Compare proclamation with translation

Other translations:

Poverty of spirit.... Humility.... Grace....

Those who feel poor in spirit draw Me to them because they are humble and in need of help, they feel weak and unworthy and ask Me for mercy.... They are humble and therefore find favour with Me. I lean towards all the weak when they call upon Me, for nothing is too small or too lowly for Me, and My merciful love protects and strengthens the weak and helpless; I draw them up to Me in order to never leave them.... But who is poor in spirit, who is so deeply humble that he finds favour in My sight? Who recognises himself as standing at a great distance from Me, who bows his knees before Me in spirit, who completely submits himself to Me in order to be accepted by Me in grace.... who only ever tries to gain My love and yet feels unworthy of My love. The humility of an earthly child attracts Me enormously, because love for Me is also hidden in humility towards Me, a love which does not dare to come to Me uncalled. And yet the soul calls Me unconsciously through its humility. For a gentle glow emanates from it which attracts Me, because something divine already shines upon Me, because spiritual poverty is the sign that the soul has recognised Me and that recognition also results in turning to Me. Anyone who feels spiritually poor has gained My love forever and My grace will inexorably overflow, for I bestow My grace upon the humble.... I know the human being's heart exactly, I will not be deceived by gestures, I know everything the soul thinks and wants, and nothing remains hidden from Me that stays unspoken, but nevertheless moves the thoughts and is always visible to Me. And therefore, I can hand out favours but also limit them, I can lift up the child kneeling before Me and I can let down the one who, in an arrogant spirit, presents himself to the world as humble but never ever testifies to true humility.... That is why grace flows to some people without measure, while others remain poor. Yet I would like to give all people an abundant measure of grace, I would like everyone to recognise their spiritual poverty, that they would all feel the distance from Me and pleadingly stretch out their hands to Me from the bottom of their hearts, because then I would be able to make them happy with My grace, for anyone in possession of My grace will soon also be in possession of Me Myself, because I will never leave out the one who is in the right filial relationship with Me, who comes to the Father like a child pleadingly and calls upon Him for help and strength. He who feels great and exalted will fall, he who believes himself in the depths because he recognises himself as weak and sinful, he will be lifted up by My love and always be My own, he will be able to receive a rich measure of grace from My hand and therefore safely walk upwards....

Amen

Translator
Translated by: Sven Immecke

Armoede van geest - Deemoed - Genade

Die zich in de geest arm voelen, trekken MIJ tot zich, want ze zijn deemoedig en hulpbehoevend, ze voelen zich zwak en onwaardig en vragen MIJ om erbarming. Ze zijn deemoedig en vinden daarom genade bij MIJ. IK neig ME naar al het zwakke als het ME roept, want voor MIJ is niets te klein en te gering en Mijn erbarmende Liefde beschermt en sterkt het zwakke, hulpeloze; IK trek het tot ME omhoog om het nimmermeer los te laten.

Maar wie is arm van geest, wie is zo diep deemoedig dat hij genade vindt in Mijn ogen? Het is degene die van zichzelf inziet dat hij op verre afstand van MIJ staat, die voor MIJ zijn knie buigt in de geest, die zich volledig en helemaal aan MIJ onderwerpt om door MIJ in genade te worden aangenomen, die maar steeds tracht Mijn Liefde te winnen en zich toch Mijn Liefde onwaardig voelt.

De deemoed van een mensenkind trekt MIJ sterk aan, want in de deemoed tegenover MIJ verbergt zich ook de liefde tot MIJ, een liefde die het niet waagt ongeroepen tot MIJ te komen. En toch roept de ziel MIJ onbewust door haar deemoed. Want er gaat een zacht schijnsel van haar uit, dat MIJ aantrekt omdat iets goddelijks MIJ al toestraalt, omdat de geestelijke armoe het teken is dat de ziel MIJ heeft herkend. En dit herkennen ook het toewenden naar MIJ als gevolg heeft.

Wie zich geestelijk arm voelt, heeft Mijn Liefde gewonnen voor eeuwig en Mijn genade zal onophoudelijk overvloeien, want de deemoedige schenk IK Mijn genade. IK ken het menselijke hart precies, IK laat ME niet om de tuin leiden door gebaren, IK ben op de hoogte van alles wat de ziel denkt en wil en niets blijft MIJ verborgen wat onuitgesproken blijft, maar toch de gedachten bezighoudt en voor MIJ altijd duidelijk zichtbaar is.

En daarom kan IK genaden uitdelen, maar ook genaden beperken. IK kan het voor MIJ knielende kind opheffen en IK kan laten vallen die zich met een aanmatigende geest wel voor de wereld als deemoedig voorstelt maar nooit van 'n ware deemoed getuigt.

Daarom stroomt zo menig mens genade zonder mate toe, terwijl andere arm voortgaan. Maar IK zou alle mensen graag een overvloedige mate van genade willen schenken. IK zou willen dat allen hun geestelijke armoede zouden inzien, dat ze allen de verwijdering van MIJ zouden willen gevoelen en uit het diepst van hun hart de handen smekend naar MIJ uitstaken, omdat IK hen dan gelukkig zou kunnen maken met Mijn genade, Want wie in het bezit is van Mijn genade, is ook spoedig in het bezit van MIJ Zelf, omdat IK diegene nooit laat weggaan die in de juiste verhouding van kind tot MIJ staat, die als een kind vragend naar de VADER komt en Hem aanroept om hulp en kracht.

Wie zich groot en verheven voelt, zal naar beneden storten, wie meent in de diepte te zijn, omdat hij zichzelf ziet als zwak en zondig, zal worden opgeheven door Mijn Liefde en voor eeuwig van MIJ zijn, hij zal uit Mijn hand een ruime mate van genade kunnen ontvangen en daarom zeker ten hogen gaan.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte