Vaše misli mogu biti usmjerene duhovno ili zemaljski tijekom vašeg zemaljskog života, pa će otuda duhovni ili zemaljski biti i ciljevi koje vi postižete. Vi sada na Zemlji niste podvrgnuti nikakvoj prisili, vama je u potpunosti slobodno kako vi oblikujete vaš unutarnji život, i kojim mislima vi dajete prednost. Tijekom zemaljskog vremena, Duh u vama, Koji je Moj udio, nastoji naći sluha kod vas [[(nastoji da Ga vi čujete)]], no On na dušu ne utječe prisilno.... No, isto tako se i tijelo želi izboriti sa svojim željama i žudnjama, koje su daleko više zemaljski usmjerene. Ono također dušu želi odrediti, i učiniti ju naklonjenom svojoj žudnji, a duša.... razmišljanje, osjećanje i htijenje.... se sada mora odlučiti. Ona će također na početku svojega utjelovljenja više slijediti žudnje tijela, jer je ona sama i dalje vrlo zemaljski usmjerena, budući njene supstance tek trebaju ići ususret produhovljavanju, pa će zato ona i biti pod utjecajem od strane Duha. Duhovna iskra, kao Moj udio, je Ljubav, i ona uvijek samo nastoji dušu potaknuti na Ljubav-no djelovanje, duša se osjeća lagano pogurnuta na to, i sada može sukladno tome misliti, htjeti i osjećati [[(tretirati misli, volju i osjećaje)]]. Ona tako može djelovati u Ljubavi, no na to nije prisiljena. Ako je utjecaj tijela vrlo jak, onda ono stječe nadmoć i zadržava dušu od Ljubav-nog djelovanja, sluša li duša tihi glas Duha, onda ona slijedi Njegove poticaje, a posljedica toga je da sada snaga Duha može već jače djelovati, da Njegov glas zvuči glasnije, i dušu može sve više i više uvjeriti da na Zemlji živi ispravno i u skladu s Božjom voljom. Tako se Duh i tijelo bore za prevlast nad dušom.... Oni se bore za to da pridobiju za sebe misli, osjećaje i volju čovjeka, a u skladu sa pobjedom je i cilj kojem čovjek na Zemlji teži i kojeg postiže. Duh je Moj udio.... Tijelo se sastoji od još vrlo nezrelih supstanci, koje stoga još više ili manje pripadaju Mojemu protivniku. I tako se borim Ja, a također i Moj protivnik za dušu čovjeka, koja je kao samosvijesna bit [[(suština, entitet)]] jednom izašla iz Mene, ali je dobrovoljno sebe predala Mojemu protivniku, koja je međutim već u velikoj mjeri prevalila put do Mene, i sada se u zemaljskom životu iznova treba odlučiti za Gospodara Kojemu želi pripadati. No, čim je Moj Duh u čovjeku već stekao neki utjecaj, također je uspostavljena i veza sa Duhom Oca od vječnosti, i sada je Meni također moguće pustiti Moju duhovnu snagu da stalno utječe u posudu koja se otvorila, budući duša.... kada ona u sebi popusti poticaju Duha.... vrši djela Ljubavi, i tako sebe sve više pripravlja za „prijem Božanskog Duha“.... I sada priljev Božanskog Duha može također postati iznimno vidljiv kroz razne sposobnosti kojima čovjek sada može raspolagati, tako da se sada može govoriti o očiglednom izlijevanju Duha, kao što su i Moji učenici smjeli doživjeti nakon Mojega uzlaska u nebo.... Jer, na [[(u)]] njima se po prvi put ostvario proces koji je postao moguć tek kroz Moje Djelo Iskupljenja.... da se duh mogao slobodno razvijati, budući je Mojemu protivniku bila razbijena moć nad dušama ljudi koji su Meni željeli pripadati, dok su prethodno duše bile još opterećene izvornim grijehom, tako da one nisu u sebi mogle čuti glas Duha, i stoga je istovremeno volja bila preslaba, a razmišljanje zamračeno.... No, Mojim Djelom Iskupljenja je duša postala slobodna, i sada joj je moguće, poslušati kako Duh, tako i tijelo, i sada se njena volja morala ispravno odlučiti.... za što joj je međutim Moj Duh, Koji je Ljubav, od pomoći. Kada je jednom Duh u čovjeku stekao prevlast, onda je zajamčen i ispravan cilj, jer onda tijelu više nije moguće pridobiti dušu za sebe, štoviše, duša i Duh će čak utjecati i na tijelo, da se isto tako umetne u Božanski red, i onda je čovjek „ispunjen Duhom“.... jer je on izdržao ispit volje na Zemlji, jer je on kandidat kraljevstva koje traje vječno i poklanja blagoslove, jer se duša onda konačno [[(jednom zauvijek)]] odvojila od Mojega protivnika, i ona sada pripada Meni do u svu vječnost.
AMEN
TranslatorUw denken kan zich op het geestelijke of het aardse richten tijdens uw leven op aarde en de doelen die u bereikt, zullen daarom geestelijk of aards zijn. U bent nu op aarde aan geen dwang onderworpen, het staat u volledig vrij hoe u uw innerlijk leven vorm geeft en aan welke gedachten u de voorkeur geeft. Gedurende de tijd op aarde doet de Geest in u, die een deeltje van MIJ is, zijn best bij u gehoor te vinden, maar hij werkt niet dwingend op de ziel in. Maar evenzo tracht ook het lichaam succes te hebben met zijn wensen en begeerten die veel meer aards gericht zijn. Ook het lichaam tracht de ziel over te halen om aan zijn begeren gehoor te schenken, en de ziel - het denken, voelen en willen - moet nu een beslissing nemen. Ze zal bij het begin van haar belichaming ook meer aan het verlangen van het lichaam voldoen, omdat ze zelf nog erg aards is afgestemd, omdat haar substanties eerst de vergeestelijking tegemoet moeten gaan en er daarom ook van de kant van de Geest in haar wordt ingewerkt.
De Geestvonk nu, als 'n stukje van MIJ, is liefde, en hij tracht steeds maar de ziel aan te sporen werkzaam te zijn in de liefde, de ziel voelt zich daar enigszins toe gedrongen en kan nu, passend bij haar denken, willen en voelen, handelen. Ze kan dus in liefde werkzaam zijn, maar is daar niet toe gedwongen. Is de invloed van het lichaam erg groot, dan krijgt dat de overhand en houdt de ziel af van het werkzaam zijn in liefde; luistert de ziel naar de zachte stem van de Geest, dan komt ze diens aandringen na en het gevolg daarvan is, dat dan ook de kracht van de Geest al sterker werkzaam kan zijn, dat zijn stem luider klinkt en de ziel meer en meer kan overtuigen om juist en volgens GOD's Wil op aarde te leven.
Dus worstelen lichaam en Geest om de heerschappij over de ziel. Ze worstelen erom, het denken, voelen en willen van de mens voor zich te winnen en beantwoordend aan de zege is ook het doel dat de mens op aarde nastreeft en bereikt. De Geest is deel van MIJ. Het lichaam bestaat uit nog zeer onrijpe substanties die dus nog min of meer aan Mijn tegenstander toebehoren. En zo worstelen dus IK en ook Mijn tegenstander om de ziel van de mens, die als ik-bewust wezen eens van MIJ uitging, zich echter vrijwillig aan Mijn tegenstander overgaf, maar die al voor het grootste deel de weg terug naar MIJ heeft afgelegd en nu in het leven op aarde opnieuw de voorkeur moet geven aan de heer aan wie ze uiteindelijk wil toebehoren.
Maar zodra Mijn Geest in de mens al wat invloed heeft gewonnen, is ook al de verbinding met de VADERGEEST van eeuwigheid tot stand gebracht en dan is het MIJ ook mogelijk de kracht van Mijn GEEST voortdurend in een vat te laten stromen dat zich opent, omdat de ziel, wanneer ze aan het aandringen van de Geest in zich toegeeft, werken van liefde verricht en dus steeds meer voorbereidingen treft om de goddelijke GEEST op te nemen. En nu kan het instromen van de goddelijke GEEST ook buitengewoon zichtbaar worden door verschillende gaven waarover de mens nu kan beschikken, zodat dan van een duidelijk uitgieten van de GEEST kan worden gesproken, zoals Mijn leerlingen dat ook mochten beleven na Mijn hemelvaart.
Want aan hen voltrok zich voor de eerste keer een gebeuren dat eerst door Mijn Verlossingswerk mogelijk werd, dat de GEEST Zich vrij kon ontplooien, omdat de macht van Mijn tegenstander over de zielen van de mensen die MIJ wilden toebehoren gebroken was, terwijl tevoren de zielen nog door de oerschuld zo belast waren, dat ze de Stem van de GEEST niet in zich vermochten te horen en ook tegelijkertijd de wil te zwak en het denken verduisterd was.
Maar door Mijn Verlossingswerk werd de ziel vrij en het was haar nu mogelijk zowel de Geest alsook het lichaam gehoor te schenken en alleen haar wil moest nu de juiste beslissing nemen, waarbij haar echter Mijn GEEST, die de Liefde is, behulpzaam is. Heeft de Geest in de mens eenmaal de overmacht behaald, dan is ook het juiste doel verzekerd, dan zal het het lichaam niet meer mogelijk zijn de ziel voor zich te winnen, veelmeer zullen de ziel en de Geest ook het lichaam nog beïnvloeden zich eveneens aan de goddelijke ordening aan te passen en dan is de mens vervuld door de Geest - dan heeft hij zijn wilsproef op aarde doorstaan, dan is hij een kandidaat voor het rijk dat eeuwig zal duren en gelukzaligheid schenkt, dan heeft de ziel zich voorgoed los gemaakt van Mijn tegenstander en ze behoort nu toe aan MIJ in alle eeuwigheid.
Amen
Translator