He who languishes in darkness shall receive light as soon as he desires it. My merciful love applies to all these unhappy beings who, partly in the flesh and partly in the spirit, are in a state which is agonizing and sad because they cannot release themselves from it and are dependent on loving help. It is certainly their own fault, for they could reach the light as long as they live on earth, yet I do not reject them for this reason but again and again help them up to the light as soon as they want to be helped. But precisely their will often pushes back the loving hand which stretches itself towards them, and then darkness remains their fate until they change their will. Yet again and again I let rays of light flash to release them from their torpor, to let them feel a benefit for seconds which shall move them to long for such rays of light.... For only then can they be helped, only then can they be given what they desire.... A redemption from the abyss always signifies a comprehensive work of salvation, for a single soul draws countless souls up with it because it knows the adversity itself and cannot help but help the suffering souls as soon as it has received a glimmer of light itself. And therefore the salvation of a single soul is an indescribable blessing, which has an even greater effect in the kingdom of the beyond than on earth, for the soul which still dwells on earth does not feel the state of darkness so much and can also muster little understanding again if it is offered a light. But the work of redemption, which is successful in the beyond, will have a great effect, for these souls lack everything and a ray of light is an overwhelming abundance for them which they now also want to distribute. But light means realization.... As soon as a soul is given a glimmer of knowledge it always desires more knowledge, it also grasps everything immediately as soon as the will is in it to attain knowledge. And with knowledge the desire to give it away also grows in it, and love is kindled in the soul, and the path to ascent is taken.... Where only a weak will is recognizable I help, and My means are truly wise and loving.... I don't want to leave My living creations in the abyss, I know that they are too weak themselves, that they need help, and I send them this help in many ways, always such that the soul's will is stimulated, so that I Myself can then approach it, so that it will be touched by a ray of My strength of love and awaken.... I send forth My rays of love into My adversary's darkest realms. He cannot prevent Me, yet he likewise affects the souls of darkness, yet a spark of love already weakens his power and strengthens the soul.... And you humans should kindle this spark of love in them through your intercession, through loving remembrance, which you give to these souls by consciously helping them, by instructing them in thought, by informing them of their redeemer Jesus Christ, Who is their salvation and Whom they can call upon at any time for strength and grace and forgiveness of their sins. You humans can contribute a great deal to accomplish a work of salvation, and if it is only one soul which you have helped, which you have released from satan's shackles, then an unspeakable amount has been gained, for every soul has its followers who, as it were, are also saved, because the soul itself does this in its gratitude and bliss, which is transferred to the unhappy souls, and thus eager co-workers are gained with every saved soul who participate in the work of salvation in the kingdom of the beyond. My love does not abandon any of My living creations, and I bless all who serve Me and help to release the wretched from their situation....
Amen
TranslatorWie in de duisternis smacht, moet licht ontvangen zodra hij daar naar verlangt. Mijn erbarmende Liefde geldt al deze ongelukkige wezens, die deels in het vlees, deels in de geest zich in een toestand bevinden die kwellend en droevig is, omdat ze zichzelf daar niet uit kunnen bevrijden en op liefdevolle hulp zijn aangewezen. Het is wel hun eigen schuld, want ze zouden het licht kunnen krijgen zolang ze op aarde vertoeven, maar Ik verstoot ze daarom niet. Integendeel, Ik help hen steeds weer opwaarts naar het licht, zodra ze zich willen laten helpen.
Maar juist hun wil stoot vaak de liefdevolle hand van zich af die naar hen wordt uitgestoken. En dan blijft duisternis hun lot tot ze hun wil veranderen. Maar Ik laat steeds weer lichtstralen opflitsen om hen uit hun verstarring los te maken, om hen voor enige ogenblikken een weldaad te laten voelen, die hen ertoe moeten brengen naar zulke lichtstralen te verlangen. Want dan pas kunnen ze worden geholpen. Dan pas kan hun gegeven worden wat ze verlangen.
Een verlossing uit de diepte betekent steeds een omvangrijk reddingswerk. Want een enkele ziel trekt talloze zielen mee omhoog, omdat ze zelf de nood kent en niet anders kan dan de lijdende zielen helpen, zodra zij zelf een glimpje licht heeft ontvangen. En daarom is de redding van een enkele ziel een onnoemelijke zegen, wat in het rijk hierna nog meer uitwerking heeft dan op aarde. Want de ziel die nog op aarde vertoeft, ervaart niet zo zeer de toestand van duisternis en kan ook wederom weinig begrip opbrengen als haar licht wordt aangeboden.
Het verlossingswerk dat echter in het hiernamaals succes heeft, zal grote uitwerking hebben. Want deze zielen ontbreekt alles en een lichtstraal is voor hen een overgrote rijkdom, die zij nu eveneens willen uitdelen. Maar licht betekent inzicht. Zodra een ziel een glimpje inzicht wordt verschaft, verlangt ze steeds naar meer weten. Ze begrijpt ook alles direct, zodra ze de wil heeft kennis te verkrijgen. En met dit weten groeit in haar ook het verlangen hiervan weg te geven en de liefde wordt in de ziel ontstoken en de weg omhoog is betreden.
Waar maar een zwakke wil kenbaar is, daar bied Ik hulp. En Mijn middelen zijn waarlijk wijs en liefdevol. Ik wil Mijn schepselen niet in de diepte laten. Ik weet dat ze zelf te zwak zijn, dat ze hulp nodig hebben. En Ik zend hun deze hulp op velerlei manieren, steeds zo, dat de wil van de ziel wordt aangespoord, opdat Ik Zelf dan dichter bij haar kan komen, opdat ze door een straal van Mijn Liefdekracht wordt aangeraakt en ontwaakt.
Ik zend Mijn Liefdestralen uit in de donkerste gebieden van Mijn tegenstander. Hij kan Mij niet hinderen, maar hij werkt eveneens op de zielen in de duisternis in. Maar een Liefdevonk verzwakt al zijn macht en versterkt de ziel. En deze Liefdevonken moet u mensen in hen ontsteken door uw voorspraak, door liefdevolle gedachtenis, die u deze zielen schenkt door bewuste hulpverlening, doordat u hen in gedachten onderricht, doordat u hun kennis geeft van hun Verlosser Jezus Christus, die hun redding is en die ze te allen tijde kunnen aanroepen om kracht en genade en vergeving van hun zonden.
U mensen zult er veel toe kunnen bijdragen een reddingswerk te volbrengen. En wanneer het maar één ziel is die u hulp hebt gebracht, die u hebt bevrijd uit de boeien van de satan, dan is daar onnoemelijk veel mee gewonnen. Want elke ziel heeft haar aanhang, die eveneens mee gered wordt, omdat dit de ziel zelf doet in haar dankbaarheid en gelukzaligheid, die op de ongelukkige zielen wordt overgedragen. En dus worden met iedere geredde ziel ijverige medewerkers gewonnen, die in het rijk hierna deelnemen aan het verlossingswerk. Mijn Liefde geeft geen van Mijn schepselen op en Ik zegen allen die Mij dienen en meehelpen hen die ongelukkig zijn uit hun toestand te bevrijden.
Amen
Translator