• Back

Listening within.... Gifts from above.... Everything that is good is divine....

Every spiritual gift requires undivided attention for the divine expression of will; for this means that the human being must listen within in order to hear this declaration of will. God's will can only be revealed to someone who withdraws into his inner life, since God's voice is only perceptible in the human being's heart; hence, a person has to listen within if he wants to hear God's voice. And thus a person must first detach himself from the world, i.e., he must completely free his thoughts from earthly interests, he must establish a bond with the spiritual kingdom through consciously focussing within and enter into a silent communication with the spiritual beings in a perfect state or with the eternal Deity Himself. He has to present his spiritual adversity to God and appeal for being guided towards realisation, he has to try to live according to divine will and have the serious will to become worthy of God's voice, then God will also let His voice be heard in the heart of someone who wants to hear it. For God requires people who clearly and understandably convey to fellow human beings what the voice of the heart has imparted to them, consequently He will also always be willing to instruct people according to the truth. Therefore, He also expects the attention of those who are prepared to pass on the knowledge they receive. For this knowledge is so extensive that people can be offered something new every day and every hour. But it must also be accurately communicated, and thus the teacher himself must be knowledgeable and always and forever accept this knowledge, and this requires constant mental concentration, that is, the recipient must willingly detach the soul from the body and utterly hand himself over to the working of spiritual forces.... he must listen to what his spiritual friends impart to him and know that every message from the spiritual kingdom is offered to him according to God's will.... that he therefore receives the truth which he should pass on in exactly the same way. Thus, his own mental concepts must not precede the knowledge he receives but he must strictly keep to that which is offered to him from above. As soon as the person fails to listen to this voice in his heart he cannot be instructed either, for God will not manifest Himself more markedly as not to endanger people's religious liberty. However, to the listener His voice sounds so clear and pure that he cannot misunderstand it, and thus he grows in wisdom because he is instructed by God Himself, Who also avails Himself of His heavenly messengers in order to impart the truth through His devoted earthly child to people on earth....

But God is at all times the Giver of gifts from above, for it is God's voice which can be audibly perceived by a person if he attentively listens within. Everything that is good is a divine gift.... everything that urges a person to do good, that teaches him to love and points him into the direction of God.... And these instructions are always given to a person when his striving applies to God and the eternal truth and when his heart has made itself receptive through the will to hear the voice of God and through a God-pleasing way of life.... otherwise the desire for God will not be rooted within the person. But then his thoughts will be influenced by God Himself and the spiritual beings devoted to God, and these thoughts will predominantly arise in his heart and need only be grasped by the person's will by means of listening inwards to the divine gifts he is offered. If the person lives a life of love these thoughts will make such an indelible impression on him that he will accept these thoughts without doubting that it is the divine voice, since through love he is already so united with God that he knows His will and always strives to fulfil it....

Amen

Luisteren naar de stem van binnen - Gaven van boven - Alles wat goed is, is goddelijk

Elke geestelijke gave vraagt onverdeelde aandacht tegenover de uiting van de goddelijke wil. En dit betekent dat de mens in zijn binnenste moet luisteren om deze wilsuiting te vernemen. Alleen aan wie zich in zijn innerlijk leven terugtrekt, kan de wil van God worden geopenbaard, daar de stem van God alleen in het hart van de mens te vernemen is. En daarom moet de mens luisteren in zijn binnenste, wil hij de stem Gods vernemen. En dus moet de mens (door bewust in zichzelf te verzinken) zich vooreerst losmaken van de wereld. Dat wil zeggen: hij moet zijn gedachten geheel vrijmaken van aardse interesses, hij moet de verbinding met het geestelijke rijk tot stand brengen door bewust in zich te verzinken en stille samenspraak houden met de geestelijke wezens die volmaakt zijn, of met de eeuwige Godheid zelf. Hij moet God zijn geestelijke nood voorleggen en vragen, te worden geleid naar inzicht. Hij moet zijn best doen te leven naar de goddelijke wil en hij moet de ernstige wil hebben de stem van God waardig gekeurd te worden, dan laat God ook Zijn stem weerklinken in het hart van diegene die haar begeert te horen.

Want God heeft mensen nodig die helder en begrijpelijk aan de medemensen doorgeven wat hun door de stem van het hart is overgebracht. En daarom zal Hij ook te allen tijde bereid zijn de mensen naar waarheid te onderwijzen. En daarom verlangt Hij ook de aandacht van diegenen die zich bereid verklaren dit weten, dat zij zelf ontvangen, door te geven. Want het weten is zo omvangrijk, dat dagelijks en elk moment de mensen iets nieuws kan worden geboden. Maar het moet ook waarheidsgetrouw worden overgedragen en dus moet de onderrichtende zelf in het weten vaststaan en dit weten onophoudelijk in ontvangst nemen. En dit vereist een voortdurende concentratie van de gedachten, dat wil zeggen: de ontvangende moet de ziel bereidwillig van het lichaam scheiden en hij moet zich nu volledig overgeven aan het werkzaam zijn van de geestelijke krachten. Hij moet luisteren naar wat de geestelijke vrienden hem meedelen en weten dat elke mededeling uit het geestelijke rijk hem volgens de wil van God wordt aangeboden, dat hij dus waarheid ontvangt die hij nu evenzo moet doorgeven. Hij mag dus geen eigen gedachtegoed aan het ontvangen weten vooropstellen, maar hij moet zich precies aan datgene houden wat hem van boven wordt aangeboden.

Zodra de mens niet luistert naar deze stem in het hart, kan hij ook niet onderricht worden. Want duidelijker zal God zich niet uiten, om de geloofsvrijheid van de mensen niet in gevaar te brengen. Maar voor degene die luistert, weerklinkt Zijn stem zo helder en zuiver dat hij die niet verkeerd kan verstaan en dat hij dus nu toeneemt in wijsheid omdat hij door God zelf onderricht wordt, Die zich ook van Zijn hemelboden bedient om de waarheid door het Hem dienstwillige mensenkind aan de mensen op aarde over te brengen.

Maar steeds is God de Schenker van de gaven van boven. Want het is de stem Gods die de mens hoorbaar in zich verneemt als hij aandachtig in zichzelf luistert. Goddelijke gave is alles wat goed is, wat de mensen tot het goede aanspoort, wat hem liefde leert en op God wijst. En deze onderrichtingen komen de mens steeds toe wanneer zijn streven God en de eeuwige waarheid geldt en wanneer zijn hart zich bereid maakt om te ontvangen door de wil, de stem van God in zich te vernemen, en door een God welgevallige levenswandel, daar anders het verlangen naar God niet in de mens wortelt. Maar dan zal ook God zelf en het met God verbonden geestelijke zijn gedachten beïnvloeden en de gedachten zullen voornamelijk in het hart bovenkomen en hoeven alleen te worden vastgepakt door de wil van de mens, doordat hij in zijn binnenste luistert wat hem nu aan goddelijke gave wordt aangeboden. Leeft de mens in de liefde, dan prenten de gedachten zich bij hem zo sterk in het hart dat hij geen twijfel koestert deze gedachten als goddelijke stem aan te nemen. Want door de liefde is hij al zelf met God verbonden en kent hij Diens wil, die hij steeds zal trachten te vervullen.

Amen