Por la fuerza de Dios debéis alcanzar la vida, aunque aún os encontráis en la más profunda oscuridad, en un estado de muerte, pues ella despierta todo lo muerto a la vida. Sin embargo es necesario que la fuerza de Dios os toque primero, porque sólo puede tocaros si lo permitís. Incluso en el estado de muerte, vuestra voluntad no será determinada.... Esto se aplica al ser que ya ha recuperado la conciencia del “yo”.... es decir, al ser humano.... y también al ser que, tras su vida terrenal, entró en el reino del más allá en un estado inmaduro y entonces se hundió en las profundidades.... cuya morada es, por lo tanto, el oscuro reino del adversario de Dios.
Pero mientras este ser aún tenga su conciencia del “Yo”, mientras siga consciente de su existencia, aún tiene la posibilidad de transformar su estado muerto. Puede volver a la vida si deja tocar por la fuerza de Dios. Pero dado que su voluntad es libre, existe un peligro igualmente grande de que no ceda en su resistencia a la irradiación del amor de Dios. Entonces se hunde cada vez más, se endurece en su sustancia espiritual, pierde su conciencia del “Yo” y será desterrado nuevamente en las obras de creación.... Y para evitar un nuevo destierro, para proteger de ello al mayor número posible de seres, esas almas de la tinieblas serán influenciadas continuamente.
Hay una obra de Redención de tal magnitud en marcha, como nunca antes se había llevado a cabo en el reino espiritual. El amor de Dios busca salvar lo que aún se puede salvar, y los seres de luz llevan a cabo esta obra de Redención con corazones tan amorosas que no deja de tener éxito. Una y otra vez, mensajeros de luz se acercan a los seres oscuros, pero que aparecen en su luz radiante, sino que se adaptan, por así decirlo, a la oscuridad y, con gentileza y paciencia, persuaden a esas almas, para que les siguen hacia allí donde es menos doloroso. Y una y otra vez, algunas almas individuales se separan de su entorno, aunque al principio con reticencia, pero el amor de sus salvadores comienza a surtir efecto y se entregan a su guía.
Si se logra salvar solo una de estas almas, entonces surgirá otro ayudante en el reino espiritual, que ahora continuará la obra de redención en las almas con tal celo que su labor jamás será en vano. Pues ahora conoce todos los tormentos y sus causas, y por lo tanto sabe cómo dirigirse adecuadamente a las almas desafortunadas y convencerlas con mayor rapidez. La actividad redentora ahora consiste únicamente en dar a las almas el conocimiento acerca de Jesucristo y Su obra de Redención.... en acercarles al Salvador y Redentor Jesucristo.... hacerles comprender que solo Él puede llevarlas a un estado de dicha y que, por lo tanto, tienen que acercarse a Él.
Y Jesucristo mismo apoya todos los esfuerzos por salvar a las almas de las tinieblas todavía antes del fin, acudiendo en ayudad a todos aquellas que no se oponen del todo a Él. Tan pronto como surge en las almas un pensamiento cuestionador acerca de Jesucristo y Su Obra redentora, una cruz destella ante ellas. Al principio solo como un destello pero que gradualmente se ilumina hasta que finalmente se hace claramente visible si sus pensamientos se posan en el Salvador y Redentor del mundo. Todos esto ya son donaciones de fuerza, pero que no deben ser coercitivas y, por lo tanto, se adaptan al comportamiento de cada alma.
Pero inevitablemente, el alma que solo desea vivir llega a la vida. Y después del estado de tormento infinito en las tinieblas, el deseo de vida en esas almas crece cada vez más, y cada vez hay más almas que emergen de las tinieblas al ser invocadas por almas que desean ayudar, cuando las almas que quieren ayudar les piden que las sigan. Y sus guías siempre las llevarán a donde puedan recibir una pequeña luz cuyos beneficios sienten, de modo que la mayoría ya no quiere alejarse de la luz. Y aunque su estado aún es muy deficiente y lamentable, se han liberado del abismo más profundo, y esto también significa un ascenso seguro, porque ahora ya no rehúyen ningún esfuerzo, aprovechan hasta la más mínima donación de fuerza y están listas para ayudar de nuevo, e innumerables almas se salvan de un nuevo destierro, innumerables almas emprenden el camino hacia arriba después de un tiempo interminable....
amén
TraductorDoor de kracht van God zult u levend moeten worden, ofschoon u zich nog in de diepste duisternis, in de toestand van de dood bevindt, want ze wekt al het dode tot leven. Dat echter de kracht van God u aanraakt is allereerst noodzakelijk, want ze kan u pas dan treffen, wanneer u deze aanraking toelaat. Ook in de toestand van de dood wordt uw wil niet bepaald. Dit geldt voor het wezen dat het zelfbewustzijn al weer heeft teruggekregen - dus de mens - en ook voor het wezen dat na zijn wandel op aarde in onrijpe toestand is binnengegaan in het rijk hierna en dan weggezonken is in de diepte, van wie de verblijfplaats dus het duistere rijk van de tegenstander van God is. Maar zolang dit wezen nog zijn zelfbewustzijn heeft, zolang het zich nog van zijn bestaan bewust is, is er ook voor dit wezen nog de mogelijkheid zijn dode toestand te veranderen. Het kan weer levend worden, wanneer het zich door de kracht van God zal laten treffen.
Omdat echter zijn wil vrij is, bestaat het even grote gevaar dat het zijn weerstand tegen de bestraling door Gods liefde niet opgeeft. Dan zinkt het steeds dieper weg, het verhardt in zijn geestelijke substantie, het verliest zijn zelfbewustzijn en wordt weer opnieuw in de werken van de schepping verbannen. En om het lot van de hernieuwde kluistering af te wenden, om zoveel mogelijk wezens daarvoor te behoeden, wordt er onafgebroken op die zielen van de duisternis ingewerkt.
Er is een verlossingswerk van zo grote omvang gaande, zoals het nooit tevoren in het geestelijke rijk heeft plaatsgevonden. De liefde Gods tracht te redden wat er nog te redden valt. En het verlossingswerk wordt door de lichtwezens uitgevoerd met zulke van liefde vervulde harten, dat dit ook niet zonder resultaat blijft. Steeds weer komen boden van het licht de duistere wezens naderbij, die echter als boden niet in hun stralend licht verschijnen, maar zich als het ware aan de duisternis aanpassen en in zachtmoedigheid en geduld op die zielen inpraten, opdat ze hen daarheen zouden willen volgen waar het minder kwellend is. En steeds weer maken enkele zielen zich los uit hun omgeving, al is het in het begin met tegenzin. Maar de liefde van hun redders begint al te werken en ze vertrouwen zich toe aan hun leiding. Lukt het nu slechts één van deze zielen te redden, dan komt daar voor het geestelijke rijk weer een helper meer uit voort, die nu het verlossingswerk bij de zielen voortzet en wel met een ijver zodat hij nooit vergeefse arbeid verricht. Want hem zijn alle kwellingen en de oorzaak ervan nu bekend. En hij weet daarom ook de ongelukkige zielen juist aan te pakken en ze ook sneller te overtuigen.
De verlossende arbeid nu bestaat alleen daarin, de zielen in kennis te stellen van Jezus Christus en Zijn verlossingswerk. Hun de Heiland en Redder Jezus Christus naderbij te brengen. Hun bekend te maken dat alleen Hij hen in een staat van blijdschap kan verplaatsen en dat Hij erom moet worden gevraagd. En Jezus Christus zelf ondersteunt alle inspanningen met betrekking tot de redding van de zielen uit de duisternis nog voor het einde, doordat Hij allen te hulp komt die zich niet geheel afwijzend tegenover Hem opstellen. Zodra er in de zielen maar een vragende gedachte over Jezus Christus en Zijn verlossingswerk opkomt, flitst er voor de zielen een kruis op, eerst slechts als een zwak schijnsel, maar dan steeds helderder, om uiteindelijk duidelijk zichtbaar voor hen te zijn, wanneer hun gedachten langer blijven stilstaan bij de Heiland en Verlosser van de wereld. Dit zijn allemaal al schenkingen van kracht, die echter geen dwang mogen uitoefenen en daarom aangepast zijn aan het gedrag van elke afzonderlijke ziel.
Maar onherroepelijk komt de ziel tot leven die maar begeert te leven. En na de toestand van eindeloze kwelling in de duisternis, wordt het verlangen naar leven bij die zielen steeds groter. En steeds meer zielen ontstijgen de duisternis wanneer ze door zielen die willen helpen worden aangemaand hen te volgen. En hun leiders zullen hen steeds daarheen leiden waar ze een klein lichtje kunnen ontvangen, waarvan ze de weldaad voelen zodat ze zich meestal ook niet meer van het licht willen verwijderen. En al is nu ook hun toestand nog zeer gebrekkig en beklagenswaardig, ze hebben zich daarentegen losgemaakt van de diepste afgrond en dat betekent ook een zekere klim omhoog. Want nu schuwen ze geen moeite. Ze benutten ook de geringste gave van kracht juist en zijn van hun kant weer tot hulp bereid. En ontelbare zielen blijven voor de hernieuwde kluistering behoed, ontelbare zielen nemen na eindeloos lange tijd de weg naar boven.
Amen
Traductor