• Indietro

Le Rivelazioni - L’esaudimento delle precondizioni

Le più profonde profondità della Sapienza divina si dischiudono all’uomo terreno che ne ha il desiderio e che osserva i Comandamenti di Dio. Non vi è nulla che gli rimanga nascosto, perché Dio non pone dei limiti finché l’uomo stesso non se ne tracci, mentre cessa il suo desiderio. Quello che Dio dà, è prezioso oltre ogni misura, rimane esistente in tutta l’Eternità, è un patrimonio spirituale e perciò imperituro. Anche se si tratta di cose terrene, cioè di cose materiali, quindi delle Creazioni che hanno come sostanza di base la materia terrena, il sapere su ciò fa parte comunque anche del campo dello spirituale, perché ogni Creazione terrena ha anche il suo significato spirituale. Per poter afferrare tutto ci vuole un ammaestramento da parte di esseri spirituali sapienti, che in instancabile pazienza e perseveranza si sono dati il compito di iniziare l’uomo non sapiente, di dargli quindi la conoscenza dell’Agire ed Operare di Dio. Ma per essere ricettivo per le trasmissioni di quegli esseri, è necessario l’esaudimento di certe pre-condizioni. Quindi, gli uomini potrebbero attingere senza sosta da un Pozzo, che darebbe costantemente l’Acqua più chiara, ma pochi uomini soltanto adempiono le condizioni per accogliere dalla Mano divina del Padre la Bevanda che Dio Stesso offre loro. Quello che Dio dà, è il patrimonio più profondo, più puro, più nobile, e perciò ha anche un valore per l’Eternità. Chi vuole ora accogliere il Dono divino, deve portare un grande sacrificio. Dapprima deve rinunciare ad ogni desiderio per dei beni futili. Solo in uno spazio vuoto comprensibilmente può essere messo qualcosa. Come un foglio libero, non scritto, l’uomo deve custodirsi da delle esteriorità. Deve bensì affermare un Essere eterno, sublimemente perfetto, ma basta la fede, quando viene profondamente percepito e convinto nel cuore. Allora Dio gli rivelerà delle Sapienze, che degli insegnanti terreni non possono mai dargli così chiaramente, ed il successo di ciò sarà che della Luce più splendente circonda l’uomo, cioè sta nel sapere più profondo, e questo non stando lontano da Dio, ma lo ha ricevuto in strettissimo collegamento con Lui e con ciò è diventato portatore di Sapienza e Forza divine.

Amen

Openbaringen – Voldoen aan de voorwaarden

De diepste diepten van de goddelijke wijsheid ontsluiten zich voor de aardse mens, die het verlangen hiernaar in zich draagt en Gods geboden onderhoudt. Er is niets wat voor hem verborgen blijft, want God stelt geen grenzen, zolang de mens zelf de grens niet trekt, doordat zijn verlangen ophoudt.

Wat God geeft, is mateloos waardevol. Het blijft tot in alle eeuwigheden bestaan. Het is geestelijk goed en daarom onvergankelijk. Ofschoon het ook aardse zaken betreft, dat wil zeggen materiële zaken, dus scheppingen die aardse materie als grondstof hebben, zo behoort de kennis toch ook tot het gebied van het geestelijke, want ook elke aardse schepping heeft haar geestelijke betekenis.

Om alles te kunnen begrijpen, is er een onderricht nodig van de zijde van de wetende geestelijke wezens, die met onvermoeibaar geduld en doorzettingsvermogen het tot hun taak maken om de onwetende mens in te wijden. Hem dus kennis geven van het werkzaam zijn en besturen van God. Maar om tot het opnemen van deze overdrachten in staat te zijn, moet er aan bepaalde voorwaarden voldaan worden. De mensen zouden dus zonder ophouden uit een bron kunnen putten, die voortdurend het zuiverste water zou geven. Maar slechts weinig mensen voldoen aan de voorwaarden om de drank, die God Zelf hun aanbiedt, uit de goddelijke vaderhand in ontvangst te nemen. Wat God geeft, is het diepste, zuiverste en edelste goed en daarom heeft het ook eeuwigheidswaarde.

Wie het goddelijke geschenk in ontvangst wil nemen, moet een groot offer brengen. Hij moet eerst afstand doen van elk verlangen naar de onbelangrijke goederen van de wereld. Pas in een lege ruimte kan begrijpelijkerwijs iets opgeslagen worden. Het hart van de mens moet ook een leeg, onbeschreven blad zijn. Maar dan moet de mens zich hoeden voor uiterlijkheden. Hij moet ook een eeuwig, hoogst volmaakt Wezen aanvaarden, maar het is voldoende als hij diep in het hart werkelijk en overtuigend gevoeld wordt.

Dan zal God hem wijsheden openbaren, die een aardse onderwijzer hem nooit zo helder zou kunnen beschrijven en het resultaat hiervan zal zijn, dat de mens door steeds stralender licht omgeven wordt. Dat wil zeggen dat hij de diepste kennis heeft en dit niet op verre afstand van God, maar het in de nauwste verbinding met Hem van God ontvangen heeft en hij daardoor drager van goddelijke wijsheid en kracht geworden is.

Amen