• Volver

Actividad redentora en el Más Allá

Vosotros podréis participar en la Obra de Redención - porque esto será vuestra tarea en el Reino del Más Allá, una vez que estéis suficientemente madurados para que os pueda ser adjudicada una actividad:

Llevaréis Luz a las tinieblas porque vosotros mismos sabéis por experiencia lo angustioso que es el tener que subsistir en ellas, ¡con la bienaventuranza que la Luz os ha proporcionado! Ninguna alma redimida estará inactiva, y cada alma estará incluida en el conjunto de todas aquellas que realizan un trabajo redentor. Porque el amor que llevan en ellas las estimula a ayudar a las desgraciadas para llevarlas al camino de regreso a Dios - para El que ahora, incansables, actúan y surten efecto, pues están colmadas de amor a Él y alimentan la misma Voluntad de Él.

En este plan está garantizada la salvación de todo lo espiritual, aunque todavía pasen tiempos eternos hasta que todo lo espiritual haya realizado su vuelta a Dios, de Quien cierta vez se había separado por voluntad propia. Pero la misma libre voluntad también es determinante durante el proceso de Redención de cada alma... El alma también puede adoptar una actitud de rechazo y retrasar su regreso a Dios por un tiempo interminable, pero aun así las almas ya redimidas interceden en favor de ellas... de modo que ningún hombre en la Tierra y ninguna alma en el Reino del Más Allá está completamente sin ayuda. De ahí resulta que cada vez de nuevo les está ofrecida la ocasión de decidirse por el camino del regreso a Dios - pues les está bien señalado.

Si los hombres durante su vida en la Tierra con testarudez se cierran a toda incitación de elegir el camino espiritual, entonces también en el Más Allá a estas almas se les abren cada vez de nuevo hendiduras de Luz en las que este camino se hace reconocible, porque el alma de Luz tiene piedad de aquellas almas cuando migran por tinieblas profundas... De modo que así ahora comienza la actividad de los seres ya redimidos a ayudar también a estas pobres almas a alcanzar la salvación. Por eso no hay alma sin campo de actividad ni alma sombría que no tenga guía, pero únicamente la libre voluntad del alma sombría determina el éxito...

Y cuando la Obra de Redención ha tenido éxito en una sola alma, entonces otra vez está ganada una fuerza redentora para el mundo tenebroso - una fuerza que realizará una obra inimaginable porque ahora está colmada de amor... y, llevada por su gratitud, está dispuesta a producir toda ayuda imaginable. Cada alma tiene su séquito en el que influirá con diligencia, aunque durante mucho tiempo aún encuentre resistencia. Pero su amor no se cansará... y amor siempre traerá salvación porque no hay ser que, a la larga, pudiera oponer resistencia al amor.

En realidad, la Redención definitiva podría ya realizarse en la Tierra, dado que para esto Jesús ha sufrido y muerto crucificado... para que los hombres ahora pudieran obtener fuerza y participar en las Gracias de la Obra de Redención, si tan sólo lo quisieran... Pero tampoco Jesús ha ejercido presión sobre la voluntad - la que puede aprovechar de la Obra de Redención o la deja desaprovechada...

Pero lo que en la Tierra fue omitido puede ser perseverado en el Más Allá, porque también allí se realiza trabajo redentor, y Jesús puede ser invocado para que conceda su Gracia y su Misericordia. Cada alma que le ha encontrado y que por Él fue redimida de pecado y muerte también llamará la atención de las demás sobre Él. Pues llamará la atención de las almas no redimidas sobre su Amor y llevará sus pensamientos a la Obra de Misericordia del Hombre Jesús - de modo que procurará guiar a cada alma aún no redimida al Redentor divino Jesucristo. Y su amor que continuamente va aumentando también lo conseguirá, porque el amor consigue todo... pues el amor no puede sino participar en la Obra de Redención –la que comenzó con el Calvario de Jesús y no terminará antes de que todo lo espiritual todavía cautivo esté liberado de todas ataduras y que de esta manera haya llegado a la Vida y a la bienaventuranza– hasta que el regreso a Dios se haya realizado del todo... hasta que todo lo espiritual surgido de Dios haya vuelto a la Casa del Padre...

Amén.

Verlossende activiteiten in het hiernamaals

Ook u zult kunnen deelnemen aan het verlossingswerk, want dat is uw werk in het rijk hierna als u zelf zo ver voltooid bent dat u een activiteit kan worden toegewezen. U zult dan licht binnendragen in de duisternis omdat u zelf ervaren hebt hoe smartelijk het is in het duister te moeten gaan en welke gelukzaligheid dat licht u bereid heeft. Geen ziel die zelf verlost is zal werkeloos zijn en iedere ziel zal daarom worden ingedeeld in de schare van hen die aan de verlossing werken. Want zij allen worden door de liefde in henzelf er toe bewogen de ongelukkigen te helpen en ze terug te voeren tot God, voor wie zij nu onvermoeid werken en bezig zijn omdat zij van gelijke wil zijn en vervuld van liefde tot Hem. En zo is ook de verlossing gegarandeerd voor al het geestelijke, al zullen nog eindeloos lange tijden voorbijgaan tot al het geestelijke is teruggekeerd tot God, van wie het zich eens afgescheiden heeft in vrije wil. Maar deze vrije wil is ook beslissend voor de duur van het verlossingsproces van iedere ziel afzonderlijk. Want de ziel kan zich ook nog verweren en haar terugkeer tot God nog eindeloos lang vertragen, doch steeds ontfermen zich de reeds verloste zielen over haar, waardoor dus geen mens op aarde en geen ziel in het rijk hierna volledig zonder hulp is. En zo is het ook te verklaren dat hun steeds weer de gelegenheid geboden wordt de weg van terugkeer tot God te betreden, omdat die hun gewezen wordt.

Wanneer de mensen zich in het aardse leven nu hardnekkig afsluiten van elke aansporing om de geestelijke weg te betreden, dan gaan voor deze zielen in het hiernamaals toch altijd weer lichtspleten open, die hun die weg duidelijk zichtbaar laten worden omdat het de lichtzielen medelijden inboezemt als deze zielen in diepste duisternis voortgaan. En zo begint nu de bezigheid van de verloste wezens om voor de verlossing van deze arme zielen te zorgen. En daarom is geen ziel zonder een arbeidsveld, zoals ook geen ziel in het donker zonder leiding is, maar de vrije wil van deze laatste bepaalt het succes. Is echter het verlossingswerk bij een afzonderlijke ziel gelukt, dan is er ten behoeve van de duistere wereld weer een verlossende kracht bij gewonnen die weer onvoorstelbare arbeid verrichten kan en zal, omdat zij nu met liefde is vervuld en uit dankbaarheid tot elke denkbare hulp bereid is. En iedere ziel heeft haar aanhang aan welke zij bijzonder ijverig werken zal, ook al stuit zij lange tijd op weerstand. Haar liefde geeft niet op en liefde zal steeds verlossen, omdat geen wezen zich op den duur kan verzetten tegen de liefde.

De volkomen verlossing zou wel al op de aarde kunnen plaatsvinden, omdat Jezus Christus geleden heeft en aan het kruis gestorven is opdat de mensen nieuwe kracht kunnen ontvangen, opdat zij de genade van de verlossing deelachtig kunnen worden als zij dat willen. Maar de wil is ook door Jezus Christus niet onder druk gezet, en alleen de wil maakt gebruik van het verlossingswerk of laat het onbenut. Maar wat op de aarde verzuimd werd, kan in het hiernamaals worden voortgezet, omdat ook daar verlossende arbeid verricht wordt en Jezus Christus ook dan nog kan worden aangeroepen om Zijn genade en erbarmen. En iedere ziel die zelf de weg naar Hem gevonden heeft en door Hem verlost werd van zonde en dood, zal ook weer op Hem wijzen. Zij zal iedere nog niet verloste ziel Zijn liefde verkondigen, zij zal haar aandacht op het grote werk van barmhartigheid van de mens Jezus vestigen en dus proberen iedere nog onverloste ziel tot de goddelijke Verlosser Jezus Christus te voeren. En haar steeds werkzame liefde zal er ook in slagen, want de liefde bereikt alles. En de liefde kan niet anders dan deelnemen aan het verlossingswerk, dat met de kruisdood van Jezus begon en nooit meer zal ophouden, tot al het nog niet verloste geestelijke vrij is van elke keten. Tot het tot leven en zaligheid is gekomen, tot de terugkeer naar God geheel voltrokken is en tot al het van God uitgegane geestelijke weer in het vaderhuis is teruggekeerd.

Amen