Compare proclamation with translation

Other translations:

Soul work: transforming self-love into neighbourly love....

Nothing can release you from doing soul work on yourselves if you want to acquire eternal life. The transformation of your being is a work of free will. It is the transformation from self-love to unselfish neighbourly love, for the latter alone is divine love, a love as it corresponds to the original being of God.... a love which works itself out as strength and which is the principle of divine order. But at the beginning of his embodiment the human being is filled with self-love as an inheritance from the one who is devoid of all love and to whom you owe your existence as a human being. For once you were divine beings filled with light and strength, you came forth from God's love and thus were also filled with love as His creations. But it was a pure, selfless, divine love which only ever sought to please, which pushed back towards the eternal love and stood in intimate union with it. But this love changed through the influence of the one who turned away from God in self-conceit and who also transferred his will and his attitude to you. And the turning away from God resulted in His love also encountering resistance, that you rejected it and thus it could no longer take effect on you, because all resistance nullifies the effectiveness of love. But the fact that God does not abandon His creations which emerged from His strength of love.... that He constantly seeks to regain their love and that He therefore found a way to enable their return to Him again is based on His infinite love. However, the return to Him can only take place when the being accepts His strength of love again, which means that it gives up its resistance, that it changes, that it reshapes itself into what it was in the beginning.... that the wrong love, ego love, thus changes into divine love again.... But this transformation of the being also requires conscious work on oneself.... At the beginning of his embodiment, the human being is always only concerned to care for himself and his physical well-being, and to strive.... He will always think more of himself than of his neighbour, he will first look after his body than perform works of love for his fellow human being, because he is still dominated by self-love as a result of his former apostasy from God. But if he now carries out conscious soul work, then he will also make an effort to displace all selfish love from himself and replace it with unselfish neighbourly love.... And that means a transformation of his nature, for gentleness, humility, peaceableness, justice, mercy and patience will always have a beneficial effect on fellow human beings, but they also require a putting aside of the 'I' and physical desires, a fighting against weaknesses and faults.... thus ego love will slowly change into pure selfless love which always wants to make happy. You must irrevocably accomplish this work of the soul, and no-one can take this work from you, it is the purpose of your earthly life, it is the sure path of return to God and to eternal beatitude. And there is nothing that releases you from this conscious work on your soul, there are no other means which give you beatitude by circumventing this work on yourselves. You are all afflicted with faults and weaknesses because you have given up your former perfection by falling away from God, by rejecting His love.... But you can attain perfection again, you can become full of light and strength again, yet you first have to align yourselves with God's original nature again, otherwise the divine flow of love cannot flow through you. And this is also possible for you in the human stage if only you have the serious will to do so and therefore consciously work on yourselves. The strength also comes to you as soon as you ask God for it. And what you initially feel to be difficult work will always become easier for you, because then you yourselves will feel an unknown happiness which only pure, divine, self-surrendering love can provide. But as long as the human being still puts his own well-being first, this inner feeling of happiness is also alien to him, even if his body creates well-being for itself.... But it is about the soul.... For this is your actual self, which should take the path back to God if it wants to expect an eternal life in bliss and be received by God as His child into the father's house again....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Arbeid aan de ziel: verandering van de eigenliefde tot naastenliefde

Niets kan u ervan ontheffen zelf te werken aan uw ziel wanneer u het eeuwige leven wilt verwerven. De omvorming van uw wezen is arbeid van de vrije wil. Het is de omzetting van de eigenliefde in de onbaatzuchtige naastenliefde, want alleen deze laatste is goddelijke liefde. Een liefde die met het oer-wezen van God overeenstemt, een liefde die kracht als uitwerking heeft en die het principe is van de goddelijke orde. De mens is echter bij het begin van zijn belichaming vervuld van eigenliefde, als erfenis van degene die zonder enige liefde is en aan wie u uw bestaan als mens hebt te danken. Want eens was u goddelijke wezens, vervuld van licht en kracht. U was voortgekomen uit de liefde van God en dus ook als Zijn scheppingen vervuld van liefde. Maar het was een zuivere, onzelfzuchtige, goddelijke liefde die steeds alleen gelukkig trachtte te maken, die terugdrong naar de eeuwige liefde en met haar in innige verbinding stond. Maar deze liefde veranderde geheel door de invloed van hem die zich in eigenwaan van God afwendde en die zijn wil en zijn gezindheid ook op u overdroeg. En het zich afkeren van God had tot gevolg dat ook Zijn liefde op weerstand stuitte, dat u haar afwees en ze dus niet meer bij u werkzaam kon worden, omdat elke weerstand de werkzaamheid van de liefde opheft.

Maar dat God Zijn schepselen die uit de kracht van Zijn liefde voortkwamen niet opgeeft, dat Hij onophoudelijk probeert hun liefde weer terug te winnen en dat Hij daarom een weg vond waarover de terugkeer naar Hem weer mogelijk werd gemaakt, is gebaseerd op Zijn eindeloze liefde. Maar de terugkeer naar Hem kan alleen plaatsvinden wanneer het wezen de kracht van Zijn liefde weer aanneemt, wat zoveel betekent als dat het zijn weerstand opgeeft, dat het zich verandert, dat het zich weer omvormt tot dat wat het was in het allereerste begin, dat dus de verkeerde liefde, de eigenliefde, weer geheel verandert in goddelijke liefde. Deze omvorming van het wezen vereist echter ook bewuste arbeid aan zichzelf.

De mens is er bij het begin van zijn belichaming steeds alleen maar op bedacht om voor zichzelf en zijn lichamelijk welzijn te zorgen en hiernaar te streven. Hij zal steeds meer aan zichzelf denken dan aan zijn naasten. Hij zal eerst zijn eigen lichaam verzorgen, alvorens voor de medemens werken van liefde te verrichten, omdat de eigenliefde hem nog beheerst als gevolg van de eertijdse afval van God. Maar verricht hij nu bewust arbeid aan zijn ziel, dan zal hij ook zijn best doen elke eigenliefde uit zichzelf te verdringen en ze te vervangen door onbaatzuchtige naastenliefde. En dat betekent de omvorming van zijn wezen, want zachtmoedigheid, deemoed, vredelievendheid, rechtvaardigheid, barmhartigheid en geduld zullen zich bij de medemens steeds als een weldaad laten voelen, zoals ze echter ook het achterstellen van het ik en van de lichamelijke wensen, een strijden tegen zwakheden en fouten vereisen, dus de eigenliefde langzaam zal veranderen in zuivere, onbaatzuchtige liefde die steeds gelukkig wil maken.

Deze arbeid aan uw ziel zult u onherroepelijk moeten verrichten en deze arbeid kan niemand u uit handen nemen. Ze is het doel van uw leven op aarde. Ze is de zekere weg van de terugkeer naar God en naar de eeuwige gelukzaligheid. En er is niets wat u van dit bewuste werken aan uw ziel ontslaat. Er zijn geen andere middelen die u gelukzaligheid schenken buiten die arbeid aan uzelf om. U bent allen met fouten en zwakheden behept, omdat u de vroegere volmaaktheid hebt opgegeven door de afval van God, door Zijn liefde af te wijzen. Maar u zult weer volmaakt kunnen worden. U zult weer vol van licht en kracht kunnen worden. Maar tevoren zult u zich weer aan het oer-wezen van God moeten aanpassen, daar anders de goddelijke liefdesstroom u niet kan doorstromen. En dit is voor u ook mogelijk in het stadium als mens, wanneer u maar serieus de wil daartoe hebt en dus bewust aan uzelf werkt.

De kracht wordt u ook toegestuurd, zodra u God daarom vraagt. En wat u aanvankelijk als moeilijke arbeid ervaart, zal u steeds gemakkelijker vallen, omdat u zelf dan een ongekend geluk voelt dat alleen de zuivere, goddelijke, zichzelf opofferende liefde bereiden kan. Maar zolang de mens nog zijn eigen welzijn vooropstelt, is hem ook dit innerlijke geluk vreemd, zelfs wanneer zijn lichaam zich welbehagen verschaft. Maar het gaat om de ziel, want deze is uw eigenlijke ik, die de terugweg naar God moet gaan, wil ze een eeuwig leven in gelukzaligheid verwachten en door God als Zijn kind weer worden opgenomen in het vaderhuis.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte