Kundgabe mit Übersetzung vergleichen
Das Wissen um die Urschuld ist nötig, um das Erlösungswerk zu verstehen.... um Jesus Christus als "Erlöser" anzuerkennen....
Es mangelt euch Menschen die Kenntnis um den Ursündenfall, und so auch betrachtet ihr das Erlösungswerk Jesu Christi auch nur als ein für eure menschliche Schuld dargebrachtes Sühnewerk, ja ihr streitet Ihm das "Werk der Erlösung" ab, weil.... wie ihr glaubet.... ein jeder seine Schuld bezahlen muß auf Heller und Pfennig. Wäre es nur eure Schuld, die ihr als Mensch auf euch geladen habt, dann wäre diese Ansicht zu verstehen.... es geht aber um die große Urschuld, um den Abfall der Geister von Mir.... eine Schuld.... die ihr niemals würdet abtragen können, die also keineswegs geleugnet werden kann, die Anlaß ist der gesamten Schöpfung und Begründung ist für Meine Menschwerdung in Jesus.
Denn Anlaß zu dem Abfall von Mir war, daß Mich die erschaffenen Wesen nicht zu schauen vermochten, und darum machte Ich Mich schaubar in Jesus. Wer nur den einstigen Sündenfall des ersten Menschen gelten läßt, dem wird es unglaublich scheinen, daß für diese Sünden ein "Erlöser" nötig gewesen ist, er wird sich immer daran halten, daß die Menschheit nicht gestraft werden konnte für eine Sünde, die sie nicht begangen hatte. Und so also wären auch die Sünden, die der Mensch als solcher begeht, wohl ein Verstoß gegen Meine Liebe.... die sie jedoch nicht erkennen in dem Zustand ihrer Lichtlosigkeit, die erst die Folge jener großen Ursünde gewesen ist.
Diese Sünde aber erklärt alles, und solange die Menschen nichts wissen um diesen Vorgang des Abfalles der Geister, ist es ihnen auch schwer, zu glauben an "den göttlichen Erlöser", Der um dieser großen Schuld willen gestorben ist am Kreuz unter größten Schmerzen und Qualen, die Er Selbst auf Sich genommen hat, um Mir das Sühneopfer darzubringen.
Darum wird auch jede Lehre, die den göttlichen Erlöser verneint.... die also das Erlösungsprinzip leugnet.... zurückgewiesen werden müssen als Irrlehre, und ob auch Seine Tätigkeit als Verbreiter der göttlichen Liebelehre herausgestellt wird. Es geht um die Erlösung von der Urschuld, die nur Ich Selbst in dem Menschen Jesus vollbringen konnte und so auch Meine Menschwerdung in Ihm euch erklärlich wird, denn Ich Selbst bin ein Wesen, Das keines Meiner Geschöpfe würde erschauen können, ohne zu vergehen.
Wollte Ich also, daß ihr euch Mich schaubar vorstellen konntet, so mußte das in der Form eines euch gleichen Wesens geschehen, Das für euch der Mensch Jesus war. Es ist also erstmalig das Wissen um den Vorgang des Abfalles der Wesen von Mir nötig, um dann den Vorgang des Erschaffens der sichtbaren Welt zu verstehen. Es ist dann der immerwährende Kampf zwischen Licht und Finsternis und dann das Auftreten eines Retters der Menschheit in Jesus Christus.... eines nichtgefallenen Urgeistes.... auch zu verstehen, in Dem Ich Selbst Mich verkörperte, weil ihr euch von der "alles-erschaffenden Kraft" keinerlei Vorstellung machen konntet.
Und darum könnet und müsset ihr einen Erlöser anerkennen, Der um aller Schuld willen am Kreuz gestorben ist und auch für euch Menschen die Vergebung eurer Schuld erbeten hat, die euch aber nicht schlagartig zufallen kann, sondern ihr selbst Ihn darum angegangen sein müsset, weil der Fall im freien Willen geschehen (ist = d. Hg.) und nun die Rückkehr zu Ihm im freien Willen stattfinden soll. Daß nun einem ernstlich nach der Vollendung strebenden Menschen nebst der Urschuld auch die Sünden als Mensch vergeben werden, das braucht nicht angezweifelt zu werden, auf daß alle Schuld getilgt werde und die Vergebung also gesichert ist.
Da aber Jesus selten nur als Erlöser erkannt wird, die jene irrige Lehre, die Ihn als Mensch und aufgestiegenen Meister sehen, nicht aber Meine Menschwerdung in Ihm anerkennen wollen, bitten sie Ihn nicht um Vergebung aller ihrer Sünden. Denn nur Einer ist es, Der sie frei machen kann von ihrer Schuld, Einem nur steht die Macht zu, alle Schuld in den Sand zu schreiben.... und das ist Jesus, in Dem Ich Selbst Mensch geworden bin....
Amen
Übersetzer
De kennis van de oerschuld is nodig om het verlossingswerk te begrijpen
U mensen ontbreekt de kennis over de val door de oerzonde. Daarom beschouwt u het verlossingswerk van Jezus Christus ook alleen maar als een verzoeningswerk voor uw menselijke schuld. Ja, u betwist Hem het werk van verlossing omdat, zoals u gelooft, ieder zijn schuld tot de laatste cent betalen moet. Zou het alleen de schuld zijn die u als mens op u geladen heeft, dan zou deze mening te begrijpen zijn. Maar het gaat om de grote oerschuld, om de afval der geesten van Mij. Een schuld die u nooit zou kunnen aflossen en dus ook geenszins ontkend kan worden, die de aanleiding is voor het ontstaan van de gehele materiële schepping en die reden is voor mijn menswording in Jezus.
De aanleiding tot deze afval van Mij was dat de geschapen wezens Mij niet konden zien, en daarom maakte Ik Mij zichtbaar in Jezus. Wie alleen maar de vroegere zondeval van de eerste mensen laat gelden, die zal het ongelooflijk voorkomen dat voor deze zonde een Verlosser nodig geweest is. Hij zal er altijd aan vasthouden dat de mensheid niet gestraft kon worden voor een zonde die zij niet begaan had. Zodoende zouden ook de zonden die de mens als zodanig begaat wel een vergrijp tegen mijn liefde zijn, die zij echter niet beseffen in de toestand van hun lichteloosheid - die pas het gevolg van deze grote oerzonde is geweest. Deze zonde verklaart echter alles. En zolang de mensen niets weten over deze gebeurtenis van de afval der geesten, valt het hun ook zwaar in een goddelijke Verlosser te geloven, die ter wille van deze schuld die Hij zelf op zich genomen heeft, aan het kruis is gestorven onder grote smarten en pijn, om Mij het zoenoffer aan te bieden. Daarom moet ook elke leer die de goddelijke Verlosser ontkent, die dus het verlossingsprincipe verloochent, afgewezen worden als dwaalleer, ook al wordt Jezus’ werkzaamheid als Verbreider van de goddelijke liefdeleer benadrukt. Het gaat om de verlossing van de oerschuld die alleen Ik zelf in de mens Jezus volbrengen kon, wat voor u mijn menswording in Hem verklaarbaar maakt. Want Ik zelf ben een Wezen dat geen van mijn schepselen zou kunnen aanschouwen zonder te vergaan.
Wilde Ik dus dat u zich van Mij een zichtbare voorstelling kon maken, dan moest dat in de vorm van een aan u gelijk wezen geschieden, dat voor u de mens Jezus was. Het is dus op de eerste plaats nodig het verloop te kennen van de afval van de wezens van Mij, om dan ook de toedracht van de schepping van de zichtbare wereld te begrijpen. Dan is ook de altijddurende strijd tussen licht en duisternis te begrijpen en het optreden van een Redder der mensheid in Jezus Christus, een niet gevallen oergeest, in wie Ik zelf Mij belichaamd heb omdat u zich van de alles voortbrengende Kracht geen enkele voorstelling kon maken. En daarom kunt en moet u een Verlosser erkennen die ter wille van de schuld van allen aan het kruis is gestorven en ook voor u mensen om vergeving van uw schuld heeft gevraagd. Die vergeving kan u echter niet zomaar toevallen, maar u moet Hem zelf daarom hebben gevraagd, omdat de val in vrije wil is geschied en nu de terugkeer tot Hem ook in vrije wil moet plaatsvinden. Dat nu een ernstig naar volmaaktheid strevend mens, naast de oerschuld, ook de zonden als mens vergeven worden, lijdt geen twijfel. Want alle schuld wordt gedelgd en de vergeving is zodoende verzekerd.
Daar Jezus echter zelden als Verlosser erkend wordt omdat veel dwaalleren Hem alleen als verheven mens en als een opgeklommen meester zien, niet echter mijn menswording in Hem willen erkennen, vragen zij Hem ook niet om vergeving van al hun zonden. Want er is maar Een die hen kan bevrijden van hun grote schuld, slechts Een heeft de Macht alle schuld in het zand te schrijven, en dat is Jezus Christus, in wie Ik zelf mens ben geworden.
Amen
Übersetzer