I do not withdraw My love from any being, no matter how low it has sunk, no matter how far it is from Me.... For it once came forth from My love and will eternally remain in My love. And this also applies to the first-created being whose sinfulness distanced it infinitely far from Me.... whose arrogance resulted in its fall into the deepest abyss and which requires eternal times until it has found its way back to Me again.... until it returns to its father's house and is received back by Me as My son.... until its love also fully belongs to Me again. This being was called from eternity to supreme beatitude, and therefore it was created in My image, which could dispose of light and strength without limitation and therefore its beatitude was also unlimited. The fact that this being fell made it sinful to an extent which you humans have no idea of, for it had supreme knowledge, it consciously sinned against its creator and father, Whom it also recognized as its source but did not want to acknowledge.... This was its sin because it rejected My love by denying Me Myself and thus established the abysmal distance from Me. It consciously threw itself up to My adversary, to My enemy, and henceforth fought against Me.... A return of this being takes eternities because it has to go back the same way in order to reach Me, and because the turning away from Me also required eternities, because its ascent also has to be covered step by step and cannot be skipped arbitrarily. A sudden change of will is therefore not possible for this being because it did not allow itself to be captured like all other fallen beings, for it was not able to be ascended by My first-created being.... as My first-created bearer of light.... I left him free when he refused to take the same path through creation. But this refusal became a service for Me as well as for the beingness which had fallen into the abyss through its guilt. He now served Me as a counter pole in the free will decision of those fallen ones.... Every possibility to return to the father's house has also been opened up to him because My never-ending love is also meant for him. But I do not force any being's will to be submissive to Me.... This is the difference that I bind no-one by My power while he keeps his beings bound. If I bind the beingness in the works of creation and take away its free will, then this is a work of My love for the wretch, which I only snatch from its power in order to make it able to decide freely for once.... But he himself is not under any power, he is free, and everything he does is his innermost urge, and this is truly evil.... And he will never give up his resistance against Me as long as he is strong, only when he is down with weakness will he call out to Me.... But it is different with the beings he has plunged into the abyss, which lost My strength of love due to the removal, although I Myself did not withdraw love from them, and which would be eternally held in the abyss by his power if I did not assist the completely powerless and withdraw it from his influence until it has enough strength again to be able to freely choose its lord. Then, however, My adversary will demand his right, which I will not deny him because the beings once followed him voluntarily. Then therefore.... in the stage as a human being.... the spiritual battle takes place, the influencing of the human being's free will by good or bad forces.... And this struggle is brought to a decision by love. Love will and must always win the victory.... And you will now understand that and why loving intercession for this struggling spiritual being is of greatest success.... You will understand that My might may not intervene because I do not force any being.... that My adversary can only ever be opposed by love and that this is the only weapon he succumbs to, which weakens him so that he releases what belongs to him. Jesus Christ offered the greatest labour of love for the redemption of the unfree and thereby snatched all the souls from the adversary which took refuge under His cross.... But in order to take the path to the cross many beings also need help, which can therefore be given to them through loving intercession on the part of already free people.... Loving intercession is a great factor in the redemption of the souls under My adversary's control.... who is the only being in all of infinity which wants to rule and exerts coercion on the spiritual being which was originally created in fullest freedom, but who is not under My control insofar as I determine his thinking, willing and acting.... From My point of view this being is also completely free.... To whom, then, do you want to appeal for this being? And what do you want to achieve through your prayer? That I change its will?.... That I might appease his hatred? That I may move him to repentance, which he must do voluntarily? All paths are open to him, I do not hinder him but I do not exert any compulsion on him, even no compulsion of love, because his fall was and is different from the fall of the beings he brought into being with My strength.... and because he is their enemy and acts as an enemy towards them, because he prevents these beings from attaining happiness and bliss again as they once did.... He faces Me as an adversary and he loads sin after sin onto his head as long as he abuses his power and so oppresses the being in the stage of free will that the return to Me is only possible for him through the help of Jesus Christ.... Only love can release you from his power.... and if you wanted to release him then you would have to love him, and that means uniting with him.... Your help you can give only consists of redeeming his followers so that he will be weakened, for he will never change as long as spiritual things still belong to him; only when he stands alone, when everything he once overthrew has reached the height again, will he give up his hatred, his arrogance and his will which is contrary to Me, and then My love can take hold of him and I can be a loving father to him again.... For then he will desire My love again, as it was in the beginning....
Amen
TranslatorGeen wezen onttrek Ik Mijn Liefde, al is het nog zo diep gezonken, al is het nog zo ver van Mij verwijderd. Want het is eens uit Mijn Liefde voortgekomen en zal eeuwig in Mijn Liefde blijven. En dit geldt ook voor het eerstgeschapen wezen, wiens zondigheid het oneindig ver van Mij verwijderde, wiens aanmatiging de val in de diepste diepte tot gevolg had en dat eeuwige tijden nodig heeft tot het weer de weg naar Mij heeft teruggevonden, tot het weer in zijn vaderhuis zal terugkeren en als Mijn zoon weer door Mij wordt opgenomen, tot ook zijn liefde Mij weer geheel en al toebehoort.
Dit wezen was van eeuwigheid voorbestemd voor de hoogste gelukzaligheid en daarom was het geschapen als Mijn evenbeeld, dat onbeperkt over licht en kracht kon beschikken en daarom was ook zijn gelukzaligheid onbegrensd. Dat dit wezen gevallen is, deed het zondig worden in een mate, waarvoor u mensen elk begrip ontbreekt. Want het bezat het hoogste inzicht. Het zondigde bewust tegen Zijn Schepper en Vader, Die het ook herkende als zijn Oorsprong, echter niet wilde erkennen. Dit was zijn zonde, omdat het door het afwijzen van Mij Zelf, Mijn Liefde afwees en zo dus de verwijdering van Mij - zo diep als een afgrond - tot stand bracht. Het wierp zich bewust op als Mijn tegenstander, als Mijn vijand, en streed voortaan tegen Mij.
Voor een terugkeer van dit wezen zijn eeuwigheden nodig, omdat het dezelfde weg terug moet gaan om bij Mij te komen en omdat ook het zich van Mij afkeren eeuwigheden heeft gevergd, omdat de klim omhoog ook bij hem trede voor trede moet worden afgelegd en niet willekeurig kan worden overgeslagen. Een plotselinge wilsverandering van dit wezen is daarom niet mogelijk, omdat het zich niet gevangen liet nemen zoals alle andere gevallen wezens. Want hem, als Mijn eerstgeschapen lichtdrager, liet Ik de vrijheid, toen hij weigerde dezelfde gang door de schepping te gaan.
Maar deze weigering werd voor Mij een dienst, evenals voor het door zijn schuld in de diepte gevallen wezenlijke. Hij diende Mij nu als tegenpool, in de vrije wilsbeslissing van het andere gevallene. Ook aan hem is elke mogelijkheid om terug te keren in het vaderhuis ontsloten, omdat ook hem Mijn nooit eindigende Liefde geldt. Maar de wil van geen enkel wezen dwing Ik om Mij volgzaam te zijn. Dit is het verschil, dat Ik niemand door Mijn Macht bind, terwijl hij zijn wezens geketend houdt. Wanneer Ik het wezenlijke bind in de scheppingswerken en het de vrije wil ontneem, dan is dit een werk van Mijn Liefde voor het ongelukkige, dat Ik alleen maar aan zijn macht ontruk, om het in staat te stellen, eens vrij te kunnen kiezen.
Maar hij zelf staat onder geen enkele macht. Hij is vrij en alles wat hij doet is zijn innerlijke aandrift en deze is waarlijk slecht. En nooit zal hij zijn weerstand tegen Mij opgeven, zolang hij sterk is. Pas wanneer hij van zwakte op de grond ligt, zal hij naar Mij roepen.
Maar anders is het gesteld met de wezens, die hij in de diepte heeft gestort, die door de afstand Mijn Kracht van Liefde kwijt raakten, ofschoon Ik Zelf hun de liefde niet onttrok en die door zijn macht eeuwig in de diepte zouden worden vastgehouden, wanneer Ik het totaal krachteloze niet zou bijstaan en het zolang aan zijn invloed zou onttrekken, tot het weer zoveel kracht bezit, vrij te kunnen beslissen in de keuze van zijn heer. Dan eist Mijn tegenstander zeer zeker zijn recht op, dat Ik hem niet zal weigeren, omdat de wezens hem eens vrijwillig zijn gevolgd. Dus dan, in het stadium als mens, vindt de geestelijke strijd plaats; de beïnvloeding van de vrije wil van de mens door goede of slechte krachten. En de liefde geeft in deze strijd de doorslag. De liefde moet en zal steeds zegevieren.
En u zult nu begrijpen, dat en waarom liefdevolle voorbede voor dit worstelende geestelijke het beste resultaat heeft. U zult begrijpen, dat Mijn Macht niet mag ingrijpen, omdat Ik geen wezen dwing; dat tegenover Mijn tegenstander steeds alleen maar liefde kan worden gesteld en dat dat het enige wapen is, waarvoor hij bezwijkt. Het maakt hem zwak, zodat hij het aan hem toebehorende vrijlaat.
De grootste daad van liefde voor de verlossing van het onvrije bood Jezus Christus aan en Hij ontrukte daardoor de tegenstander al die zielen, die onder Zijn kruis vluchtten. Maar om de weg naar het kruis te nemen, daar hebben veel wezens ook nog hulp bij nodig, die hen dus door liefdevolle voorspraak van de kant van reeds vrije mensen kan worden verleend. Voorbede in liefde is een grote factor bij de verlossing van de zielen, die zich in de macht bevinden van Mijn tegenstander, die het enige wezen is in de gehele oneindigheid, dat heersen wil en dat dwang uitoefent op het oeraanvankelijk in volledige vijheid geschapen geestelijke, die echter niet in Mijn Macht is, inzoverre, dat Ik te beslissen heb hoe hij moet denken, willen en handelen. Van Mij uit is ook dit wezen volledig vrij.
Tot wie zou u dus nu willen voorspreken voor dit wezen? En wat wilt u door uw gebed wel bereiken? Dat Ik zijn wil verander? Dat Ik zijn haat verzacht? Dat Ik hem zal bewegen terug te keren, wat hij vrijwillig moet aanpakken?
Hem staan alle wegen open. Ik hinder hem niet, maar Ik oefen geen enkele dwang op hem uit, zelfs geen dwang door liefde, omdat zíjn val iets anders was en is dan de val der wezens, die hij in het leven riep met Mijn Kracht, en omdat hij de vijand is van hen en hen als vijand behandelt, omdat hij verhindert, dat deze wezens weer gelukkig en gelukzalig worden zoals eens. Tegenover Mij staat hij als tegenstander en hij laadt zonde op zonde op zijn hoofd, zolang hij zijn macht misbruikt en het wezenlijke in het stadium van de vrije wil zo in het nauw brengt, dat de terugkeer voor het wezenlijke naar Mij juist alleen mogelijk is, door de hulp van Jezus Christus.
Alleen de liefde verlost uit zijn macht. En zou u hem willen verlossen, dan zou u van hem moeten houden. En dat betekent, u met hem te verbinden. Uw hulp, die u zult kunnen verlenen, bestaat alleen daarin, zijn aanhang te verlossen, opdat hij zwakker zal worden. Want nooit zal hij veranderen, zolang hem nog iets geestelijks toebehoort. Pas wanneer hij alleen staat, wanneer al het door hem eens ten val gebrachte weer omhoog is geklommen, zal hij zijn haat, zijn hoogmoed en zijn Mij weerspannige wil opgeven. En dan kan Mijn Liefde hem vastpakken en kan Ik weer een liefdevolle Vader voor hem zijn. Want dan begeert hij weer Mijn Liefde, zoals het was in het allereerste begin.
Amen
Translator