0951 Het leven is een strijd – Woorden van de Vader – Twijfel

7 juni 1939: Boek 18

Om voortdurend de verbinding met de goddelijke Heer en Heiland te vinden, is het voldoende om onder het aanroepen van Zijn naam in zichzelf af te dalen en elke andere gedachte zal uit het hart verdwijnen. De weg naar het eeuwige leven te gaan, vereist wel zelfoverwinning en daarom ook grote liefde voor de Heer.

(7 Juni 1939) Het leven is een strijd en wie sterk is, zal als overwinnaar uit deze strijd tevoorschijn komen. Niemand kan dit echter uit eigen kracht. Hij moet de hulp van God onophoudelijk afsmeken. Hij moet een voortdurend verlangen hebben naar de genade van boven, maar dan zal hij alle verzoekingen kunnen weerstaan en sterk en onoverwinnelijk zijn.

De geestelijke muur, die jullie zelf door een te zwak geloof bouwen, is een moeilijk te overwinnen hindernis. Elke twijfel stapelt zich weer op en het licht kan moeilijk door deze zelf gebouwde muur dringen. De stenen moeten onvermoeibaar weggenomen worden, opdat de hindernis verwijderd wordt. En dit gebeurt enkel door innig gebed tot de hemelse Vader. Want het gebed bewijst het geloof en dit moet nu tegenover de twijfel of het zwakke geloof gezet worden. Alleen zo is de mens in staat om zich zo te versterken, dat het gemakkelijk voor hem is om de hindernis te verwijderen. Alleen mag de wil niet verslappen en de verbinding met de Vader moet in stand blijven. En zo stuurt de Vader jou vandaag, tot versterking van jouw geloof, Zijn woord:

Zalig zijn degenen, die naar Mij verlangen. Het moment zal komen, waar Mijn nabijheid hun duidelijkheid zal geven. Het levende woord te horen, laat alle twijfel verstommen, en in de nacht van het ongeloof straalt steeds een ster, die naar het licht wijst. Begrijp daarom, wat Ik je vertel: Ik verlang naar je, want je bent sinds eeuwigheid van Mij. Ik stuur jou Mijn boden om jou naar huis te halen in het vaderhuis en Ik geef je spijs en drank, opdat de weg voor jou niet te lastig wordt.

En Mijn liefde is jouw voortdurende geleide. Ga daarom vastberaden verder op de weg, die naar Mij leidt. Ik verwacht je en sta je bij in alle nood, maar je mag nooit terugkijken of wankelmoedig worden. Je blik moet alleen maar voorwaarts gericht zijn, het licht tegemoet. En wanneer jouw ziel verblind is en de weg je donker lijkt, strek dan alleen maar de handen verlangend uit, opdat Ik ze grijp en jou door de duisternis heen weer op de zonnige weg leid, die steeds alleen naar Mij leidt.

Kijk, Ik sta aan het einde van de weg. Als je deze weg uit eigen aandrang hebt afgelegd, zodat je dicht bij Mij bent, dan heb je overwonnen. Maar de wolken, die jouw weg soms nog versluieren, vorm je zelf. Je ziet Mij niet achter deze wolken, die immers alleen maar de twijfelende gedachten in je hart zijn. Verjaag deze, want ze moeten aan jouw wil gehoorzamen. En stralend licht zal weer schijnen en jou naar Mij leiden. En denk aan Mijn eeuwigdurende zorg om Mijn kinderen. Ik laat er geen in de nood van hun ziel en ken toch altijd hun zorgen. Vrees daarom niet en zoek Mij en Ik wil Mij door jou laten vinden.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations