B.D.-Nr. 2251

Leed en ellende zijn een bewijs van de liefde van God

De Heer leidt degene die Hij liefheeft door veel ellende en leed om hem te louteren, zolang hij nog op aarde verblijft. En denk hieraan, als Hij u leed oplegt, dat u ondraaglijk lijkt. Hij heeft in Zijn wijsheid werkelijk het beste voor u gekozen, ook als u het op aarde niet kunt begrijpen, maar uw ziel bedankt Hem vurig, als ze het aardse leven beëindigd heeft. Want dan herkent ze ook, hoeveel verder ze gekomen is door de lijdensweg, die voor haar op aarde bepaald werd. Het is maar een korte tijd, dat u over de aarde gaat, maar het leven in de eeuwigheid is eindeloos. En het leven in gelukzaligheid is waarlijk het lijden waard, dat de mens op aarde door moest maken.

Wie daarentegen op aarde verschoond blijft van allerlei soorten ellende, die moet een veel moeilijker weg afleggen in het hiernamaals, want de ziel moet zich in het hiernamaals eerst van afvalstoffen ontdoen en dit vergt een veel langere tijd en een enorme moeite. Het aardse leven is rijk aan genaden en elk leed, elk verdriet is in zekere zin een genade, die de ziel helpt opwaarts te gaan. Het is een middel, waarvan God Zich bedient, dat veel succesvoller is dan de goddelijke leringen zijn, als daar geen aandacht aan geschonken wordt. Er moet acht geslagen worden op het leed en dit brengt de eigenlijke verandering van het denken tot stand.

Maar een zorgeloos aards leven laat de mensen steeds oppervlakkiger worden, omdat de vreugden van het leven alle geestelijke kennis en geestelijke verlangens overstemmen en de mens zich steeds meer van God vervreemdt. Want het is beslist waar dat het lijden dichter bij God brengt, vooropgesteld dat de mens niet zo ver van God af staat, dat hij ook tijdens het lijden niet aan God denkt of Hem geheel afwijst.

Op dit moment staat de hele wereld ver van God af en daarom erkent ze ook dat lijden niet als een goddelijke zending of toestemming. En dat brengt God ertoe om nu nog merkbaarder in te grijpen en de mensen uit de rust van hun ziel wakker te schudden. Hij moet hun nog meer leed sturen. Hij moet daar een handje helpen, waar de mensen in het grote gevaar verkeren, dat ze niet meer aan hun eigenlijke doel denken, maar hun heil enkel en alleen daar zoeken, waar de tegenstander van God werkzaam is: in de vreugden van de wereld. En dat wil God ver van u weghouden en daarom moet u het leed op u nemen en geduldig alles verdragen, wat God u tot uw zegen laat overkomen.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.