• Indietro

L’invocazione rivolta a Dio è la garanzia per la Verità

All’uomo vuole sembrare relativamente difficile di riconoscere il giusto, finché vuole giungere alla conoscenza della Verità solo con l’intelletto. Qualunque cosa l’uomo faccia, se deve portare al giusto successo, allora Dio non deve mai Essere escluso. Quindi, l’uomo non può stare nel giusto pensare, se non invoca Dio, come la Verità Stessa, per la Sua Protezione, per la Sua Grazia. Perché anche se non si lascia coscientemente alle forze maligne, queste faranno comunque sempre valere la loro influenza e lo possono anche fare, finché a loro non viene opposta la Volontà per Dio ed il desiderio per la Verità. Perciò l’uomo che crede di poter risolvere importanti problemi spirituali senza Dio, starà sempre sotto l’influenza di forze maligne, perché la loro meta è di scacciare dal mondo la Verità, che vogliono confondere tutto con la menzogna e l’errore, per sbarrare la via verso Dio. La lotta del male contro il Bene, è immensa, e la lotta può condurre alla vittoria solamente, se Dio Stesso viene invocato per l’Assistenza. Perciò, l’uomo che cerca veramente, non sarà nemmeno mai soddisfatto con il risultato della ricerca del suo intelletto, perché la sua anima sente che non ha ancora trovato la cosa giusta, e cerca di rendergli comprensibile lo stato imperfetto, perché Dio non lascia senza Aiuto un uomo che cerca seriamente. Egli cercherà sempre di nuovo di portargli vicino la Verità, soltanto l’Amore di Dio deve anche essere riconosciuto. L’uomo dev’essere disposto a sottoporre ad un esame anche quello, che finora non corrisponde al percorso dei pensieri. La sua volontà non dev’essere così forte da non essere accessibile per nessun insegnamento e di credere di aver concluso il suo sapere. Ed un solo pensare d’intelletto non è mai una garanzia per la pura Verità; ma se questo pensare viene affidato a Dio, se l’uomo prima di risolvere questioni spirituali stabilisce coscientemente il collegamento con Dio, può accettare con pienissima convinzione le conoscenze ora conquistate come Verità, perché Dio come l’eterna Verità lo protegge dall’accettazione dell’errore. Gli sarà anche facile la conoscenza, gli diventerà comprensibile ciò che prima gli sembrava incomprensibile, ed anche ogni dubbio verrà respinto dal cuore. Ora sarà convinto che “sa” e non deve più temere ciò che sospetta solo. E questa sicurezza interiore di stare nella Verità, fa anche in modo che si adoperi convinto per ciò che ora riconosce come Verità. Darsi completamente a Dio, cioè presentare a Lui Stesso tutto ciò, che all’uomo pare degno di sapere, e chiede umilmente il chiarimento, è l’unica garanzia per la pura Verità, e per altre vie non raggiungerà mai lo stesso risultato spirituale, perché solo Dio può diffondere la pura Verità, ed Egli lo fa per coloro che si affidano credenti a Lui e Lo pregano per il Chiarimento.

Amen

Het aanroepen van God is de garantie voor de waarheid

Het zal de mens betrekkelijk moeilijk lijken om het ware te herkennen, zolang hij alleen maar met het verstand tot inzicht in de waarheid wil komen. Wat de mens ook doet, als het tot het juiste resultaat moet leiden, dan mag God nooit uitgeschakeld worden. Dus de mens kan nooit juist denken als hij zich niet tot God, als de waarheid Zelf, wendt en om Zijn hulp, Zijn genade vraagt.

Want ofschoon hij zich ook niet bewust aan de boze krachten overgeeft, zullen deze echter hun invloed doen gelden en ze kunnen dit ook, zolang hier niet de wil tot God en het verlangen naar de waarheid tegenover gezet wordt. Daarom zal de mens, die gelooft om zonder God belangrijke geestelijke vraagstukken op te kunnen lossen, steeds onder de invloed van boze krachten staan, van wie het doel is om de waarheid uit de wereld te werken. Die alles met leugen en dwaling willen vermengen om de weg naar God te versperren.

De strijd van het kwaad tegen het goede is ontzettend en de strijd kan alleen maar tot de zege leiden als God Zelf om hulp geroepen wordt. Daarom zal de mens die werkelijk zoekend is ook nooit tevreden zijn met het resultaat van zijn verstandelijk onderzoeken, want zijn ziel voelt dat ze nog niet het ware gevonden heeft en ze probeert hem de gebrekkige toestand begrijpelijk te maken. Want God laat een ernstig zoekend mens niet zonder hulp. Hij zal ook steeds weer de waarheid dichter bij hem proberen te brengen, maar de liefde van God moet dan ook ingezien worden.

De mens moet ook bereid zijn om dat, wat niet met zijn gedachtegang tot nog toe overeenstemt, aan een onderzoek te onderwerpen. Zijn wil mag niet zo sterk zijn, dat hij niet meer voor onderricht toegankelijk is en gelooft dat zijn kennis compleet is. En alleen maar een verstandelijk denken is nooit een garantie voor de zuivere waarheid, maar als dit denken aan God overgelaten wordt, als de mens voor het oplossen van geestelijke vragen bewust de verbinding met God tot stand brengt, kan hij in de volste overtuiging zijn nu verworven kennis als waarheid aannemen, want God als de eeuwige waarheid beschermt hem voor het in ontvangst nemen van vergissingen.

En hij zal het ook gemakkelijk inzien. Er zal begrijpelijk voor hem worden, wat hem eerst onbegrijpelijk leek en elke twijfel zal ook uit het hart verdreven worden. Hij zal er nu van overtuigd zijn dat hij “weet” en hij zal niet meer hoeven te vrezen dat hij alleen maar vermoedt. En deze innerlijke zekerheid in de waarheid te staan, laat hem ook met volle overtuiging opkomen voor dat, wat hij nu als waarheid herkent.

Zich ongeremd aan God wijden, dat wil zeggen Hem Zelf alles uiteenzetten, waarvan de mens meent, dat het wetenswaardig is en deemoedig om opheldering vragen, is de enige garantie voor de zuivere waarheid. Maar op andere manieren zal nooit hetzelfde geestelijke resultaat behaald worden, want alleen God kan de zuivere waarheid uitdelen en Hij doet dit aan degenen, die Hem gelovig in vertrouwen nemen en Hem om opheldering vragen.

Amen