A colui che, tende verso l’Alto, gli si mettono enormi impedimenti sulla via nell’accoglienza di Messaggi spirituali, quando lo stato di accoglienza non corrisponde alla Volontà divina. Vengono escluse le Correnti, che rendono possibile una facile accoglienza, in modo che l’uomo debba lottare per la fermezza interiore, che viene quindi ostacolato nell’errare dei pensieri e si rivolge più intimante a Dio, per rimanere nella Verità. Nel ricevente deve sempre di nuovo diventare viva la volontà per la Verità, non deve accogliere un Mandato solo meccanicamente, ma deve preporre il suo desiderio per la Verità ad ogni Comunicazione. Deve desiderare la Verità, per poterla ricevere. Se ora il desiderio cede oppure l’uomo è incline a trovare piacere in una non-verità, dev’essere impedito nella ricezione attraverso aumentate difficoltà per seguire questa spinta interiore. Deve quindi lavorare sempre e sempre di nuovo su di sé e non deve lasciarsi a nessuna debolezza di volontà, deve esercitare una espressa auto disciplina, non deve far sorgere dei pensieri, che si allontanano dalla Verità. Il Signore protegge la Sua Parola, e non la lascia deturpare attraverso insegnamenti, che non corrispondono alla Sua Volontà ed alla Verità e quindi ostacola il figlio terreno nella ricezione, se la sua volontà volesse deviare dalla Sua Volontà. Gli mette sulla via degli ostacoli, il cui superamento riconduce l’uomo al giusto pensare. Lui Stesso lo guida e lo conduce alla Mano, ma l’uomo stesso deve superare gli ostacoli e lottare per poter di nuovo avvicinarsi a Dio, il Donatore della Verità. Quindi ogni pensiero non chiaro o non veritiero avrà sempre per conseguenza una sensazione di separazione da Lui, l’uomo indugerà di accogliere questo pensiero, sarà incline a respingerlo ed infine lo lascerà cadere, viene apertamente impedito di scriverlo attraverso un sentimento interiore di rifiuto. E perciò è bene sapere, che per ricevere è capace soltanto l’uomo, che rende conto a sé stesso sul suo percepire interiore, che ammette tranquillamente quando mentalmente ha errato, e si sforza di rimanere veritiero davanti a Dio e di sé stesso, mentre anche lui deve combattere contro le animosità di poteri maligni. Deve sottomettersi ad una implacabile autocritica, quando gli viene opposta la minima resistenza nella ricezione di Mandati spirituali, e sottoporre tutto il pensare al Signore, affinché sia guidato bene. Perché l’avversario cerca di sfruttare la debolezza dell’uomo, quindi dev’essere richiesta la forza della volontà. Senza qualsiasi apporto di Forza i Doni del Cielo non possono essere ricevuti, quindi deve anche essere richiesto questo apporto di Forza come ammissione del fatto, che il figlio terreno dà la sua volontà al Padre nel Cielo e vuole servire unicamente Lui.
Amen
TraduttoreEr liggen geweldige hindernissen in de weg voor degenen, die opwaarts streven, bij het in ontvangstnemen van geestelijke boodschappen, als de toestand tijdens het opnemen niet overeenkomt met de goddelijke wil. De stromingen, die een gemakkelijk opnemen mogelijk maken, worden uitgeschakeld, zodat de mens dus moet worstelen om innerlijke sterkte, zodat hij bij het afdwalen van de gedachten gehinderd wordt en hij zich inniger naar God keert, om in de waarheid te blijven. De wil naar de waarheid moet bij de ontvanger steeds weer levend worden. Hij mag niet slechts mechanisch een zending in ontvangst nemen, maar zijn verlangen naar de waarheid moet bij elke bekendmaking vooropgesteld worden. Hij moet naar de waarheid verlangen om deze te kunnen ontvangen.
Als nu het verlangen naar de waarheid afneemt of de mens geneigd is om welgevallen te hebben aan een onwaarheid, moet hij door grotere moeilijkheden bij het ontvangen gehinderd worden om gevolg te geven aan deze innerlijke neiging. Hij moet dus steeds aan zichzelf werken en mag niet toegeven aan wilszwakte. Hij moet een uitgesproken zelfdiscipline beoefenen. Hij mag geen gedachten op laten komen, die zich van de waarheid verwijderen.
De Heer beschermt Zijn woord en Hij laat het niet misvormen door leringen, die niet met Zijn wil en de waarheid overeenstemmen. En dus hindert Hij het opnemende mensenkind bij het ontvangen, als diens wil van Zijn wil af zou willen wijken. Hij plaatst hindernissen op zijn weg en het overwinnen hiervan laat de mens de weg naar het juiste denken terugvinden. Hij leidt hem en neemt hem Zelf bij de hand, maar de hindernissen moet hij zelf overwinnen en doorworstelen om God, de gever van de waarheid, weer te kunnen naderen.
Zo zal dus elke onzuivere of onware gedachte hem steeds een gevoel van scheiding van Hem opleveren. De mens zal aarzelen om deze gedachte toe te laten. Hij zal ertoe geneigd zijn om deze gedachte af te wijzen en hem uiteindelijk te laten vallen. Hij wordt duidelijke gehinderd om hem op te schrijven door een innerlijk gevoel van afwijzing.
En daarom is het ook goed om te weten, dat alleen die mens in staat is om te ontvangen, die zichzelf rekenschap geeft van zijn innerlijk gewaarworden, die het zonder bezwaar toegeeft, als het met zijn gedachten afdwaalt en zich inspant om voor God en zichzelf waarachtig te blijven. Daarentegen moet ook hij strijden tegen de vijandigheden van de boze machten. Hij moet, als hem bij het ontvangen van geestelijke zendingen de geringste tegenstand geboden wordt, zich zonder mededogen aan zelfkritiek onderwerpen en al het denken ondergeschikt maken aan de Heer, opdat het goed geleid wordt. Want de tegenstander probeert de zwakte van de mens te benutten en dus moet er om sterkte van de wil gevraagd worden. Zonder deze schenking van kracht kunnen de gaven uit de hemel niet ontvangen worden, dus moet om schenking van kracht gevraagd worden als vergoeding hiervoor, dat het mensenkind zijn wil aan de Vader in de hemel overgeeft en alleen Hem maar dienen wil.
Amen
Traduttore