Compare proclamation with translation

Other translations:

Divine spark of love.... right and wrong love....

The divine spark in man is love. God has placed love in every human being's heart and has now given him a task on earth.... to let this divine spark of love flare up into a bright flame which then consumes everything around it. Love is therefore inherent in all people, but to which things this love turns is up to the person, i.e. the human will determines the goal of his desires, i.e. the object of his love. Spiritual desire and earthly desires characterize right love, i.e. love that is pleasing to God, and wrong love. For love is the desire for union. If something is brought to a person and he seeks to possess it, then love has already been kindled in him. And both will be brought to him so that man can decide. Earthly goods and temptations of the world are offered to him, but spiritual goods are also made available to him so that the love in man can now decide which object it takes as its goal. And love grows accordingly. The desire for union thus gives earthly life its content in the first place, for the human being now strives for possession of.... spiritual or earthly, depending on whether faith and the desire for God are strong in him. Love will therefore be the driving force behind all actions and thoughts. Worldly love is the same as unkindness, because worldly love excludes love for God, worldly love only strives for its own possessions and never turns to its neighbour.... Self-love, however, is the opposite of neighbourly love, so this love expresses itself in unkindness towards fellow human beings. For every human being will love himself, even though his thoughts and actions towards his fellow human being must be called unloving. Initially, two desires will fight within a person, and then it is important which desire within a person gives in to. If the love for the good is predominant in him, then he will soon overcome the desires for the world, for the good has its origin in God, consequently the human being strives towards God and therefore his love turns towards Him. And this love expresses itself in love for his neighbour, and it will flare up into a bright flame. But wrong love will have transient possessions as its goal; it will therefore also be unstable, it will always discover new things which it desires, and this wrong love will turn people away from God and lead them towards his adversary. The divine spark in the human soul will then not be nourished but rather suffocated in impure instincts.... pure love is replaced by a desire that is likewise regarded as love, but with the difference that its goal is not God but his adversary, so that we can speak of a perverse love. But this wrong love is now the characteristic of the spiritual low of mankind. For he who has God as his goal, thus seeks to unite with Him, loves God and is close to Him, thus spiritually more mature than those who are distant from God due to their wrong love for the world. For spiritual maturity can only be achieved through union with God, and anyone who strives for this is in the right state of love, he has ignited the divine spark of love within himself and tries to mould himself into love....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

De goddelijke Liefdevonk - Ware en verkeerde liefde

De goddelijke Vonk in de mens is de Liefde. God heeft de Liefde in elk mensenhart gelegd en hem nu een taak opgedragen op aarde: de goddelijke Liefdevonk te laten aanwakkeren tot een hoog oplaaiende vlam, die dan alles om zich verteert. De liefde woont dus in alle mensen, maar naar welke zaken deze liefde zich keert, is aan de mensen overgelaten, dat wil zeggen de menselijke wil bepaalt het doelwit van zijn wensen, dus het voorwerp van zijn liefde. Geestelijk verlangen en aardse begeerten kenmerken de ware - dat wil zeggen God welgevallige - en de verkeerde liefde. Want liefde is verlangen naar aaneensluiting.

Wordt de mens met iets vertrouwd gemaakt en hij tracht het te bezitten, dan is de liefde al in hem ontstoken. En met beide wordt hij in kennis gesteld, opdat de mens kan beslissen. Hem worden aardse goederen en verlokkingen der wereld geboden, maar er wordt hem ook geestelijk goed ter beschikking gesteld, zodat de liefde in de mens nu kan beslissen welk object ze als doel neemt. En dienovereenkomstig groeit ook de liefde. Het verlangen naar aaneensluiting geeft dus het aardse leven pas zijn inhoud, want nu streeft de mens naar bezit, geestelijk of aards, al naargelang het geloof en het verlangen naar God sterk is. Daarom zal de liefde de aandrift zijn voor al het handelen en denken.

De wereldse liefde is hetzelfde als liefdeloosheid, want wereldse liefde schakelt de liefde voor God uit, wereldse liefde streeft alleen naar eigen bezit en richt zich nooit op de naaste. Maar eigenliefde is het tegengestelde van naastenliefde, dus uit deze liefde zich in liefdeloosheid tegen de medemens. Want van zichzelf zal ieder mens houden, hoewel zijn denken en handelen tegenover de medemens liefdeloos moet worden genoemd.

In het begin zullen twee begeerten strijden in de mens en dan is het van betekenis aan welke begeerte in zich de mens toegeeft. Is de liefde voor het goede in hem overheersend, dan zal hij spoedig de begeerten naar de wereld overwinnen, want het goede heeft zijn oorsprong in God. Bijgevolg stuurt de mens op God aan en dus richt zijn liefde zich op Hem. En deze liefde uit zich in de liefde voor de naaste en ze zal uitbreken tot een hoog oplaaiende vlam.

Maar de verkeerde liefde zal vergankelijk goed als doel hebben. Ze zal daarom ook onbestendig zijn, ze zal steeds nieuwe dingen ontdekken die ze begeert en deze verkeerde liefde zal de mensen afkerig maken van God en hen naar Diens tegenstander toe leiden. De goddelijke vonk in de ziel van de mens wordt dan niet gevoed, maar veeleer in onzuivere lusten verstikt. De zuivere liefde wordt vervangen door een verlangen, dat eveneens voor liefde wordt aangezien, maar met dit onderscheid, dat ze niet God, van Diens tegenstander als doel heeft, zodat er dus van een verkeerde liefde kan worden gesproken. Deze verkeerde liefde is echter thans het kenmerk van het geestelijke dieptepunt van de mensheid. Want wie God als doel heeft - dus zich met Hem probeert te verbinden - bemint God en is dicht bij Hem, dus geestelijk rijper dan diegenen, die ver van God afstaan door hun verkeerde liefde voor de wereld. Want alleen door de aaneensluiting met God kan de geestelijke rijpheid worden verkregen. En wie daar naar streeft, heeft de ware liefde, hij heeft de goddelijke liefdevonk in zich doen ontbranden en probeert zichzelf te vormen tot liefde.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte