B.D.-Nr. 2242

Het jongste gericht

De demon van de haat en de liefdeloosheid vergiftigt de wereld en dit betekent het begin van de geestelijke ondergang, het geestelijke verval. Het betekent zowel de geestelijke, als aardse ondergang. Wat volledig tot liefdeloosheid geworden is, moet voor eeuwig als verloren beschouwd worden. Dat wil zeggen dat het op aarde niet het eeuwige leven kan verwerven, maar de dood. Dus volledige levenloosheid is zijn lot voor eeuwige tijden. Bijgevolg is de aarde als verlossingsstation voor dit geestelijke onnodig geworden, omdat het geen mogelijkheid gebruikt heeft. En daarom wordt de tijd van verblijf voor het geestelijke op aarde beëindigd. Een tijdperk van verlossing vindt haar einde, zoals dat in het woord en geschrift verkondigd is.

Een duizenden jaren durende ontwikkelingsperiode eindigt met een gericht. Met een scheiding van het verloste en het niet verloste. Van wat op God gericht is en van wat heel ver van God afstaat. God richt Zijn schepselen. Dat wil zeggen dat Hij uiteindelijk de Zijnen scheidt van de aanhangers van de satan. Hij geeft eerstgenoemden een vrij leven in gelukzaligheid en bindt de tegenstanders opnieuw in de vorm. In de materie, waar zij naar verlangden en daardoor God vergaten, dus zich geheel van Hem vervreemden.

Het zijn de levenden en de doden, die nu gericht worden. Die hun loon en hun straf naar Zijn woord ontvangen van God, want God is rechtvaardig en Hij deelt naar verdienste uit. Degenen, die God herkend hebben, die Hem liefhebben en Zijn wil vervullen, zullen leven. Maar degenen, die Hem niet erkend hebben en zich naar Zijn tegenstander toegekeerd hebben en wier leven alleen maar liefdeloosheid was, zullen tot de eeuwige dood verdoemd worden.

God heeft wel een eindeloos geduld met Zijn schepselen en Hij schuift de dag nog steeds vooruit. Maar Zijn geduld wordt niet gewaardeerd door de mensheid, die God niet erkent, die het aan elk geloof in een strafgericht van God ontbreekt en elke verwijzing hiernaar blijft tevergeefs. En zo zal het onverwachts komen voor die mensen, die geen geloof hebben en het zal de grootste ontsteltenis teweegbrengen. Maar het zal de gelovigen redding brengen in de grootste nood, want ze verkeren, ter wille van hun geloof, in de ergste nood. En de scheiding moet nu plaatsvinden, omdat er voor de ongelovigen, die er in de volste liefdeloosheid op los leven, geen mogelijkheid tot verbetering meer is. Want elke eerdere beproeving, elk lijden en elke aardse nood zijn zonder succes gebleven en de macht van de satan over deze mensen is enorm, want ze zijn hem toegenegen en staan de gelovige mensen naar het leven.

En dit is de tijd van het volledige verval, die aan het gericht voorafgaat. Het betekent het einde van de huidige aarde en is het begin van een nieuwe tijdperiode, die geestelijk buitengewoon betekenisvol is, omdat God het kwaad opnieuw voor ondenkbaar lange tijd geketend zal houden.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.