0914 Ketenen van de ziel – Toestand van lijden – Saulus-Paulus

14 mei 1939: Boek 18

Het is het verlangen van de ziel om van alle leed ontheven te zijn, want zolang ze nog aan aardse goederen hangt, bevindt ze zich in een geketende toestand. Enerzijds heeft ze een verlangen naar dat laatste en creëert ze zo voor zichzelf de haar bedrukkende toestand. Maar aan de andere kant verlangt ze vurig naar de uiteindelijke bevrijding en is ze dankbaar voor elke hulp, die het bevrijden van haar ketenen betreft. En zo is het elke keer haar eigen wil of ze toegeeft aan het verlangen naar aardse goederen of hier van af ziet. En dienovereenkomstig zal ook haar toestand meer of minder vrij zijn.

Maar als ze nu eerst eenmaal gemerkt heeft hoeveel gemakkelijker en vrijer ze zich voelt als ze haar verlangens beteugelt en er vrijwillig afstand van neemt, dan is ook haar wil sterker. En nu streeft ze bewust naar deze vrijere toestand, want er treedt nu een duidelijke verandering op en er staan haar nu ook de goede geestelijke krachten ter beschikking. Deze krachten proberen het streven van de ziel te vergroten, doordat ze alle geestelijke voordelen voor de ziel voorop zetten en er steeds alleen maar op bedacht zijn om het verlangen naar aardse goederen, naar de materie, af te zwakken en om het gevoel voor geestelijke waarheden wakker te houden. En zo kan een totale verandering waargenomen worden. Uit een Saulus kan een Paulus ontstaan. En een ziel, die zich tot nu toe volledig wijdde aan aardse genoegens, ontzegt zich al deze genoegens en spant zich nu alleen nog maar in om te voldoen aan de geestelijke opdracht.

Zo’n verandering is steeds een gevolg van een voorafgegane ontsteltenis van de ziel. Er kan aards leed aan voorafgegaan zijn. Maar het plotseling inzicht kan ook het gevolg zijn van een innig gebed, dat door een medemens in liefde voor deze ziel tot de Vader van het heelal omhoog gestuurd werd om de ziel bij te staan in de strijd op aarde. In de strijd voor het leven in de eeuwigheid, want zo’n gebed werd volledig zonder eigenbelang naar de hemelse Vader omhoog gestuurd en heeft dus al de kracht in zich, omdat liefde de beweegreden was.

De liefde moet nu voor het mensenkind een verlossend effect hebben. En de ziel wordt dit heel goed gewaar. Ze ondervindt de verlichting en het wordt nu ook gemakkelijker voor haar om op de ingeslagen weg voort te gaan, want ze herkent de weldaad en wordt nu ook vanuit zichzelf werkzaam. Het streven van de ziel zal alleen nog maar het geestelijke leven betreffen. En alle materie zal ze voortaan de strijd aanzeggen, en ofschoon ze als mens hier nog veel te vaak mee in aanraking komt, zal ze hier nu opgewekt afstand van doen en alleen nog maar voor de bevrijding van haar ketenen leven, in het besef, dat dit van de grootste noodzaak is en dat haar leven op aarde alleen dit streven moet betreffen.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations