Cuando el Amor Eterno se inclina para revelarse a Sí Mismo para revelarse ante vosotros, entonces innumerables rayos irradian hacia la oscuridad de esta Tierra, y atraídos por ellos se reúnen innumerables seres, a quienes la oscuridad les atormenta y que perciben incluso el más mínimo destello de luz y corren hacia ello. Una conexión de la Tierra con el reino espiritual es sumamente bendita, ya que ofrece una manera de transmitir un destello de luz a las almas en el más allá, pues estas almas, especialmente cuando aún son muy inmaduras, permanecen cerca de la Tierra, y a través de tales conexiones pueden llegar al conocimiento que ya no residen en Ella y que, sin embargo, existe un contacto entre el reino terrenal y su paradero actual.
Pero también tales almas son atraídas por lo rayos, que ya no tienen ninguna conexión terrenal, pero cuyas mentes oscurecidas sienten los tormentos de la oscuridad. Incluso para ellas, un pequeño rayo de luz puede ofrecer cierta iluminación del espíritu, y por lo tanto, es una gran bendición cuando un ser humano lo hace posible que el Amor Eterno mismo envié un rayo de luz a la Tierra, pues contra la voluntad de los seres humanos la luz no puede irradiar hacia abajo, hacia la oscuridad. El beneficio que sienten tales almas cuando un rayo de luz les toca es indescriptible, e incluso un alma endurecida puede ablandarse y ceder en su resistencia, pues fue el amor quien la tocó, y el amor tampoco que sin fuerza, tan pronto como el alma va voluntariamente donde contempla la luz.
Y cuando vosotros, los humanos, consideráis que cada conexión íntima con el reino espiritual, cada pensamiento espiritual, y especialmente cada oración en espíritu y en verdad os bañe siempre de luz radiante.... cuando consideráis que siempre estáis rodeados de almas que sólo esperan el destello de un rayo de luz porque ya lo podían presenciar en vosotros, entonces es una consciente obra de Redención por vosotros si tan sólo establecéis esta conexión a menudo, que permite que la luz divina del amor irradia hacia abajo. Porque las almas en las tinieblas solo se les puede mostrar el camino hacia vosotros a través de un destello de luz.... donde, a través del amor y la gracia de Dios también se les muestra el camino que conduce fuera de la oscuridad hacia la luz.
Y si esas almas recibieran siquiera un vislumbre de la obra de Redención del hombre Jesús, si se les diera conocimiento veraz de la obra más grande de amor y misericordia ofrecida para todos los seres humanos, para todos los pecadores, entonces incluso las almas no redimidas en el reino espiritual sabrían que ellas mismas tienen que tomar el camino hacia Él, el divino Redentor Jesucristo.... Entonces el pequeño tenue destello de luz habrá ayudado a volverse cada vez más brillante, y cada alma que se ha dejado tocar por la luz divina del amor ahora traerá grandes multitudes de las tinieblas y de igual manera tratará de atraerlas también al círculo de luz donde ella encontró ayuda y una luz que le ha hecho un bien indecible.... por la cual trata de pagar su gratitud con una actividad redentora.
Es difícil dirigirse a las almas en el más allá que habitan en las tinieblas, porque permanecen tan a la defensa como en la Tierra, y no se les puede conceder luz en contra de su voluntad.... sin embargo, tan pronto como se establece una conexión entre la Tierra y el reino espiritual, que, por la gracia de Dios, no permanece oculta para tales almas una curiosidad verdaderamente humana despierta en ellas, y de forma totalmente inconsciente entran en el círculo de luz que las rodea, para ser tocadas por un rayo de luz del que ya no quieren separarse....
Una vez que se rompe este vínculo y el ser humano regresa a sus pensamientos y deberes terrenales, esos seres, sin embargo, permanecen en su cercanía para no perderse ni un solo rayo de luz cuando brilla de nuevo. Y por lo tanto, toda actividad espiritual es de una bendición inconmensurable, pues tiene un impacto mucho mayor en el más allá que en la Tierra, donde vosotros, los humanos, a menudo registráis poco éxito. Pero las almas os lo agradecerán eternamente, a las que llamasteis desde la oscuridad a través del rayo de amor de Dios, al cual vosotros mismos permitís el acceso a través de vuestra voluntad.
Y si invocáis conscientemente a estas almas no redimidas, podréis realizar una obra de Redención de la mayor magnitud, pues existe una gran necesidad en el reino de las tinieblas donde muchas almas ya languidecen durante tiempos interminables enfrentándose a un nuevo destierro, a menos que escapen todavía de las tinieblas antes del fin y se dejen tocar por un rayo de amor de luz.... Recordad siempre a esas almas en la oración y dadles con frecuencia oportunidad de experimentar el amor misericordioso del divino Redentor Jesucristo, otorgándoles luz a través de vuestra voluntad a ayudarles, llamándolas conscientemente a toda intercesión espiritual. Y será una obra bendita la que estáis realizando....
amén
TraductorWanneer de eeuwige Liefde zich naar u over buigt om zichzelf aan u te bewijzen, dan gaan er talloze stralen naar het donker van deze aarde. En door deze stralen aangelokt verschijnen er talloze wezens bij wie de donkerte pijn doet en die ook het kleinste glimpje licht bemerken en erop toesnellen. Een verbinding van de aarde met het geestelijke rijk is uitermate gezegend, omdat het een mogelijkheid is ook aan de zielen in het hiernamaals een glimpje licht over te brengen. Want dezen houden zich op in de nabijheid van de aarde, in het bijzonder wanneer ze nog zeer onrijp zijn. En ze kunnen door zulke verbindingen tot het inzicht komen dat ze zelf niet meer op aarde vertoeven en dat er toch nog contact is tussen het aardse rijk en hun huidige verblijfplaats. Maar er worden ook zielen door de stralen aangelokt die geen aardse band meer hebben, maar met verduisterde geest de kwellingen van de duisternis ondergaan. Ook hun kan een klein lichtschijnsel nu enige verlichting van de geest schenken. En daarom is het zeer zegenrijk wanneer een mens het mogelijk maakt dat de eeuwige Liefde zelf een lichtstraal naar de aarde kan zenden, want tegen de wil van de mens in kan het licht niet neerstralen in het donker. De weldaad die zulke zielen ondervinden wanneer een straal van licht ook hen treft, is onbeschrijflijk. En ook een hard geworden ziel kan zacht worden en haar weerstand opgeven, want het was de Liefde die haar had aangeraakt en die ook niet zonder kracht blijft zodra de ziel vrijwillig daar verschijnt waar ze licht waarneemt.
En wanneer u mensen nu bedenkt dat elke innige verbinding met het geestelijke rijk, elke geestelijke gedachte en in het bijzonder elk gebed in geest en in waarheid u altijd in een stralend licht plaatst, wanneer u er aan denkt dat u steeds bent omringd door zielen die alleen op het opflitsen van een lichtstraal wachten omdat ze het bij u al konden waarnemen, dan is het een bewuste verlossingsarbeid van u wanneer u maar vaak deze verbinding tot stand brengt, die het naar beneden stralen van het goddelijke licht van de liefde mogelijk maakt. Want de zielen in de duisternis kan steeds alleen maar door een glimpje licht de weg worden gewezen naar u, waar hun nu door de liefde en genade van God ook de weg wordt gewezen die uit het donker naar buiten voert, naar het licht. En wanneer die zielen maar eenmaal helderheid krijgen over het verlossingswerk van de mens Jezus, wanneer hun maar eenmaal naar waarheid kennis kan worden gegeven van het grootste werk van liefde en erbarmen dat voor alle mensen, voor alle zondaars werd aangeboden, dan weten ook de niet verloste zielen in het geestelijke rijk, dat ze zelf de weg moeten inslaan naar Hem, de goddelijke Verlosser Jezus Christus. Dan zal het kleine glimpje licht voor een steeds helderder licht hebben gezorgd en iedere ziel die zich door het goddelijke liefdeslicht liet aanraken, brengt nu weer grote scharen zielen uit de duisternis naderbij en probeert ze eveneens in de lichtkring te dringen, waar zij hulp vond en een licht dat haar onuitsprekelijk goed had gedaan, om welke reden ze haar dank tracht te betuigen met verlossende arbeid.
Het is moeilijk om in het hiernamaals de zielen die in de duisternis vertoeven toe te spreken, want ze hebben nog dezelfde weerstand als op aarde en er kan de zielen ook niet tegen hun wil licht worden geschonken. Maar zodra er een verbinding van de aarde met het geestelijke rijk tot stand wordt gebracht, wat voor zulke zielen door de genade Gods niet verborgen blijft, ontwaakt in hen aanvankelijk een echt menselijke nieuwsgierigheid. En dan treden ze geheel onbewust de lichtkring binnen die zulke mensen omgeeft, om nu ook door een lichtstraal te worden geraakt, waarvan ze zich dan echter niet meer willen scheiden. Is nu zo’n band weer opgeheven, zodat de mens zich weer aan zijn aardse gedachten of plichten wijdt, dan blijven die wezens toch in de nabijheid, om geen lichtstraal te hoeven missen wanneer hij weer oplicht. En daarom is elke geestelijke bezigheid onmetelijk zegenrijk, want ze heeft een nog veel grotere uitwerking in het rijk hierna dan op aarde, waar u mensen vaak weinig resultaat kunt boeken.
Maar de zielen zijn u eeuwig dankbaar - u die hen uit de duisternis riep door de straal van Gods liefdeslicht aan welke u zelf door uw wil toegang verleende. En roept u deze niet verloste zielen nog bewust dichterbij, dan zult u waarlijk verlossingswerk verrichten van zeer grote omvang. Want er is grote nood in het rijk der duisternis, waar vele zielen al eindeloze tijden smachten en een hernieuwde kluistering tegemoet gaan wanneer ze niet nog voor het einde de duisternis ontvluchten en zich door een straal van liefde laten treffen. Denk in het gebed altijd aan die zielen en geef hun ook vaak de gelegenheid de medelijdende liefde van de goddelijke Verlosser Jezus Christus te ondervinden, doordat u hun licht schenkt door uw wil om hen te helpen, door het bewust dichterbij roepen voor elke geestelijke bemiddeling, en u zult een gezegende arbeid verrichten.
Amen
Traductor