Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

Contributions sociales....

Combien de fois vous, les humains, dépendez-vous de l’aide d’autrui, et combien de fois vous est-il possible de la retourner, car personne n’est fort que de ses propres forces, et chacun a besoin du support de son prochain, comme aussi chacun connaîtra des situations lui demandant d’aider son prochain. Pourtant, les hommes aspirent à se rendre totalement indépendants du prochain, et en même temps à se décharger complètement de toute aide à lui donner.... Ils cherchent à régler par des lois ce qui devrait être une assistance volontaire, et en même temps, chacun cherche à profiter le plus possible pour lui-même de ce règlement.... Ce qui, en tant qu’amour désintéressé du prochain, serait évalué comme extrêmement précieux pour l’âme individuelle, est transformé en une contribution involontaire, dont toute activité d’amour volontaire est exclue, c’est peine perdue en ce qui concerne un avantage pour l’âme.

Autant qu’on puisse en juger, il serait possible d’écarter des hommes toute détresse terrestre, ce qui est sans doute l’aspiration de ceux qui se sentent responsables de la détresse des hommes, parce que celle-ci ne peut être dissimulée, et c’est une charge contre eux.... Et tant que l’absence d’amour parmi les humains existe, de telles aspirations sont quand même bénéfiques en ce qu’elles empêchent que les hommes ne sombrent dans la misère.... Pourtant, le bas niveau spirituel des hommes n’en est pas relevé parce que pour cela il est demandé une activité d’amour désintéressé du prochain.... Il faut que les hommes soient touchés par la détresse du prochain pour que cet amour s’enflamme en eux.... Il faut qu’il y ait de la détresse parmi les hommes pour inciter une personne prête à aimer à devenir active en amour.... Il y a beaucoup de méthodes pour aider le prochain : par une parole réconfortante, par un intérêt affectueux, en l’assistant activement ....Mais dans la vie humaine, il s’agit surtout de vaincre la matière.... il faut surtout transformer l’amour de soi en un amour désintéressé du prochain.

L’homme doit se détacher surtout de ce qui lui est désirable pour lui-même, pour le faire avoir au prochain qui est en détresse.... C’est pourquoi les possessions sont distribuées d’une façon irrégulière : pour renforcer cette volonté de donner, parce qu’en même temps, l’homme peut s’entraîner à vaincre la matière, et parce qu’il se fait le plus grand cadeau possible à lui-même en se détachant d’un bien matériel pour atténuer la détresse du prochain.... L’homme ne sera récompensé largement que pour ce qu’il donne volontairement, car seul le libre arbitre prouve l’amour, tandis que toutes les autres cotisations que l’homme est obligé de payer n’ont absolument rien à faire avec l’amour, au contraire, elles peuvent endurcir le cœur d’un homme, qui refoule toute volonté de donner parce qu’il croit avoir fait assez pour le bien du prochain. Pourtant, même si les hommes s’efforcent beaucoup d’atténuer ainsi la détresse économique, la détresse les touche quand même sous une autre forme, et cela d’une part pour leur propre salut, mais d’autre part, pour pousser encore le cœur du prochain à leur prêter de l’aide.... pour le toucher en enflammant l’étincelle d’amour afin d’empêcher l’amour entre les hommes de se refroidir complètement ....

Et souvent seront frappés par des détresses non matérielles justement ceux dont les cœurs sont très endurcis, de façon que pour être aidés, il faille qu’ils s’engagent dans une autre voie: C’est la jouissance des possessions terrestres qui leur est enlevée.... Ce qu’ils n’ont pas voulu donner pour soulager la misère d’autrui, ils ne peuvent plus en jouir eux-mêmes.... Maintenant, la matière perd sa valeur, et béni soit celui qui dès maintenant s’en servira de manière juste.... celui qui s’en dessaisira volontairement pour le mettre à la disposition du prochain en détresse.... Béni soit celui qui, encore pendant la dernière phase de temps, conquiert l’amour du prochain par de bonnes œuvres qui, seules, le suivront dans l’éternité.... Aussi sa détresse n’aura-t-elle pas été sans succès pour son âme ....

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Sociale lasten - Naastenliefde

Hoe vaak bent u mensen er op aangewezen dat u hulp wordt verleend en hoe vaak is het u mogelijk die te beantwoorden, want geen mens kan alleen op zichzelf steunen, ieder heeft de hulp van zijn medemens nodig zoals ook ieder weer in omstandigheden komt zijn medemens te helpen. Maar het streven van de mensen is er op gericht zich geheel onafhankelijk te maken van zijn naaste en ook elke hulpverlening van zich af te schuiven. Zij proberen dat wat vrijwillige hulpverlening zou moeten zijn, wettelijk te regelen, en een ieder probeert uit deze regeling weer voor zichzelf het grootst mogelijke voordeel te trekken. Dat, wat als onbaatzuchtige naastenliefde bovenal hoog gewaardeerd zou worden voor de afzonderlijke ziel, wordt veranderd in een onvrijwillige heffing en levert voor de ziel geen enkel voordeel op zolang elke vrijwillige liefdadigheid is uitgeschakeld.

Naar menselijke maatstaf zou op deze manier elke aardse nood van de mensen kunnen worden afgewend. En dit is ook wel het streven van hen die zich verantwoordelijk voelen voor de noodsituatie van de mensen, omdat die niet geheim gehouden kan worden en deze belasten. En zolang de liefdeloosheid heerst onder de mensheid zijn zulke pogingen ook tot zegen, in zoverre dat de mensen niet in ellende ten onder gaan, maar toch kan het lage geestelijke niveau van de mensen daardoor niet worden opgeheven, want daarvoor is een werkzaam zijn in onbaatzuchtige naastenliefde nodig. De mensen moeten geraakt worden door de ellende van de medemens opdat deze liefde in hen ontstoken wordt. Er moet nood zijn onder de mensen, zodanig dat dit een tot liefde bereidwillig mens aanspoort tot liefdadigheid. Hulp kan de mens op elke manier verleend worden door troostende woorden, door liefdevol medeleven of door daadwerkelijke bijstand. Maar in het menselijke leven gaat het in het bijzonder om de overwinning van de materie, om de omzetting van de eigenliefde naar onzelfzuchtige naastenliefde.

De mens moet zich losmaken van wat voor hemzelf begerenswaardig is, om het de medemens te geven die in nood verkeert. Daarom ook is het aardse bezit ongelijk verdeeld, om juist de wil tot geven aan te sporen, omdat dan de mens zelf zich tegelijkertijd kan oefenen in het overwinnen van de materie en omdat hij zichzelf daardoor het grootste geschenk geeft als hij zich bevrijdt van stoffelijk bezit om de nood van de medemens te lenigen. Alleen dat wat vrijwillig wordt weggegeven zal de mens rijkelijk worden vergoed, want alleen de vrije wil bewijst de liefde, terwijl bij de belastingen die de mens moet opbrengen, de liefde geheel ontbreekt, ja deze zelfs eerder het hart van een mens kunnen verharden en hij elke wil tot geven in zich terugdringt, omdat hij gelooft genoeg gedaan te hebben voor het welzijn van de medemensen. Maar al zijn de mensen nog zo bezig de economische nood op deze manier te lenigen, toch komt de nood weer in een andere vorm op de mensen toe. Enerzijds hem zelf tot zegen, maar anderzijds om weer het hart van de medemens tot hulpvaardigheid te bewegen, om het te beroeren zodat de liefdesvonk tot ontbranding komt, zodat de liefde onder de mensen niet geheel bekoelt.

En vaak worden juist die mensen door noden van niet materiële aard getroffen wier harten zeer verhard zijn, zodat zij een andere weg moeten inslaan als zij geholpen willen worden. Van hen wordt de vreugde die ze hebben van hun aardse bezittingen weggenomen. Wat zij niet zelf wilden weggeven om de nood van anderen te lenigen, daar kunnen zij nu zelf niet meer van genieten. De materie verliest nu haar waarde en gezegend is de mens die daar nu op de juiste wijze mee omgaat, die er nu vrijwillig afstand van doet om het aan de noodlijdende medemens te laten toekomen. Gezegend die zich nog in de laatste tijd de liefde van de medemensen verwerft door goede daden, want alleen die volgen hem na in de eeuwigheid. Dan was zijn nood niet vruchteloos voor zijn ziel.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Gerard F. Kotte