De geestelijke toestand van de mensen hindert hen om de waarheid als zodanig te herkennen. En daarom is het een moeilijk werk om de waarheid voor hen toegankelijk te maken. Het is moeilijk om hun het evangelie te prediken. Dat wil zeggen de goddelijke leer van de liefde dichter bij hen te brengen, want ze zullen daar steeds de wereld en haar eisen tegenoverstellen en deze voor belangrijker houden. En onder zulke voorwaarden ontbreekt het hen aan elk begrip voor een geestelijk streven. Het enig belangrijke wordt voor dwaasheid of fantasie aangezien en dat is al een bewijs voor in hoeverre de mensen van de eeuwige Godheid verwijderd zijn. Hoe gebrekkig de toestand van hun ziel is.

En dit is verder een bewijs voor hoe vreemd het woord van God ook voor de mens is. Ze erkennen dit alleen maar als mensenwerk. Hun geloof is bijna geen geloof meer te noemen. Ze herhalen enkel de woorden, zonder dat de betekenis van deze woorden duidelijk voor hen wordt. En daarom kunnen deze woorden ook niet levend en dus ook niet werkzaam worden. Als deze mensen redding gebracht moet worden, dan moeten ze zich eerst genoodzaakt zien om afstand te doen. Hun moet gelegenheid gegeven worden om stelling te nemen tegen geloofsleren, zodat ze duidelijk uitspreken, wat ze afwijzen of waar ze aanstoot aan nemen.

Zodra de mens zich vergist, moet zijn opvatting gecorrigeerd worden, want hij zal alleen maar door rede en tegenspraak te overtuigen zijn. Een tegenstander laat zich nog eerder tot andere gedachten brengen, dan dat een mens tegen zijn wil het evangelie in overweging neemt, want de bereidheid om het aan te horen, moet in ieder geval aanwezig zijn.

Maar puur wereldse mensen te bekeren, blijft meestal zonder resultaat. Aan elke geestelijke aanwijzing wordt onwillig voorbijgegaan en zodoende zal het wereldse mensendom toch de opperheerschappij behouden. En maar weinig mensen streven naar het rijk van God. Want de ver van God verwijderde toestand zorgt ervoor dat deze niet in staat zijn om dat te beoordelen, wat dichter bij hen gebracht wordt.

Maar zodra ze zich in de liefde oefenen, verminderen ze de afstand tot God en dan is voor menigeen begrijpelijk, wat ze eerder niet konden begrijpen. En daarom moet de mensen als eerste de liefde onderwezen worden. Ze moeten aangespoord worden om dit eerste en belangrijkste gebod in acht te nemen en pas dan zullen ze begrip hebben voor het woord van God. Want als ze in de liefde leven, komt God hen in het woord nabij en het is Zijn kracht dat de geest van de mens verlicht wordt. Dat hij nu via de gedachten binnendringt in de betekenis van het woord en hij zich nu positief opstelt ten opzichte van de goddelijke leer van de liefde. Deze is nu gered uit de nood van de ziel. Hij heeft door zijn werkzaam zijn in liefde de afstand tot God verminderd en moet dus ook tot inzicht komen.

Amen

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.