Chaque homme porte lui-même la responsabilité de l'état de maturité de son âme, et donc l'homme décide lui-même de la durée de son éloignement de Moi, c'est-à-dire que chaque esprit primordial, l'âme incorporée dans l'homme, revient irrévocablement à Moi, peu importe en combien de temps s’accomplit ce retour, c’est l’affaire de la libre volonté, et donc cela peut même durer l'Éternité jusqu'à ce que de nouveau il soit redevenu ce qu’il était au début : un être parfait, intimement lié avec Moi qui maintenant peut agir dans la Lumière, dans la Force et dans la Liberté. Mais le fait que ce retour sera un jour accompli est une certitude, parce que c'est la Loi d'Éternité que tout ce qui rayonne de Moi comme Force, doit de nouveau revenir à Moi, mais la durée de temps du retour à Moi peut s'étendre sur l'Éternité, et pour les hommes cet espace de temps n'est pas mesurable, parce que votre pensée est limitée. Mais il n'existe malgré cela pas de « mort éternelle », si avec cela on entend un être toujours loin de Moi. Vous pouvez certes parler d'Éternité, mais pas d'un état qui dure éternellement, donc qui est sans fin, parce qu'un tel concept n'est pas conciliable avec Mon Être, qui est Amour, Sagesse et Puissance. Croyez-vous peut-être que Ma Sagesse et Ma Puissance ne dispose pas des moyens d'obtenir tout, y compris le retour définitif du spirituel une fois tombé de Moi ? Ou bien croyez-vous, que Mon Amour soit si limité qu’il laisserait ne serait-ce qu’un être dans l'état de mort éternelle ? Vous savez aussi que Mon adversaire reviendra un jour dans la Maison Paternelle, et qu'il sera accueilli par son Père comme un fils qui retourne à la Maison. Même s’il se passe encore des temps infinis, il ne sera pas éternellement banni de Ma Face, parce que lui-même aura un jour la nostalgie de Mon Amour et il reviendra librement à Moi, et il n'y aura rien qui restera en arrière dans un état non sauvé, parce que même la matière la plus dure se dénouera un jour, elle libèrera le spirituel, et elle-même se spiritualisera doucement, parce que tout ce qui existe dans l'Univers entier est de la Force spirituelle, dont J’étais et Suis l'origine, elle se manifeste seulement dans des degrés divers de dureté, et selon sa proximité de la spiritualisation elle est plus ou moins desserrée, mais un jour aura lieu la spiritualisation de toute la matière et rien de ce qui est opposé à Moi ne restera en arrière. Cette fausse supposition (la mort éternelle) est un produit de la pensée de l’intellect humain qui doit être corrigé par Mon Enseignement direct d'en haut, parce que de Ma Part il n'a jamais été guidé un tel enseignement à vous les hommes. Mon adversaire se poussera toujours en avant pour déterminer les hommes à polluer les biens spirituels, à confondre les esprits et réveiller des doutes sur Mon Être, parce que dès que vous retenez la possibilité que du spirituel non sauvé doive demeurer éternellement dans son état, même Mon infini Amour est mis en discussion, il serait limité, chose qui est impossible pour un Être qui est sublimement parfait et Qui le restera dans toute l'Éternité. Mon adversaire a vraiment beaucoup d'occasions de s'infiltrer et de causer la confusion, et il le fera toujours, lorsque l’Action de Mon Esprit est repoussée au moyen de pensées de l’entendement, chose qui est toujours possible lorsque les hommes ne se contentent pas d'une simple explication et se croient obligés de devoir ajouter ou de rayer. Mais s’ils se retenaient de tout changement, alors de telles erreurs ne s'infiltreraient pas, parce qu'alors l’homme se conformerait précisément à Ma Parole et ne pourrait tomber dans aucune erreur. Et donc Je dois toujours de nouveau faire découvrir l'erreur, Je dois vous guider Ma Parole débarrassée de celles-ci, Je dois purifier tout, pour que vous ne vous appropriez pas un bien spirituel qui n'a pas son Origine en Moi, qui cependant est présenté avec ferveur comme Ma Parole. Elle a été guidée sur la Terre dans toute la pureté et la Véridicité, mais lorsqu’un homme apporte des changements, il ne peut pas être empêché par Moi, mais de Moi il résultera en tous temps, que vous les hommes vous arriviez toujours de nouveau à la possession de la pure Vérité. Et lorsque vous-mêmes désirez être dans la Vérité, alors vous vous étonnerez de chaque doctrine erronée, et vous ne pourrez pas la mettre en accord avec l'Être sublimement parfait de votre Dieu et Père d'Éternité. Et le plus juste et le plus sûr examen est de vous demander si l'Amour, la Sagesse et la Puissance de votre Dieu justifient une doctrine, parce que dès qu’il vient à manquer ne serait-ce qu’une qualité, alors vous pouvez la repousser comme erronée. Et en Vérité, cela justifie aussi pourquoi une telle doctrine qui condamne pour l’éternité est erronée, de sorte que maintenant vous puissiez croire et être certain que vous êtes dans la Vérité que Je guiderai toujours de nouveau aux hommes, parce qu'Elle seule est la Lumière qui éclaire la voie qui mène en haut.
Amen
TraducteursIeder mens draagt zelf de verantwoordelijkheid voor de staat van rijpheid van zijn ziel en daarom bepaalt ook de mens zelf de duur van zijn verwijdering van Mij. Dat wil zeggen: iedere oergeest - de in de mens belichaamde ziel - keert onherroepelijk naar Mij terug, maar in welk tijdsbestek ze deze terugkeer bewerkstelligt, is een aangelegenheid van de vrije wil. En daarom kan het ook eeuwigheden duren tot ze weer tot dat is geworden wat ze was in het allereerste begin: tot een volmaakt, met Mij innig verbonden wezen dat in licht en kracht en vrijheid nu werkzaam kan zijn naast Mij. Maar dat deze terugkeer eenmaal wordt gerealiseerd is zeker, omdat het oerwet is van eeuwigheid dat alles wat van Mij als kracht uitstraalt, weer naar Mij moet terugkeren. Maar de tijdsduur van de terugkeer naar Mij kan zich over eeuwigheden uitstrekken en voor u mensen is dit tijdsbestek niet te overzien, want uw denken is beperkt.
Nochtans bestaat er geen "eeuwige" dood, wanneer daaronder een altijddurend ver van Mij af zijn wordt verstaan. U zult wel van eeuwigheden kunnen spreken, maar niet van een staat die eeuwig duurt, dus zonder einde is. Want zo'n begrip is niet verenigbaar met mijn wezen, dat liefde is en wijsheid en almacht. Gelooft u soms, dat mijn wijsheid en almacht niet over middelen beschikken om alles te bereiken, ook de definitieve terugkeer van het van Mij eens afgevallen geestelijke? Of gelooft u, dat mijn liefde zo beperkt is, dat ze ook maar één wezen in de staat van de eeuwige dood zou laten?
U weet, dat zelfs mijn tegenstander eens terug zal keren in het vaderhuis en dat hij door zijn Vader wordt opgenomen als de naar huis teruggekeerde zoon, ook al zullen nog eeuwige tijden voorbijgaan. Toch zal ook hij niet eeuwig uit mijn aangezicht verbannen blijven, ook hij zal eens vurig verlangen naar mijn liefde en vrijwillig naar Mij terugkeren. En er zal niets bestaan, wat achterblijft in onverloste staat, want ook de hardste materie lost eens op. Ze geeft het gevangen geestelijke vrij en zelf vergeestelijkt ze zich langzamerhand, omdat alles, wat in het gehele universum bestaat, geestelijke kracht is, dat uit Mij was en is voortgekomen, maar zich alleen maar in verschillend sterke werking uit, dus dienovereenkomstig verhard of al verzacht, dicht bij haar vergeestelijking is. Maar eens zal deze vergeestelijking van alle materie zeker plaatsvinden en er blijft niets meer achter wat zich tegen Mij verzet. Ook deze verkeerde veronderstelling is ook het produkt van het verstandelijk denken van de mens, dat door mijn rechtstreekse onderrichting van boven moet worden rechtgezet, want nooit is er van Mij uit de mensen zo'n leer gegeven.
Steeds weer zal mijn tegenstander zich inmengen en de mensen ertoe aanzetten geestelijk gedachtegoed te veranderen, dat u op een dwaalspoor moet brengen en twijfel aan mijn wezen moet wekken. Want zodra u dit voor mogelijk houdt, dat onverlost geestelijks eeuwig in zijn toestand moet blijven, is ook mijn eindeloze liefde in twijfel getrokken. Ze zou beperkt zijn, wat onmogelijk is bij een Wezen dat hoogst volmaakt is en blijven zal tot in eeuwigheid. Mijn tegenstander heeft waarlijk veel gelegenheid naar binnen te sluipen en verwarring te stichten en hij zal dit altijd doen wanneer het werkzaam zijn van mijn geest verdrongen wordt door verstandelijk denken, wat steeds mogelijk is wanneer de mensen zich niet tevreden stellen met een eenvoudige verklaring en menen verplicht te zijn er iets te moeten bijvoegen of afhalen. Zouden ze echter voor zulke veranderingen terugschrikken, dan konden zulke dwalingen niet binnensluipen. Want dan hielden ze zich precies aan mijn woord en zouden geen prooi kunnen worden van dwaling.
En daarom moet Ik steeds weer opnieuw de dwaling blootleggen. Ik moet u mensen mijn woord vrij daarvan doen toekomen. Ik moet alles in het reine brengen, opdat u zich geen geestelijke lering eigen maakt die niet van Mij is uitgegaan maar dat als mijn woord ijverig wordt verdedigd. Het werd in alle zuiverheid en waarachtigheid naar de aarde geleid, maar wanneer een mens zelf veranderingen aanbrengt, dan kan hij daar niet van Mij uit in gehinderd worden. Maar Ik zorg er altijd voor, dat u mensen steeds weer in het bezit van de zuivere waarheid komt. En wanneer u zelf begeert in de waarheid vast te staan, dan zult u ook bij elke verkeerde leer achterdochtig worden en u zult ze niet kunnen rijmen met het hoogst volmaakte wezen van uw God en Vader van eeuwigheid.
En dit is het juiste en zekerste onderzoek: dat u zich afvraagt of liefde en wijsheid en almacht van uw God een leerstelling rechtvaardigt, want zodra één ervan ontbreekt, zult u deze leerstelling ook als onjuist mogen afwijzen. En waarlijk, Ik zal u ook met redenen omkleden waarom zo'n leer die voor eeuwig verdoemt vals is, zodat u nu ook zult kunnen geloven en er zeker van bent dat u zich in de waarheid bevindt, die Ik steeds weer de mensen zal toesturen omdat deze alleen het licht is dat de weg verlicht die omhoog leidt.
Amen
Traducteurs