Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

Gli istinti degli stadi antecedenti determinanti per il carattere

La presente fase dell’esistenza umana è in qualche modo identica allo stato dello spirituale in ogni forma esteriore, e cioè l’essenziale ha sempre la lottare contro le resistenze, che sono presenti in lui ancora potentissimamente, in modo che l’uomo deve combattere nell’esistenza terrena contro gli istinti cattivi in lui. Ora sono sviluppati in modo particolarmente forte, più l’essenziale ha avuto l’occasione, di sfogarsi in uno stadio antecedente. Questi istinti degli stadi antecedenti ora imprimono all’essenziale il suo timbro, cioè ora l’uomo ha da combattere particolarmente vigoroso contro tali istinti, mentre quell’uomo, che ha eseguito dapprima volenterosamente il suo compito e di conseguenza si trova già in un certo stato di maturità, si rallegra di un cammino di vita più leggero. La volontà di servire rende l’essenziale relativamente libero, anche se è ancora racchiuso in un involucro. E questo essenziale ora senza resistenza vivrà in una forma, che porta già nell’esteriore il contrassegno della volontarietà dell’essere. Quindi la forma esteriore sarà sempre così che da ciò si possa già dedurre il grado di maturità dell’anima.

Nell’incorporazione come uomo ora si raggrupperanno sempre delle sostanze animiche, che hanno lo stesso modo d’essere; di conseguenza sarà ora anche la lotta sulla Terra, perché si sono riunite molte sostanze animiche ed influenzano l’essere precisamente nello stesso modo come nella forma precedente. Se l’essere impara più velocemente le manchevolezze, meno resistenza oppone e quindi può essere paziente, volenteroso e diligente già negli stadi antecedenti. Ma se conserva in sé un istinto, allora anche come uomo avrà da soffrire sotto lo stesso, e questo è determinante per il suo carattere.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

De aandriften van de voorstadia zijn bepalend voor het karakter

De huidige fase van het menselijke bestaan is ongeveer dezelfde als de toestand van het geestelijke in elke uiterlijke vorm en steeds zal het wezenlijke wel met tegenstand, die nog heel invloedrijk in hem aanwezig is, moeten strijden, zodat de mens dus tijdens het aardse bestaan moet strijden tegen deze boze aandriften. Deze zijn nu buitengewoon sterk ontwikkeld, naarmate het wezenlijke in een voorstadium meer gelegenheid had om uit te razen.

Deze aandriften van de voorstadia drukken nu ook hun stempel op het wezenlijke. Dat wil zeggen dat de mens nu bijzonder sterk tegen zulke aandriften moet strijden, terwijl de mens, die eerst gewillig zijn taak uitgevoerd heeft en zich bijgevolg nu al in een bepaalde staat van rijpheid bevindt, zich in een makkelijkere levenswandel verheugt.

De wil om te dienen maakt het wezenlijke overeenkomstig hiermee vrij, ook wanneer het nog door een omhulsel omsloten is. En dit wezenlijke, dat zich niet verzet, zal nu een vorm bewonen, die ook naar buiten toe het kenmerk van de bereidwilligheid van het wezen draagt. De uiterlijke vorm zal steeds zo zijn, dat men al daaraan de rijpheidsgraad van de ziel concluderen kan.

In de belichaming als mens zullen zich nu steeds zulke zielensubstanties verenigen, die dezelfde wezenlijke aard hebben. Maar de strijd op aarde zal nu ook overeenkomstig daarmee zijn, want er verenigden zich vele zielensubstanties en die beïnvloeden het wezen precies op dezelfde manier als in de vorige vorm. Hoe eerder het wezen de gebreken leert overwinnen, des te minder weerstand biedt het en het kan dus al in de voorstadia geduldig, bereidwillig en ijverig zijn. Als het echter een aandrift behoudt, dan zal het ook als mens onder deze aandrift te lijden hebben en dit is bepalend voor zijn karakter.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Peter Schelling