L’état de souffrance d'une âme non libérée n’est pas descriptible aux hommes et malgré cela ils doivent savoir que c’est un état de découragement inimaginable qu’ils doivent supporter, et ce savoir doit pousser l'homme à assister ces âmes en les aidant, et pour cela il leur est envoyé toujours de nouveau l'avertissement de ne pas oublier ces âmes. Elles remercient mille fois ces hommes, qui apportent de l’aide à leur tourment au moyen de la prière. Les âmes de l'au-delà, qui à leur décès laissent sur la Terre des hommes avec lesquels elles étaient liées par l'amour, ont un avantage vis-à-vis de celles qui n'ont conquis aucun amour sur la Terre. D’affectueuses pensées et de pieux désirs suivent les premières, ou bien au travers d’intimes prières à de telles âmes il leur arrive de la force et leur position peut s’améliorer considérablement. Chaque pensée affectueuse est ressentie de manière bienfaisante par ces âmes et réveille de nouveau l'amour qui maintenant se manifeste en même temps pour les âmes souffrantes qui ont vécu sur la Terre sans amour. Elles sont vite oubliées, ou bien on pense à elles seulement sans amour et cela agit d’une manière terrible sur leur état dans l'au-delà. Chaque bonne pensée des hommes sur la Terre adoucit les tourments des âmes dans l'au-delà, chaque pensée mauvaise les augmente, et les âmes ne peuvent pas se défendre, ou obliger les hommes à les aimer.
Maintenant l'amour et l'absence d'amour agissent sensiblement, et font sentir à l'âme qui lutte vers le Haut un allègement ou bien une aggravation. Les âmes qui doivent se passer totalement de l'amour des hommes sur la terre dépendent d’elles-mêmes dans la plus sombre ambiance, et leur misère est indiciblement grande. On doit se rappeler particulièrement de ces âmes dans la prière sur la Terre, pour que même celles-ci perçoivent la bénédiction de l'intervention de sorte qu’elles sentent sur elle la Force de l'amour, et pour cela il se produit en eux un changement. Parce que dès qu’une affectueuse pensée effleure ces âmes solitaires, elles s'en aperçoivent et elles se tournent vers le point de sortie de cette pensée, elles s'approchent de l'homme qui a pensé à elles avec miséricorde et observent lui et son être, son action et le parcours de ses pensées. Elles viennent près d’un homme qui leur a fait du bien, bien qu’elles-mêmes ne soient capables que de peu de bons mouvements d'esprit. Mais elles recherchent la cause du fait que leur état de souffrance diminue à la proximité de ces hommes et sentent un allègement perceptible à travers la prière pour les âmes qui luttent dans l'obscurité. Et elles apprennent à reconnaître que l'amour est l'unique moyen pour l'amélioration de leur situation. Et lorsque l'âme a conquis cette connaissance, alors elle devient malléable et de bonne volonté pour aider aussi d’autres âmes, et elle a échappé à la misère la plus amère. Les hommes sur la Terre peuvent sauver beaucoup d'âmes de leur misère, lorsqu’ils cherchent à s'imaginer l'impuissance de ces âmes. Parce que dès qu'ils sentent en eux une étincelle d'amour, la grande souffrance doit toucher leur cœur et stimuler leur volonté à aider ces âmes. Les hommes doivent inclure dans leurs prières ces pauvres âmes auxquelles il manque la force de s'aider par elles-mêmes, ils doivent invoquer Dieu pour Sa Grâce et Sa Miséricorde pour ces âmes, ils doivent leur tourner leur amour et ne jamais se rappeler d'un défunt en l'absence d'amour, pour ne pas augmenter les tourments de celui-ci. Parce qu'alors l'âme est dans le plus grand danger de se durcir totalement et que chaque bon mouvement en elle meure. Mais ces âmes doivent être sauvées et à cela les hommes sur la Terre peuvent y contribuer d’une manière inconcevablement grande.
Amen
TraducteursDe lijdensweg van een niet verloste ziel is de mensen niet te beschrijven. En toch moeten ze weten dat het een onvoorstelbaar troosteloze toestand is die ze moet verdragen. En dit weten moet de mensen ertoe aanzetten zulke zielen hulpvaardig bij te staan en daarom gaat naar hen steeds weer de aanmaning uit deze zielen niet te vergeten. Ze zijn de mensen duizendvoudig dankbaar die hun in hun kwelling hulp brengen door voor hen te bidden. De zielen in het hiernamaals die bij hun overlijden mensen op aarde achterlaten met wie ze in liefde waren verbonden, zijn in het voordeel tegenover diegenen die op aarde geen liefde hebben verworven. De eersten volgen lieve gedachten en vrome wensen na, of door innig gebed voor zulke zielen wordt hun kracht toegestuurd en hun toestand kan zich daardoor aanzienlijk verbeteren. Elke liefdevolle gedachte wordt door de zielen als weldadig ervaren en wekt weer liefde op die zich nu uit tegenover de eveneens lijdende zielen. Maar de zielen die op aarde zonder liefde hebben geleefd, moeten leven in onuitsprekelijk gebrek en lijden. Zij zijn snel vergeten, of er wordt aan hen gedacht in liefdeloosheid en dit heeft een vreselijke uitwerking op hun toestand in het hiernamaals. Elke goede gedachte van de mensen op aarde aan de zielen in het hiernamaals verzacht hun kwellingen. Elke slechte gedachte vergroot ze. En de zielen zelf kunnen zich niet verweren of liefde van de mensen voor zichzelf afdwingen. Nu heeft dus de liefde of de liefdeloosheid een voelbare uitwerking en verlicht of bemoeilijkt de ziel het worstelen om opwaarts te komen.
Zielen die de liefde van de mensen op aarde helemaal moeten ontberen, zijn in de duistere omgeving alleen op zichzelf aangewezen. En hun nood is onuitsprekelijk groot. Aan deze zielen moet op aarde in het bijzonder worden gedacht in gebed, zodat zij de zegen van de voorspraak voelen. Dat ze de kracht van de liefde ervaren en er daardoor een verandering in hen plaatsvindt. Want zodra een liefdevolle gedachte zulke eenzame zielen even beroert, letten ze op en ze wenden zich naar de plaats vanwaar die gedachten uitgingen. Ze komen in de nabijheid van de mens die vol erbarmen aan hen heeft gedacht en slaan hem en zijn wezen, zijn handelen en zijn gedachtegang gade. Ze zullen ook nooit een mens in het nauw brengen die hun goed doet, ofschoon zij zelf maar tot weinig goede opwellingen in staat zijn. Doch ze piekeren over de reden ervan dat de toestand van hun lijden in de nabijheid van die mensen afneemt en zij door het gebed voor de worstelende zielen in de duisternis voelbare verlichting bespeuren. En ze leren inzien dat de liefde het enige middel is om hun toestand te verbeteren. En heeft de ziel dit inzicht verworven, dan wordt ze fijngevoelig en hulpvaardig, ook tegenover de andere zielen, en ze is de bitterste nood ontvlucht.
De mensen op aarde kunnen oneindig veel zielen verlossen uit hun nood, wanneer ze proberen zich de hulpeloosheid van deze zielen voor te stellen. Want als ze een vonkje liefde in zich voelen, moet dat grote leed hun aan het hart gaan en hun wil aansporen deze zielen te helpen. De mensen moeten in hun gebed deze arme zielen opnemen bij welke het aan kracht ontbreekt zichzelf te helpen. Ze moeten God aanroepen om genade en erbarmen voor deze zielen. Zij moeten ze hun liefde doen toekomen en nooit in liefdeloosheid aan een overledene denken om diens kwellingen niet te vergroten. Want de ziel is dan in het grootste gevaar dat ze geheel verhardt en elke goede opwelling in haar langzaam ophoudt. Maar de zielen moeten worden verlost en de mensen op aarde kunnen daartoe onuitsprekelijk veel bijdragen.
Amen
Traducteurs