Chaque homme peut demander la Grâce de l'éclairage intérieur et il sera pourvu par Dieu selon son désir. Une juste pensée et une juste activité en seront la conséquence, de lorsque Dieu éclaire l'esprit de l'homme, avec cela Il sera aussi le Guide de vie de celui qui demande la Grâce de l'éclairage intérieur, la Grâce de correspondre à la volonté de Dieu, parce que si maintenant l'Esprit de Dieu détermine l'homme à penser et à agir, celui-ci exécutera seulement ce qui est bon et n'aura rien d’injuste à craindre. Mais il doit s’occuper de la voix intérieure, il doit se donner à l’Action de l'Esprit, c'est-à-dire ouvrir son cœur, pour concéder l'influence aux pensées qui lui arrivent maintenant de la partie spirituelle. La volonté de l'homme détermine aussi l'influence des êtres spirituels sur lui, il demande d'être éclairée par Dieu, alors Dieu mettra à coté de lui des êtres qui guident bien ses pensées s'il ne leur oppose pas résistance. La résistance correspondrait à une volonté dure, qui ne se laisse pas guider, qui, avant sa demande d'éclairage intérieur s’est fixé des objectifs qu’il n’est pas disposé à abandonner pour se confier sans résistance à la Conduite de Dieu. Celui qui demande à Dieu l'éclairage de l'esprit doit être prêt à se confier sans volonté à Sa Conduite, il doit toujours seulement écouter de l'intérieur et céder à la poussée du cœur qui le pousse de faire ceci ou cela ou de l'omettre. Il doit se laisser guider par son sentiment, parce que celui-ci est la Voix de Dieu, dès que l'homme tend sérieusement à faire ce qui est juste. Plus il laisse sa volonté devenir active, moins audible est la Voix de l'Esprit, Dieu exige le renoncement de la volonté et la subordination à la Volonté divine, pour pouvoir ensuite agir sans obstacles dans l'homme à travers Son Esprit. L'Esprit de Dieu parlera fort et clair chez tous ceux qui se donnent à Lui inconditionnellement. Il les guidera à travers toutes les mésaventures, Il guidera bien leurs pensées et ce qu'ils font ou ne font pas correspondra à la Volonté divine. Cela ne correspondra certainement pas aux prétentions humaines qui visent à atteindre comme but l'accomplissement de leur propre avantage, la volonté de l'homme doit donc être stimulée à l'action et il ne doit pas considérer le renoncement à la volonté comme un déficit. Mais tant que l'homme se considère si rempli de force qu’il croit pouvoir tout dépasser uniquement à travers sa volonté, il pourra certes atteindre des succès terrestres, mais il ne se développera jamais dans le progrès spirituel, parce que ses pensées et ses actes ne seront jamais selon la Volonté de Dieu, parce qu'il oublie de demander l'Esprit de Dieu – l'éclairage intérieur - parce que dans ses pensées et ses actes s’immisce souvent le pouvoir contraire à Dieu ; l'homme écoute les chuchotements des êtres qui sont subordonnés au pouvoir contraire et son chemin de vie sera en conséquence. Donc priez pour la Grâce de l'éclairage intérieur, priez pour l’Action de l'Esprit divin en vous, et ensuite confiez-vous aux pensées qui affluent en vous, suivez la poussée de votre cœur et vous n'aurez pas à craindre de penser ou d’agir de manière erronée, parce que Dieu satisfait la prière et Lui-Même agit à travers Son Esprit dans les hommes qui se confient à Lui, comme Il l’a promis.
Amen
TraducteursIedere mens kan vragen om de genade van de innerlijke verlichting. En hij zal door God worden bedacht naar zijn verlangen. Juist denken en goed handelen zijn de gevolgen als God de geest van de mens verlicht. En bijgevolg zal ook de leefwijze van degene die om de genade van de innerlijke verlichting vraagt, in overeenstemming met de wil van God zijn. Want als nu de geest Gods het denken en handelen van de mens bepaalt, dan zal deze mens alleen realiseren wat goed is en niet hoeven te vrezen voor iets wat onterecht is. Maar hij moet ook op de innerlijke stem letten. Hij moet zich aan het werkzaam zijn van de geest overgeven, dat wil zeggen: zijn hart openen om de gedachten die hem nu van goede geestelijke zijde toekomen, toe te staan binnen te stromen.
De wil van de mens bepaalt ook de invloed van de geestelijke wezens op hem. Verlangt hij door God te worden verlicht, dan zal God ook die wezens aan zijn zijde plaatsen, die zijn denken juist leiden, voor zover hij geen weerstand aan hen biedt. Maar weerstand zou een harde wil zijn die zich niet laat leiden, die zich vóór het verzoek om innerlijke verlichting doeleinden heeft gesteld en naderhand niet bereid is deze op te geven, om zich zonder weerstand aan de leiding van God toe te vertrouwen.
Wie God om verlichting van de geest vraagt, moet bereid zijn zich willoos aan Zijn leiding over te geven. Hij hoeft alleen maar steeds in zijn binnenste te luisteren en toe te geven aan de aandrang van het hart dat hem aanspoort dit of dat te doen of te laten. Hij moet zich door zijn gevoel laten leiden. Want dit is de stem van God, zodra de mens er serieus naar streeft het goede te doen. Hoe meer hij de eigen wil actief laat worden, des te minder hoorbaar is de stem van de geest. God vraagt de wil op te geven, zich ondergeschikt te maken aan de goddelijke wil, om dan ongehinderd in de mens te kunnen werken door Zijn geest.
De geest Gods zal luid en duidelijk spreken tot allen die zich onvoorwaardelijk aan God overgeven. Hij zal ze leiden door alle gevaren heen. Hij zal hun denken juist leiden en wat ze nu doen of laten, stemt overeen met de goddelijke wil. Dit strookt weliswaar niet met de menselijke eisen die alleen het nakomen van een gesteld doel voor zinvol houden, die dus de eigen wil van de mens zullen aansporen om actief te zijn en een opgeven van de wil als tekortschieten beschouwen.
Maar zolang de mens zichzelf voor zo krachtig houdt, dat hij alles alleen door zijn wil de baas meent te worden, zal hij weliswaar aardse successen kunnen behalen, maar zich nooit geestelijk vooruitstrevend ontwikkelen. Want zijn denken en handelen zullen niet steeds volgens Gods wil zijn, omdat hij verzuimt de geest Gods om innerlijke verlichting te vragen. Want in zijn denken en handelen komt vaak de aan God vijandelijke macht tussenbeide. De mens luistert naar de influisteringen van de wezens die aan de tegenstander zijn onderworpen en zijn levenswandel zal dienovereenkomstig zijn.
Bid daarom om de genade van de innerlijke verlichting. Bid om het werkzaam zijn van de goddelijke geest in u. En vertrouw u dan toe aan de gedachten die bij u binnenstromen. Volg de aandrang van uw hart en u zult niet hoeven te vrezen verkeerd te denken of te handelen. Want God zal het verzoek verhoren en Hij zal zelf werkzaam zijn door Zijn geest in de mensen die zich aan Hem toevertrouwen, zoals Hij het heeft beloofd.
Amen
Traducteurs