Ma Parole doit être accueillie sans résistance lorsqu’elle résonne d'en haut dans le cœur d'un homme. La moindre résistance rend l'homme incapable de l’entendre dans sa pureté, parce que la résistance signifie une pensée opposée qui donne à Mon adversaire la possibilité de s’insinuer, même s’il provoque seulement le refus dans l'homme pour l’empêcher de recevoir la Vérité. Sa force n'arrive pas au-delà, parce que le recevant de Ma Parole s'unit consciemment avec Moi et sa résistance résulte davantage de son désir pour la Vérité, donc il oppose résistance seulement lorsqu’il lui semble que la Vérité est en danger. Malgré cela, cette résistance n'est pas juste, parce qu'un homme qui s’unit avec Moi pour recevoir Ma Parole, doit maintenant se donner entièrement à Moi et il peut être certain que Je le protège d’un patrimoine spirituel erroné. Donc seulement peu d'hommes sont aptes pour la réception de Ma Parole, parce qu'ils sont presque toujours dans des pensées auxquelles ils ne sont pas volontiers disposés à renoncer. Donc il faut une forte foi qui laisse valoir comme Vérité seulement ce que Moi-même Je guide sur la Terre à travers l’action de Mon esprit. Des hommes qui ont accueilli en eux un savoir déterminé qui n'est pas en accord avec Ma Parole directement prononcée sont difficilement disposés à l'accepter, parce qu'alors ils doivent transformer toutes leurs pensées et pour cela un désir fortement développé pour la Vérité est nécessaire. Pourvoir ces hommes avec Ma Parole directe serait impossible déjà par le fait qu’en eux il se réveillerait toujours de nouveau une résistance dès que Ma Parole s’écarterait de leur savoir et des pensées qu’ils ont eus jusqu'à présent et alors Mon adversaire aurait toujours de nouveau jeu facile pour porter l'homme au doute. Et l'homme doit croire que Moi-même Je lui parle et que donc chaque erreur est exclue. Seulement alors il est possible de purifier de nouveau un enseignement totalement déformé, seulement alors il est possible de rendre inoffensif l'adversaire de la Vérité. Mais plus profondément l'erreur est déjà enracinée dans un homme, plus il est difficile de se détacher de celle-ci, et donc il ne pourrait pas entendre directement Ma Parole, parce que n'importe quelle résistance le rend impossible. La lutte entre la Lumière et les ténèbres est menée particulièrement véhémentement là où la Lumière veut se faire une brèche. Et seulement une volonté forte tournée vers Moi chasse les forces ennemies qui sont du bas, mais Je bénirai une telle volonté et Je ne permettrai jamais et encore jamais plus qu’elle soit affaiblie par les forces ennemies. Mais Je donnerai toujours la connaissance à l'homme lorsqu’il est attaqué pour qu'il puisse s'armer et s'unir encore plus intimement avec Moi, mais pour être ensuite protégé contre n'importe quelle influence qui vient du bas. Celui qui croit ensuite que Je parle aux hommes, ne doit pas douter de la Vérité, parce qu'autrement il douterait aussi de Mon Amour et de Ma Puissance qui empêcheront et peuvent empêcher que s’insinue du patrimoine mental erroné et ainsi mettre en danger la Vérité. Mais tant qu’il doute, lui-même n'est pas capable d’entendre en lui Ma Voix, parce que pour cela il faut absolument une forte foi dans Mon Amour, dans Ma Sagesse et dans Ma Puissance. Alors il sait aussi que Je veux guider la Vérité aux hommes, que pour cela Je choisis les voies justes et que Je protégerai de l'erreur vraiment cet homme qui s’offre de servir Moi et le prochain.
Amen
TraducteursZonder weerstand moet Mijn Woord worden aangenomen wanneer het weerklinkt in het hart van een mens. De geringste weerstand maakt de mens niet bij machte het in zijn zuiverheid te vernemen, want weerstand betekent tegengesteld denken, dat Mijn tegenstander de mogelijkheid geeft binnen te sluipen - al is het maar om afweer in de mens op te roepen om het ontvangen van de waarheid te verhinderen. Verder zal zijn kracht niet reiken, omdat de ontvanger van Mijn Woord zich bewust met MIJ verbindt en zijn weerstand meer uit verlangen naar de waarheid voortvloeit, hij er dus alleen dan weerstand tegenoverstelt wanneer volgens hem de waarheid in gevaar is. Toch is deze weerstand niet terecht, omdat een mens die zich met MIJ verbindt om Mijn Woord te ontvangen, zich nu ook helemaal aan MIJ moet overgeven en er zeker van kan zijn dat IK hem bescherm tegen onjuiste geestelijke leringen.
Daarom zijn er maar weinig mensen geschikt om Mijn Woord te ontvangen omdat de meesten een weten hebben dat ze niet graag bereid zijn op te geven. Daarom hoort er een sterk geloof toe om alleen dat als waarheid te laten gelden, wat IK Zelf naar de aarde zend door het werkzaam zijn van Mijn GEEST. Mensen die een bepaald weten in zich hebben opgenomen dat met het door MIJ rechtstreeks gesproken Woord niet in overeenstemming is, zijn moeilijk bereid dit laatste aan te nemen, omdat ze dan hun hele denken moeten omzetten, maar daar een buitengewoon sterk verlangen naar de waarheid voor nodig is. Deze mensen met Mijn rechtstreekse Woord te bedenken, zou daarom al onmogelijk zijn, omdat in hen steeds weer de weerstand zou ontwaken, zodra Mijn Woord afwijkt van hun weten en denken tot nu toe, en dan zou Mijn tegenstander steeds weer makkelijk spel hebben de mensen aan het twijfelen te brengen. En de mens moet geloven dat IK Zelf tot hem spreek en dat daarom elke dwaling is uitgesloten. Pas dan is het mogelijk een volledig misvormde leer weer te zuiveren, pas dan is het mogelijk de tegenstander onschadelijk te maken. Maar hoe dieper de dwaling al in een mens geworteld is, des te moeilijker bevrijdt hij zich ervan en daarom zou hij Mijn Woord niet rechtstreeks kunnen vernemen, omdat elke weerstand zoiets onmogelijk maakt.
De strijd tussen Licht en duisternis wordt juist daar bijzonder heftig gevoerd waar het Licht baan wil breken. En alleen een sterke wil die op MIJ is gericht, verjaagt de vijandige krachten die van beneden zijn. Zo'n wil echter zal IK zegenen en nooit meer toelaten dat hij verzwakt wordt door vijandige krachten. Maar ook zal IK de mens steeds het inzicht geven wanneer hij wordt aangevallen, opdat hij zich zal wapenen en zich nog inniger met MIJ verbindt, om dan echter ook beschermd te zijn tegen elke invloed die van beneden komt.
Wie er aan gelooft dat IK spreek tot de mensen, hoeft ook niet te twijfelen aan de waarheid, omdat hij anders ook aan Mijn Liefde en Macht twijfelt, Die het wel zullen en kunnen verhinderen dat onjuiste ideeën zullen binnensluipen en de waarheid dus in gevaar brengen. Maar zolang hij twijfelt, is hij zelf nog niet in staat Mijn Stem in zich te vernemen, want daartoe hoort onvoorwaardelijk het sterke geloof aan Mijn Liefde, Mijn Wijsheid en Mijn Macht. Dan weet hij ook dat IK de mensen de waarheid wil brengen, dat IK daar de juiste weg voor kies en dat IK waarlijk die mens behoeden zal voor dwaling die zich aanbiedt om MIJ en de medemensen te dienen.
Amen
Traducteurs