden instelden op hun omgeving, die dus door de hen omringende materie beïnvloed werden, zodat het verlangen van het lichaam net zo was gericht als dat van andere mensen. Het lichaam reageerde dus op alle verzoekingen van buitenaf, maar steeds weer bood het weerstand aan al deze verzoekingen door de wilskracht van Jezus.

En dit vereiste een voortdurende strijd. Het vroeg een voortdurende bereidheid om in liefde werkzaam te zijn, omdat Jezus ook alle substanties wilde verlossen die door Zijn mens-zijn in verbinding waren getreden met Zijn ziel, maar die geen gevallen oer-geest toebehoorden, doch wat een scheppingswerk mijnerzijds is geweest, waartoe Ik de mens had uitgezocht die in staat was in de door God gewilde ordening een mens te baren die dan dus de substanties van deze in zich droeg, die voor Hem nu ook het lichamelijk omhulsel vormden. Die ook verlost moesten worden, maar deel bleven uitmaken van de ziel die daarin geborgen was.

Begrijp, dat het lichaam van Jezus en het lichaam van Maria rein waren en zonder zonde verwekt. Maar ze namen verblijf in een zondige wereld en bleven daarom ook niet verschoond van de verleidingen van deze wereld. Ze moesten zich daarin waarmaken. Ze moesten een nog hardere strijd voeren tegen zulke verleidingen, omdat mijn tegenstander zich nog kon uiten door de materie, omdat hij door alles wat een zuivere ziel omringde, gelegenheid had invloed uit te oefenen. En zijn werkzaam zijn bestond uit de meest verschillende verzoekingen, waaraan ieder mens is blootgesteld. En het strijden hiertegen is de opgave van ieder mens.

Dit zal voor u mensen nog onbegrijpelijk zijn, maar steeds zult u mogen geloven dat de totale vergeestelijking van zowel het lichaam van Jezus, als ook dat van Maria is gelukt. Dat Jezus echter als enig Wezen Zijn omhulsel meenam naar het geestelijke rijk en het behield, omdat Ik voor alle door Mij geschapen wezens tot een zichtbare God wilde worden en de algehele vereniging van lichaam en ziel met Mij had plaatsgevonden, die ook nooit meer kan worden opgeheven.

Dat er aan de ziel van Jezus nog veel geestelijks kleefde dat niet verlost was en dat haar in het nauw bracht, staat eveneens vast. En dat daarom de strijd van Jezus tegen deze duistere machten heel zwaar is geweest, wordt ook steeds weer benadrukt. Want deze krachten probeerden Hem in opdracht van mijn tegenstander ten val te brengen. En zo heeft Jezus ook moeten strijden tegen zulke verzoekingen, die nooit van Zijn eigen lichaam uitgingen, maar van de kant van die duistere macht werden uitgeoefend, die zich bediende van alles wat buiten Hem stond en wat de mens Jezus omgaf, om Hem te verleiden. En daarom had Hij onmetelijk te lijden en moest Hij strijden tegen kwellingen van allerlei aard, ondanks Zijn reine lichaam zonder zonden.

Maar Hij heeft ook veel van het onrijpe geestelijke verlost, dat dan ook het laatste rijp worden als mens op aarde mocht meemaken. En deze mensen waren dan ook vaak erkentelijk bij hun duidelijke stellingname ten opzichte van Jezus en tijdens een leven in navolging van Jezus. Dat Zijn strijd gemakkelijker zou zijn geweest vanwege Zijn reine lichaam zonder zonden, mag nooit worden aangenomen. Want er kleefde genoeg onrijp geestelijks aan Zijn ziel, dat Hij niet eenvoudigweg mocht afschudden, maar dat Hij ook wilde verlossen om het te helpen op zijn verdere ontwikkelingsweg.

Maar dat Zijn eigen lichaam in totaal vergeestelijkte staat ook deel werd van de ziel en dat bleef, moet voor u mensen evenzo geloofwaardig zijn. Want mijn verblijf in een mens vereiste al deze ongewone voorwaarden, evenals een zuiver geestelijke verwekking en het gebeuren van Zijn geboorte, dat ongewoon was en goddelijk werkzaam zijn verried. Toch was Jezus een mens en Zijn strijd en de vergeestelijking van alle lichamelijke substanties vonden op dezelfde wijze plaats als bij alle andere mensen: liefde en leed brachten haar tot stand en steeds zullen liefde en leed nodig zijn voor de algehele vergeestelijking van de mens op aarde.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in de volgende themaboekjes:
Themaboekje Titel Downloaden
110 Jezus Christus ePub   PDF   Kindle  
117 Jezus Christus als mens en als God ePub   PDF   Kindle  
152 Jesus Christus ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations