• Retour

Se réfugier dans le Père

Celui qui prend son refuge en Moi, ne marche pas de façon erronée, Je l'aiderai toujours, même lorsque l’aide ne lui est pas aussi évidente qu’il le désire. Celui qui prend son refuge en Moi, va à la place juste, parce que Moi Seul peux et veux l'aider, là où l'aide humaine semble impossible. Celui qui prend son refuge en Moi, se sent comme Mon fils et peut s'attendre plein de confiance à la Compréhension du Père. Il ne M’appellera pas en vain. Les misères et les préoccupations terrestres doivent pousser l'homme vers Moi, s'il ne trouve pas tout seul la voie vers Moi, s'il ne Me parle pas même lorsque rien ne le presse, s'il ne tient pas tout seul dialogue avec Moi. Alors Je dois lui envoyer des préoccupations et des douleurs, pour qu’il se souvienne de Moi et qu’il se tourne là d'où vient l'Aide. Mais bienheureux ceux qui cherchent tout seul la liaison avec leur Père. Bienheureux ceux qui Me cherchent souvent en pensées et attendent Mon Discours, ceux qui donnent à leurs pensées la direction vers le Haut. Bienheureux ceux qui n'ont pas d'abord besoin de misères et de souffrances terrestres, qui parlent toujours et constamment comme des fils à leur Père, qui donc se reconnaissent déjà comme Ma Part et cherchent à venir à Moi. À eux Je peux Me donner, c'est-à-dire leur distribuer des Grâces incommensurables, parce qu'ils sont toujours prêts pour profiter de celles-ci et pour cela ils viennent toujours plus proches de Moi. Mais combien de fois les hommes ne trouvent pas la voie vers Moi même pas dans la misère et les préoccupations, parce qu'ils n'ont aucune foi dans l’Unique Qui peut et veut aider. Ils sont impuissants et sans force et leur tristesse ne trouve pas de fin, s'ils sont encore à conquérir pour Moi, ou bien, ils tirent la force du bas, de Mon adversaire, auquel ils se donnent avec plus de bonne volonté qu'à Moi, parce qu'ils se dédient au monde avec ses biens et avec cela aussi à celui qui est le seigneur du monde matériel. Et alors ils sont perdus pour des temps éternels, alors la distance entre eux et Moi devient toujours plus grande et ils refusent chaque Don de Grâce, malgré que Je veuille les aider pour qu'ils arrivent à la connaissance. Là où vous les hommes vous voyez de la misère et de la souffrance, là est reconnaissable Mon Assistance pour la lutte pour les âmes, là où Mon adversaire n’a pas encore atteint la domination et donc il y a encore toujours de l'espoir que la misère les porte à se tourner vers Moi. Et à chaque homme qui se trouve dans la misère il doit être indiqué l'Unique Qui peut encore l’aider, même si aucune aide terrestre n'est plus possible. Il doit espérer dans cet Unique et Le prier, il doit prendre confiant son refuge en Moi et Je lui montrerai que Je Suis le Seigneur sur la vie et sur la mort. Des hommes qui se trouvent dans une grande misère acceptent parfois aussi un enseignement et saisissent cette ancre de salut, ils se tournent vers Celui qui leur a été conseillé comme Sauveur et Aide. Et Je les aiderai vraiment, pour fortifier maintenant leur foi outre mesure faible. Je Me manifesterai, là où normalement Je Me cache, parce que Je ne suis pas invoqué. Je ne laisserai vraiment dans la misère aucune de Mes créatures qui vient à Moi en demandant.

Amen

Toevlucht tot de Vader

Wie tot Mij zijn toevlucht neemt, gaat geen verkeerde weg, want Ik zal hem steeds helpen, zelfs wanneer de hulp voor hem niet zo duidelijk is zoals hij het wenst. Degene die tot Mij zijn toevlucht neemt, gaat naar de juiste plaats, omdat alleen Ik hem helpen kan en helpen wil, waar menselijke hulp onmogelijk lijkt. Degene die tot Mij zijn toevlucht neemt, voelt zich als mijn kind. En hij kan vol vertrouwen verwachten dat de Vader hem begrijpt. Hij zal niet tevergeefs naar Mij roepen. Aardse noden en zorgen moeten de mens naar Mij drijven, als hij niet uit zichzelf de weg naar Mij vindt, als hij niet uit zichzelf vaak samenspraak met Mij houdt. Dan moet Ik hem zorgen en lijden zenden, opdat hij aan Mij denkt en zich daarheen wendt vanwaar voor hem hulp komt. Maar zalig zij die uit zichzelf de verbinding met hun Vader zoeken. Zalig zij die Mij vaak zoeken in hun gedachten en die verwachten door Mij aangesproken te worden, die hun denken naar boven richten. Zalig zij die niet eerst aardse noden en lijden nodig hebben om naar Mij te komen. Zalig zij die zonder Mij niet meer kunnen leven, die voortdurend als kinderen tot hun Vader spreken, die dus al beseffen een deel van Mij te zijn en proberen Mij te bereiken. Hen kan ik naderbij komen en aan hen kan Ik Mij openbaren.

Aan hen kan Ik me schenken, dat wil zeggen onmetelijke genaden uitdelen, omdat ze steeds bereid zijn deze te benutten en daardoor steeds dichter bij Mij te komen.

Hoe vaak echter vinden de mensen ook in noden en zorgen niet de weg naar Mij, omdat ze geen geloof hebben aan die ene die helpen kan en wil.

Machteloos zijn ze en zonder kracht. En hun tegenspoed neemt geen einde, ook al zijn ze nog voor Mij te winnen. Ofwel: ze betrekken de kracht van beneden, van mijn tegenstander, tot wie ze zich gewilliger wenden dan tot Mij, omdat ze zich verkopen aan de wereld met haar goederen en zodoende ook aan degene die heer van de materiële wereld is. En dan zijn ze voor eeuwige tijden verloren, dan wordt de afstand van hen tot Mij steeds groter en elke genadegave waardoor Ik ze zou willen helpen om tot inzicht te komen, wijzen ze af. Waar u mensen daarom nood en leed ziet, is mijn bijstand duidelijk zichtbaar. Daar worstel Ik nog om elke ziel, daar heeft mijn tegenstander de heerschappij nog niet bereikt en daarom bestaat er nog steeds hoop dat de nood hun de weg naar Mij zal laten vinden. En iedere mens die zich in nood bevindt, moet gewezen worden op deze ene en tot Hem bidden. Hij moet vol vertrouwen zijn toevlucht nemen tot Mij en Ik zal me openbaren en hem tonen dat Ik de Heer ben, ook over leven en dood.

Mensen die zich in grote nood bevinden, nemen soms ook een les aan en grijpen de reddingsboei vast. Ze wenden zich tot degene die hun als Redder en Helper wordt aangeraden.

En Ik zal hen waarlijk helpen om het uitermate zwakke geloof nu sterker te maken. Ik zal te voorschijn komen, waar Ik me anders verborgen houd omdat Ik niet geroepen word.

Ik zal waarlijk geen van mijn schepselen dat smekend tot Mij komt, in nood laten.

Amen