Un vaste champ d'activité sera toujours disponible pour l’exercice de l'amour, en lui vous pourrez vous exercer constamment, si seulement votre volonté s'approche de l'éternelle Divinité. Dans le total désamour entre les hommes vous reconnaîtrez combien l'esprit de l'homme s'est éloigné de la conscience de Dieu, combien il cherche toujours la satisfaction de son propre «moi» et tout l'amour dont il est capable est pour ce moi. Et de cet amour procède vraiment toujours seulement le mal. Il désire ardemment posséder pour lui tout ce qui est imaginable, il est le motif de tous les vices et de tous les défauts qui ensuite s’attaquent à celui qui est vraiment dans l'amour. Vous le voyez déjà dans la simple manière dont il use pour augmenter ses biens. L'homme aspirera toujours seulement à conquérir tout ce qui lui semble désirable, et pour l'obtenir il ne reculera devant aucun moyen, même s’ils enfreignent les Commandements de Dieu. Il se les appropriera illégitimement, ou bien cherchera à endommager le prochain au moyen de l'astuce et de la tromperie, il ne craindra pas le mensonge si seulement il lui procure le moindre avantage. Mais il ne cherchera jamais l'amour pour le prochain, et avec cela il lui manque tout ce qui peut le porter plus près de l'éternelle Divinité. A contrario la Bénédiction ira vers ceux qui ont une activité orientée vers un vrai amour pour le prochain. Un tel homme s’efforcera toujours de protéger son prochain contre tout ce qui lui semble désavantageux, et il restera toujours dans la Vérité et agira selon les Commandements de Dieu et pourra même se réjouir à tout instant de la Présence de Dieu au moyen d'œuvres faites dans l'amour pour le prochain. Celui qui fait du bien à son prochain d’une manière désintéressée verra sa possession spirituelle augmenter et cela lui procurera dans l'au-delà une récompense impérissable, et pour cela seulement la volonté de l'homme est nécessaire, il pourra alors se réjouir des plus grands délices après la mort corporelle. Les tentations du monde en sont le contrepoids, et l'homme dans son aveuglement ne reconnaît pas la mauvaise valeur des joies terrestres, au contraire il cherche avec tous les moyens à se les procurer, et son sort dans l'au-delà sera donc la misère, l’absence de joie, parce qu'il lui sera donné avec la même mesure qu’il a donné à son prochain dans la vie terrestre. Qui s'aime trop seulement lui-même ne peut jamais se conquérir la Grâce divine, parce que le Seigneur ne bénira jamais son activité et son désœuvrement. Seulement l'exercice de l'amour pour le prochain lui assurera celle-ci. Qui donne volontairement ce qu’il possède, recevra le double et non seulement d’une manière terrestre, mais dans une plus grande mesure encore d’une manière spirituelle, parce que l'amour est le plus grand, et seulement au moyen de l'amour l'homme peut déjà se racheter sur la Terre.
Amen
TraducteursEen uitgestrekt arbeidsveld zal het werken in liefde steeds zijn, onophoudelijk zult u zich daarin kunnen oefenen, als uw wil zich maar neigt tot de eeuwige Godheid. Aan de volheid van liefdeloosheid onder de mensen zult u ook herkennen, hoever de geest van de mens zich heeft verwijderd van het bewustzijn, dat er een God is. Hoe hij alsmaar naar de bevrediging van zijn “ik” zoekt en alle liefde waartoe hij in staat is alleen dit “ik” geldt. En van deze eigenliefde gaat steeds alleen onheil uit. De zucht om al het mogelijk voor zich te bezitten, is de reden van alle slechte gewoonten en ondeugden, die dan aan zo’n mens vol eigenliefde kleven. U kunt het al merken aan het eenvoudige proces van de vermeerdering van goederen. De mens zal steeds alleen maar proberen, alles voor zichzelf te verwerven wat hem begerenswaardig voorkomt en geen middelen schuwen om ze te verkrijgen, die tegen Gods geboden ingaan. Hij zal zich eigen maken wederrechtelijk of door list en bedrog te proberen de medemensen schade toe te brengen. Hij zal de leugen niet schuwen, wanneer die hem maar het geringste voordeel oplevert. Maar de liefde voor de medemens zal hij nooit meer beoefenen en zodoende ontbreekt hem alles, wat hem dichter bij de eeuwige Godheid kan brengen.
Maar in dezelfde mate zegenrijk zal het werkzaam zijn in ware naastenliefde zijn uitwerking hebben. De mens zal steeds zijn best doen de naaste te beschermen tegen alles wat hem zelf nadelig toeschijnt en hij zal zich steeds ophouden in de waarheid en handelen volgens de geboden Gods en zodoende ook, door het aktief zijn in werken van naastenliefde, zich altijd mogen verheugen in de tegenwoordigheid Gods. Wie onbaatzuchtig de medemens het goede toont, diens geestelijk bezit zal groter worden en hem in het hiernamaals een onvergankelijk loon opleveren. En alleen de wil van de mens zal nodig zijn om zich te mogen verheugen in de hoogste gelukzaligheid na de lichamelijke dood.
De verlokkingen van de wereld zijn het tegenwicht en de mens in zijn verblindheid ziet de waardeloosheid van aardse genoegens niet in; veeleer tracht hij zich hiervan met alle middelen meester te maken en zijn lot in het hiernamaals is daarom armzalig en vreugdeloos, omdat hem in dezelfde mate zal worden gegeven, als hij in het aardse leven aan zijn medemensen gaf. Wie nu al te zeer van zichzelf houdt, kan de goddelijke genade nooit voor zich verkrijgen, want de Heer zal zijn doen en laten nimmer zegenen. Alleen het beoefenen van liefde jegens de naaste verzekert deze hem. Wie bereidwillig van zijn bezit weggeeft, zal dubbel ontvangen en niet alleen aards, maar in nog grotere mate geestelijk, want de liefde is het hoogste en alleen door liefde kan de mens zich al op aarde verlossen.
Amen
Traducteurs