L’uomo può essere raramente mosso all’accettazione di una dottrina che gli appare fastidiosa, e perciò gli dev’essere offerta in modo che ogni stonatura venga evitata. Dapprima dev’essere sondata con logica e l’uomo deve riconoscere che soltanto l’Amore di Dio dà una tale Dottrina per via della sua nobilitazione. All’uomo viene mostrato che cosa deve fare e come dev’essere, per diventare perfetto. Dev’essere istruito, gli devono essere trasmessi i dieci Comandamenti, e deve sottomettersi volontariamente a tutto ciò che viene preteso. Allora la Dottrina dall’Alto ha successo, allora gli procura ciò che è il suo scopo, il grado di maturità dell’anima che è precondizione per entrare nell’eterna Vita. La Dottrina di cristo comprende ora tutti i comandamenti, il cui adempimento contribuisce alla formazione dell’anima secondo la Volontà di Dio. Agli uomini vengono date delle linee di condotta alle quali si devono attenere; vengono istruiti da Dio di ciò che è giusto e di ciò che è ingiusto, di quello che devono fare ed omettere. E se ora vogliono vivere compiacenti a Dio, se Lo vogliono servire, conquistarsi il Suo Amore, allora si devono attenere precisamente all’adempimento di questi Comandamenti, anche se a loro non aggradano particolarmente. L’adempimento dei comandamenti di Dio pretenderà sempre un autocontrollo, pretenderà rinuncia o superamento, e l’uomo dovrà sempre rinunciare a qualcosa, se vuole eseguire totalmente i Comandamenti divini, perché l’adempimento di questi significa sempre l’auto abnegazione. Dio ha rilasciato questi Comandamenti, perché gli uomini tendono proprio al contrario di ciò che Dio vuole e lo manifesta attraverso i Suoi Comandamenti. Quindi, Egli deve imporre agli uomini una certa costrizione, devono per così dire combattere contro un forte desiderio in sé, cosa che però non farebbero se non venisse preteso da Dio, e la conseguenza di ciò sarebbe che cederebbero al desiderio interiore ed il loro stato di maturità sarebbe altamente in pericolo. Dio ha stabilito nei Suoi Comandamenti tutto ciò che è necessario per gli uomini di osservare, ed gli ha riassunto questi comandamenti nel Suo Comandamento dell’amore: di amare Dio sopra tutto ed il prossimo come sé stesso. Chi adempie fedelmente questi due Comandamenti, farà da sé tutto ciò che Dio attraverso i dieci Comandamenti comanda agli uomini di fare. E così la Dottrina divina ammonirà sempre solo all’amore, e chi si sforza di vivere nell’amore, vive anche del tutto secondo la dottrina divina. Non c’è bisogno che a lui vengano dati dei comandamenti particolare, perché porterà da sé, perché vivendo nell’amore, ad ogni uomo anche il suo amore; si spaventerà soprattutto ciò che va contro i comandamenti divini, perché dato che si è già formato nell’amore, non può nemmeno dare altro che amore e la sua vita corrisponderà sempre alla Dottrina divina.
Amen
TraduttoreZelden is de mens tot het aannemen van een leer te bewegen, die hem lastig lijkt en daarom moet deze leer hem zo aangeboden worden, dat elke wanklank vermeden wordt. Ze moet eerst eens objectief gestaafd worden en de mens moet inzien, dat enkel de liefde van God zo’n leer ter wille van de eigen veredeling van de mens geeft.
Het wordt de mens getoond, wat hij moet doen en hoe hij moet zijn om volmaakt te worden. Hij moet onderwezen worden. En hem moeten geboden gegeven worden en hij moet zich bereidwillig onderwerpen aan alles wat geëist wordt. Dan is de leer van boven succesvol. Dan levert het hem op, wat haar doel is, de rijpheidsgraad van de ziel, die voor het binnengaan in het eeuwige leven de voorwaarde is.
De leer van Christus omvat nu alle geboden en de vervulling ervan draagt bij aan het vormen van de ziel volgens Gods wil. De mensen worden richtlijnen gegeven, waaraan ze zich moeten houden. Ze worden door God onderwezen over wat goed en wat verkeerd is, wat ze moeten doen en wat ze moeten laten. En als ze nu een God welgevallig leven willen leiden, als ze Hem willen dienen, Zijn liefde verkrijgen, dan moeten ze zich precies aan de vervulling van deze geboden houden, ook wanneer deze geboden hen niet bijzonder bevalt.
Steeds zal voor het vervullen van Gods geboden zelfbeheersing nodig zijn. Het zal zelfverloochening of zelfoverwinning vereisen en steeds zal de mens iets op moeten geven, als hij de goddelijke geboden geheel en al wil vervullen. Want steeds betekent het vervullen van de geboden zelfverloochening.
God heeft deze geboden uitgevaardigd, omdat de mensen juist het tegendeel nastreven van wat God wil en Hij brengt dit door Zijn geboden tot uitdrukking. Zodoende moet Hij de mensen een bepaalde dwang opleggen. Ze moeten als het ware tegen een sterk verlangen in hen strijden, wat ze echter niet zouden doen, als het niet door God verlangd zou worden en het gevolg daarvan zou zijn, dat ze aan het innerlijke verlangen toe zouden geven en hun staat van rijpheid zou dan uitermate veel gevaar lopen.
God heeft al Zijn geboden vastgelegd en voor de mensen is het noodzakelijk om deze in acht te nemen. Hij heeft deze geboden samengevat in Zijn gebod van de liefde: God boven alles lief te hebben en de naaste als zichzelf. Degene die deze geboden trouw vervult, zal vanzelf alles doen, wat God de mensen door de tien geboden gebiedt te doen.
En zo zal de goddelijke leer steeds alleen maar tot liefde manen en wie zich inspant om in de liefde te leven, die leeft ook geheel overeenkomstig de goddelijke leer. Hem zullen niet veel geboden gegeven hoeven te worden, want hij zal vanuit zichzelf, omdat hij in de liefde leeft, elk mens ook zijn liefde schenken. Hij zal voor alles terugschrikken, wat tegen de goddelijke geboden ingaat. Want omdat hij zich al tot liefde gevormd heeft, kan hij ook niet anders dan liefde geven en zijn leven steeds overeenkomstig de goddelijke leer leven.
Amen
Traduttore