Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

Spiegazione al B.D. Nr. 814 - Gli effetti sulla lite per l’anima

Gli uomini esigono la giustizia e loro stessi non hanno la misura per il proprio fare ed agire, e se ogni uomo fosse volenteroso di tener conto della giustizia, presto ogni lite e contesa sarebbero fuori dal mondo, ma sovente l’uomo si considera piuttosto autorizzato di pretendere per sé ogni rispetto, ma nega lo stesso al prossimo, e così quest’ultima cosa provoca il malumore del prossimo, e così la pace viene notevolmente disturbata. E questo ha nuovamente per conseguenza, che gli uomini si aggrediscono, che diminuiscono in sé l’amore e costruiscono fra loro un muro, ed una tale condizione non contribuirà alla promozione dell’anima, mentre questa viene piuttosto costretta in una specie di arresto, si perde in pensieri, che sono totalmente inutili e senza valore, e questo fa perdere all’anima un tempo prezioso per il lavoro che servirebbe alla sua promozione. Se voi uomini vi tenete davanti agli occhi l’effetto di una lite, allora il vostro serio tendere dovrà essere quello, di evitare tutte queste animosità e prendere su di voi una ingiustizia, piuttosto che causare maggior danno all’anima, mentre vi sforzate di litigare. Sprecate la vostra forza di volontà in questioni e le sue soluzioni totalmente futili e non pensate, che da una conclusione per voi anche favorevole di una lite non traete il minimo vantaggio per l’anima, e questo dovrebbe sempre trattenervi a condurre dei dibattiti su cose inutili, dato che vi procurano soltanto degli effetti nocivi per l’anima. E’ molto più ragionevole lasciare a Dio di regolare tali questioni e conduce ad un successo molto maggiore. Ed ora ascolta la voce del cuore ed accogli una spiegazione sulla Comunicazione trasmessa a te, che riguarda l’influenza mentale dello spirituale legato nella Creazione. Come vedi e ti è comprensibile, serve la Creazione, cioè tutto ciò che vedi, semplicemente allo scopo per concedere soggiorno allo spirituale, e quindi ogni cosa è vitalizzata spiritualmente. Questo vale per tutto ciò che vedi. Se ora il portatore dello spirituale è esposto alla volontà umana di formare, quindi tutta la materia, che per così dire serve di nuovo all’uomo come materia, per venir trasformato nella sua mano, l’uomo da parte sua ha la possibilità di agire anche sulla Forza spirituale che dimora nella materia, e può per modo di dire influenzare questa Forza spirituale in modo, che possa terminare più rapidamente il suo percorso di sviluppo ed abbandonare appunto questa forma. Quindi il tendere dell’uomo dev’essere di riconoscere in tutta la materia dello spirituale legato, di assisterlo e di aver possibilmente cura, che un continuo cambiamento e valutazione della materia permetta la liberazione di tutto lo spirituale in sé, che l’uomo contribuisce pure, di abbreviare la durata di vita della materia in forma immutata, e dev’essergli chiaro che nulla nel Cosmo conserva a lungo la sua forma e che un continuo cambiamento della forma esteriore aiuta l’entità spirituale alla risalita. Chi osserva tutto in questo senso e da parte sua è pronto ad aiutare, mentre vede in tutte le Opere di Creazione degli involucri di sostanza spirituale e quindi lui stesso è attivo, per trasformare continuamente questo involucro, e questo nella piena consapevolezza di assistere le entità spirituali, che il loro compito viene così giustamente adempiuto, non è comunque attivo solo per sé ed il suo benessere spirituale, ma contemporaneamente per le entità inermi, che non possono ancora liberasi coscientemente, la cui via viene allora notevolmente abbreviata. Perché quando l’uomo crede che ogni Creazione è e rimane portatrice dello spirituale, allora si renderà anche conto, che lui, come pure un portatore dello spirituale, deve trovare un collegamento con l’entità spirituale, mentre sottopone la forma esteriore ad un cambiamento più spesso ripetuto e tutto ciò che sorge sotto le mani dell’uomo, è pure concesso dalla Volontà di Dio sempre soltanto per la formazione di una nuova forma esteriore, che è di nuovo autorizzata ad accogliere in sé la sostanza spirituale. Per questo è necessaria soltanto la volontà dell’uomo. E soltanto la fede, che ogni Creazione è vivificata spiritualmente, come ogni aspirazione d’amore, che è rivolto alla liberazione della sostanza spirituale, è per questi esseri un fattore d’aiuto, che voi intraprendete in questa consapevolezza, che porterà anche in sé la Benedizione di Dio; perché sono Suoi collaboratori spirituali tutti coloro, che sono attivi per la liberazione degli esseri, sia sulla Terra come anche nell’aldilà.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Effecten van de strijd voor de zielen

De mensen eisen gerechtigheid en hebben zelf niet de juiste maatstaf voor hun eigen doen en handelen. En wanneer elk mens bereidwillig zou zijn om rekening te houden met het rechtvaardigheidsgevoel, dan zou spoedig alle strijd en twist uit de wereld geholpen zijn. Maar vaak houdt de mens zich eerder gerechtvaardigd om alle inachtneming voor zichzelf op te eisen, maar deze van de medemensen te betwisten. En dit lokt dan weer het misnoegen van de medemensen uit en de vrede wordt hierdoor aanzienlijk verstoord.

En dat heeft weer tot gevolg, dat de mensen elkaar vijandig gezind worden. Dat ze de liefde in zich verminderen en ze een muur tussen hen in bouwen. En zo’n toestand zal nooit aan de vooruitgang van de ziel bijdragen. Veeleer wordt ze op deze manier tot stilstand gedwongen. Ze verliest zich in gedachten, die volledig nutteloos en waardeloos zijn en berooft dus de ziel van kostbare tijd voor arbeid, die voor haar vooruitgang nuttig zou zijn.

Wanneer jullie mensen je dus de uitwerking van een ruzie voor ogen houden, dan zal het jullie ernstige streven moeten zijn om al zulke vijandelijkheden uit de weg te gaan en liever een onrechtvaardigheid op je te nemen, dan de ziel veel grotere schade op te laten lopen, doordat jullie je inspannen om een ruzie uit te vechten.

Jullie gebruiken je wilskracht voor geheel onbelangrijke kwesties en hun oplossing en denken er niet aan, dat jullie ook door een voor jullie gunstige afloop van een strijd niet het geringste voordeel voor de ziel behalen. En dat moet jullie er steeds van weerhouden om discussies te hebben over nutteloze zaken. Dat levert voor jullie toch alleen maar schadelijke effecten voor de ziel op. Het is veel verstandiger om zulke kwesties door God af te laten handelen en het leidt tot een veel groter succes.

En luister nu aandachtig naar de stem van het hart en neem een nadere verklaring op over de voor jou onbegrijpelijke mededeling, die over het via de gedachten beïnvloeden van het vastgehouden geestelijke in de schepping gaat. Zoals het voor jou duidelijk en begrijpelijk is, dient de schepping, dat wil zeggen alles wat voor jou zichtbaar is, immers enkel en alleen maar voor het doel om het geestelijke een verblijfplaats te bieden en dus is ieder ding geestelijk levend. Dit geld voor alles, wat voor jou zichtbaar is.

Als nu de drager van geest aan de menselijke wil om vorm te geven blootgesteld is, dus alle materie, die, bij wijze van spreken, als materiaal de mensen weer dient om door zijn hand omgevormd te worden, heeft de mens van zijn kant nu de mogelijkheid om ook op de geestelijke kracht, die in de materie zit, in te werken. En hij kan, bij wijze van spreken, deze geestelijke kracht zo beïnvloeden, dat ze snel haar ontwikkeling kan beëindigen en deze vorm kan verlaten.

Het streven van de mens moet dus zijn om in alle materie het vastgehouden geestelijke te herkennen, dit geestelijke bij te staan en zoveel mogelijk ervoor te zorgen dat een blijvende verandering en gebruik van de materie al het geestelijke in zich vrij laat worden. Dat de mens er als het ware aan bijdraagt om de levensduur van de materie in onveranderde vorm te verkorten. Het moet hem immers duidelijk worden, dat niets in het heelal zijn vorm voor lange tijd behoudt en dat een voortdurende verandering van de uiterlijke vorm het geestelijke wezen helpt om opwaarts te gaan.

De opdracht van degene, die alles met dit bewustzijn bekijkt en van zijn kant tot hulp bereid is, doordat hij in alle scheppingswerken omhulsels van geestelijke substantie ziet en hij dus zelf werkzaam is om deze omhulsels voortdurend om te vormen, en dit in het volle bewustzijn de geestelijke wezens bij te staan, wordt daardoor pas op de juiste manier vervuld. Hij is dan toch niet alleen maar voor zichzelf en zijn geestelijk welzijn werkzaam, maar tegelijkertijd voor de hulpeloze wezens, die zichzelf niet bewust kunnen bevrijden. Hun weg wordt dan aanzienlijk verkort.

Want als de mens gelooft, dat de hele schepping drager van geest is en blijft, dan zal het voor hem ook duidelijk zijn dat hij, eveneens als drager van geest, een verbinding moet vinden met het geestelijke wezen, doordat hij de uiterlijke vorm aan een herhaaldelijke verandering onderwerpt, en alles wat onder de handen van de mens ontstaat, in zekere zin door Gods wil toegelaten is, steeds tot vorming van een nieuwe uiterlijke vorm, die weer gerechtigd is om de geestelijke substantie in zich op te nemen. Slechts de wil van de mens is hiervoor nodig.

En alleen het geloof dat de hele schepping geestelijk leeft, zoals al het streven naar liefde, dat het vrij worden van de geestelijke substantie betreft, is voor deze wezens een vorm van hulp, die niet hoog genoeg gewaardeerd kan worden. En elk werk dat jullie met dit bewustzijn aanpakken, zal ook de zegen van God in zich dragen. Want degenen, die voor de bevrijding van de geestelijke wezens werkzaam zijn, zowel op aarde als ook in het hiernamaals, zijn allemaal Zijn geestelijke medewerkers.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Peter Schelling