• Indietro

Il tendere distruttivo del potere opposto

Da una persona ardente d’amore per Dio procede una corrente che penetra direttamente all’anima di colui che vive pure in Dio. Ma sarà anche esposto ad una corrente avversa. E questo è il più grande pericolo, dato che tutto ciò che è male, aumenta pure in sé ed agisce, ma sempre a danno dell’anima. L’uomo deve chiedere la Protezione fortificata a Dio, affinché frequentando altre persone non sia a danno della sua anima. Chi serve Dio in tutto l’amore, riverenza ed umiltà, sentirà ogni cattiva influenza e saprà proteggersene attraverso la preghiera. Ma l’uomo non si deve mai credere così forte da non aver bisogno di questa Protezione, perché il potere avverso è forte ed intende solamente distruggere tutte le correnti ed ogni collegamento dalla Terra nell’aldilà, di strappare tutti i fili dall’uomo a Dio. Solo dove la volontà è forte, che desidera continuamente Dio, là rinuncia al gioco da mestierante. E perciò l’uomo si deve sempre e continuamente affidare alla Protezione spirituale, affinché sia custodito anche nelle ore, in cui la sua propria volontà è più debole, affinché venga avvertito nel momento giusto dai suoi amici spirituali, che ora combattono pure con lui. Vi servite troppo poco dell’aiuto di questi essere e perciò la lotta sulla Terra è a volte molto difficile, anche per il figlio terreno rivolto a Dio, perché desidera troppa poca Forza da Dio, i cui mediatori sono quegli amici spirituali. Ma se l’uomo si affida pienamente credente alla custodia di quegli esseri di Luce che agiscono nella Volontà di Dio, allora l’uomo può anche continuamente ricevere la Forza, perché tutto lo spirituale che è perfetto nell’amore, distribuisce smisuratamente questa Forza, che a lui stesso affluisce dall’Amore divino. E così all’avversario viene reso difficile il suo agire, gli viene per così dire tagliato il suo potere, mentre questo è inefficace di fronte agli uomini che vogliono ricevere tale Forza da Dio. E questo è davvero necessario in un tempo in cui ogni Agire spirituale viene rinnegato. Se l’uomo si lascia andare volenteroso a quelle correnti che procedono dall’avversario, quindi aspirano al successo soltanto distruggendo, allora si dà senza volontà a questo potere, ed in breve il suo pensare verrà guidato male, la sua forza di conoscenza indebolita, la sua resistenza scomparirà, ed accetta incondizionatamente ciò che gli viene sussurrato dal quel potere e che contraddice totalmente la Volontà di Dio. Allora siete delle creature legate, e vi mancherà la Forza di liberarvi da questo legame, mentre il desiderio per Dio, il darsi ad esseri spirituali buoni, il voler ricevere la buona Forza spirituale, vi rende liberi da ogni costrizione ed allora vi risplende la Luce della conoscenza su tutte le vie della vostra vita. Perché Dio E’ vicino da poterLo toccare ad ognuno che soltanto Lo desidera.

Amen

Het streven van de tegenstander is vernietigend

Van een in liefde voor God ontbrandend mens zal een stroming uitgaan, die onmiddellijk tot in de ziel van degene, die eveneens in God leeft, doordringt. Maar deze ziel zal ook aan een tegenstroming blootgesteld zijn. En het grote gevaar is dat alles wat slecht is, zich eveneens in zichzelf vermeerdert en werkt, maar steeds tot schade voor de ziel. De mens moet God om meer bescherming vragen, opdat de omgang met mensen zijn ziel geen schade oplevert. Degene, die God in alle liefde, ontzag en deemoed dient, zal elke boze invloed gewaarworden en zich door het gebed daartegen weten te beschermen.

Maar nooit moet de mens zich zo sterk wanen, dat hij deze bescherming niet nodig denkt te hebben, want de tegenstander is sterk en er altijd op bedacht om elke stroming te vernietigen en deze verbinding van de aarde naar het hiernamaals, alle draden van de mens naar God, kapot te scheuren. Alleen waar de wil zo sterk is, dat hij onophoudelijk naar God verlangt, geeft ze het intrigeren op.

En daarom moet de mens zich voortdurend aan geestelijke bescherming toevertrouwen, zodat hij ook op momenten waar zijn eigen wil zwakker is, beschermd wordt, opdat hij op het juiste moment gewaarschuwd wordt door zijn geestelijke vrienden, die nu als het ware met hem meestrijden. Er wordt veel te weinig een beroep gedaan op deze hulp en daarom is de strijd op aarde soms behoorlijk zwaar, ook voor een naar God toegekeerd mensenkind. Want het verlangt te weinig naar de kracht uit God, waarvan de overdragers deze geestelijke vrienden zijn.

Maar als de mens zich in vol geloof aan de bescherming van deze binnen Gods wil werkende lichtwezens overgeeft, dan mag de mens ook voortdurend kracht in ontvangst nemen, want al het volmaakte dat in de liefde staat, deelt de kracht, die hem zelf door de goddelijke liefde toegestuurd wordt, onbeperkt uit. En zo wordt de tegenstander zijn werkzaam zijn bemoeilijkt. Zijn macht wordt als het ware beknot, doordat deze zonder effect is tegenover de mens, die zulke kracht in ontvangst wil nemen.

En dit is waarlijk nodig in een tijd, waarin al het geestelijk werkzaam zijn ontkend wordt. Als de mens zich willoos aan deze stromingen die van de tegenstander uitgaan, dus slechts een vernietigend resultaat nastreven, overgeeft dan begeeft hij zich willoos binnen deze macht en zijn denken zal binnen de kortste tijd verkeerd worden geleid. Zijn vermogen om te beseffen wordt verzwakt, zijn tegenstand zal afnemen en hij neemt onvoorwaardelijk aan, wat hem door deze macht ingefluisterd wordt en wat geheel indruist tegen de wil van God.

Jullie zijn dan gebonden schepselen en het zal jullie aan kracht ontbreken om jullie uit de gebondenheid te bevrijden, terwijl het verlangen naar God, het zich overgeven aan goede geestelijke wezens, het willen ontvangen van goede geestelijke kracht vrijmaakt van elke dwang en dan het licht van het inzicht jullie op al jullie levenswegen verlicht. Want God is eenieder, die maar naar Hem verlangt, nabij.

Amen