The urge of the heart is decisive for people's actions and every deed will therefore characterize the person's inherent disposition. However, it is important that a person is able to carry out what he intends to do.... Often, however, he is somehow prevented from doing so. His will then always remains the measure of his disposition, not what he carries out, if the latter does not correspond to his will. A person can therefore perform a good deed by force under some kind of influence, but it cannot be credited to him because it was not born of his inner feeling and because he would never have done it without this compulsion.... just as, conversely, the will to do a good deed that cannot be performed is credited as a good deed. And so here again the lord judges in strictest justice, He regocnizes people's hearts, He knows every emotion, every thought, and nothing can remain hidden from His eye.... If you humans now devote yourselves to the belief that all good thoughts are valued as accomplished deeds, this will ennoble your thinking, you will begin to always give an account of your innermost feelings, of all words and thoughts.... you will even look at every good deed with a critical eye and always ask yourself whether it has fully corresponded to your thinking. And this is work on the soul, constant self-observation, constant striving upwards and acquiring an extremely strongly developed sense of truth.... all of this is conscious work on the soul. Man must first educate himself to love by constantly endeavouring to help his fellow man.... he must have a certain spiritual superiority over everything that could trick him into accomplishing something that does not correspond to his innermost heart's urge.... he must therefore, if bad influence wants to push him towards the apparent fulfilment of his life's career, oppose it with all his will and listen to the inner voice that prescribes his right way of life. He must therefore be prompted by his will to serve God to do every good deed, he must make it his concern that will and deed always coincide, that the deed never deviates from the will, but that will and deed always move in the same direction and his inner being is now always and constantly moulded until the will has become completely one with the divine will and the deed is valuable before God....
Amen
TranslatorDe aandrang van het hart is beslissend voor het handelen van de mensen. En elke daad zal daarom de mens kenschetsen, welke gezindheid in hem aanwezig is. Het is echter van belang dat de mens ten uitvoer kan brengen wat hij van plan is. Maar vaak wordt hem dat op de een of andere manier belet. Steeds blijft zijn wil dan de maatstaf van zijn gezindheid, niet dat wat hij realiseert als dit laatste niet in overeenstemming is met zijn wil. De mens kan dus wel gedwongen onder een of andere beïnvloeding een goede daad verrichten. Deze daad kan hem echter niet worden aangerekend, omdat ze niet vanuit zijn innerlijk gevoel werd geboren en omdat hij ze zonder deze dwang nooit zou hebben verricht. Evenals omgekeerd de wil om een goede daad te verrichten die niet kan worden uitgevoerd als goede daad wordt aangerekend. En zo oordeelt de Heer ook hier weer in strengste rechtvaardigheid. Hij kent de harten van de mensen. Hij kent elke opwelling, elke gedachte, en voor Zijn ogen kan niets verborgen blijven.
Als u mensen zich nu overgeeft aan het geloof dat alle goede gedachten worden beoordeeld als volbrachte daad, dan zal dit uw denken veredelen. U zult beginnen u steeds rekenschap te geven van uw meest innerlijke gevoelens, van alle woorden en gedachten. U zult zelfs elke goede daad met kritische ogen bekijken en u steeds afvragen of ze helemaal in overeenstemming was met uw denken. En dat is arbeid aan de ziel. Het voortdurend zichzelf observeren, het voortdurend streven opwaarts te gaan en zich een buitengewoon sterk ontwikkeld waarheidsgevoel eigen maken, dat alles is bewuste arbeid aan de ziel.
De mens moet zich op de eerste plaats opvoeden tot liefde, doordat hij zich steeds beijvert de medemens te helpen. Hij moet een zeker geestelijk overwicht hebben op alles wat hem te slim af zou kunnen zijn en hem iets liet volbrengen wat niet overeenkomt met de innerlijke drang van zijn hart. Hij moet dus, als een verkeerde invloed hem tot schijnbare vervulling van zijn levensloopbaan zou willen aansporen, zijn hele wil hier tegenover stellen en gehoor geven aan de innerlijke stem die hem zijn juiste levenswandel voorschrijft. Hij moet dus door zijn wil om God te dienen tot elke goede daad worden aangezet. Hij moet zich eraan gelegen laten liggen dat willen en handelen steeds met elkaar in overeenstemming zijn. Dat dus nooit de daad afwijkt van de wil, maar dat wil en daad zich steeds in dezelfde richting bewegen en nu zijn innerlijk voortdurend gevormd wordt, tot de wil helemaal één is geworden met de goddelijke wil en de daad waardevol is voor God.
Amen
Translator