• Zurück

Gott ist in uns.... Er ist uns gegenwärtig....

Es gibt kein größeres Gnadengeschenk für euch Menschen auf dieser Erde, als daß ihr in direkter Ansprache von Mir belehrt werdet.... Denn dann bin Ich euch gegenwärtig, und Ich beweise euch Meine Gegenwart durch Offenbarungen, die euch nur von Mir Selbst zugehen können, Der Ich um alles weiß.... Ich also bin in euch, denn ob ihr auch nur ein winziges Fünkchen Meines Gottesgeistes in euch berget.... es ist Mein Geist unteilbar, und ihr könnet daher immer davon sprechen, daß Ich Selbst in euch bin und wirke, wenn dieses Geistesfünkchen sich äußert. Und also werdet ihr auch wahrheitsgemäß belehrt von Mir, da Ich Selbst die Ewige Wahrheit bin. So also müsset ihr den Wortempfang bewerten, der darum ein ungewöhnliches Gnadengeschenk ist, weil ihr als Mensch noch nicht im höchsten Reifegrad stehet, der einen gänzlichen Zusammenschluß zur Folge hat. Doch Meine Liebe zu euch ist übergroß, und es muß euch eine ungewöhnliche Hilfe geleistet werden, weil Mein Gegner große Macht hat und diese anwendet, um euch zu verderben. Doch Ich würde Mich nicht äußern können, wenn ihr selbst das Fünkchen Meines Gottesgeistes nicht aufflammen ließet, wenn ihr selbst nicht ein Liebeleben führtet, das den Geistesfunken entzündet und ihm nun sein Wirken gestattet. Und ihr würdet wiederum nichts vernehmen von seiner Entäußerung, wenn ihr nicht im tiefen Glauben in euch hineinhorchen würdet, wenn ihr nicht an Meine direkte Ansprache glaubtet.... Und dieses wieder setzt die innerliche Bindung mit Mir voraus, die Mich nun veranlaßt, euch mit Meiner Liebe anzustrahlen und euch zu beschenken im Übermaß. Ich will immer in euch sein und euch Meine Gegenwart beweisen. Und daher werde Ich euch immer ansprechen, sooft ihr es zulasset, d.h. euch Mir innerlich verbindet und nach innen lauschet.... Und dann schütte Ich einen Reichtum aus über euch, der euch wahrlich beseligen wird.... Ich schenke euch Licht in aller Fülle, Ich belehre euch wahrheitsgemäß über alles, was zum Ausreifen eurer Seelen dienlich ist.... Ich strahle euch mit Meiner Liebe an, und Meine Liebe schenkt euch, was euch mangelt, weil ihr noch nicht vollkommen seid. Oft schon habe Ich euch über das "Wirken Meines Geistes" aufgeklärt und euch also davon in Kenntnis gesetzt, daß wohl dem Verstandeswissen des Menschen Grenzen gesetzt sind, niemals aber dem Wissen, das durch das Wirken Meines Geistes gewonnen werden kann.... Dieses Wissen ist wahrlich unbegrenzt, und doch kann es dem Menschen vermittelt werden von Mir Selbst, Der Ich die Wahrheit, Der Ich das Licht bin von Ewigkeit. Aber auch nur Ich Selbst kann euch dieses Wissen zuleiten, und Ich suche Mir wahrlich rechte Gefäße aus, in die Ich Mein Licht einströmen lassen kann, das nun aber auch leuchten soll weit hinaus in die dunkle Nacht.... Doch selten nur ist dies möglich, zumeist setzen Mir die Menschen Widerstand entgegen, weil sie nicht das Herz, sondern den Verstand sprechen lassen. Wo aber Mein direktes Wirken möglich ist, dort ist der Lichtstrahl von solcher Stärke, daß er viele Menschenherzen erleuchten kann und wird, die nur ohne Widerstand ihn auffangen, die sich der Liebeanstrahlung hingeben und also indirekt nun Meine Ansprache entgegennehmen. (6.2.1962) Und das will Ich erreichen, daß die Menschen ihre geistige Blindheit verlieren, daß sie wieder langsam zur Erkenntnis kommen, was sie waren im Anbeginn und was sie wieder werden sollen.... Ich will in jedem Menschen ein kleines Licht anzünden, denn dann wird er sein Erdenleben bewußt leben, er wird Fragen stellen in sich, und diese werden ihm gedanklich beantwortet werden, es wird sein Denken recht sein, wenn es sein Verlangen ist, Wahrheit zu erfahren.... Er wird um Meinen Willen wissen und ihn zu erfüllen trachten, weil er auch den Zusammenhang mit Mir als seinem Gott und Schöpfer zu erkennen beginnt.... Und ihm wird sicher immer helleres Licht erstrahlen, denn er öffnet sich Meiner Liebeanstrahlung, sowie er nur gedankliche Verbindung mit Mir herstellt, sowie er jeglichen innerlichen Widerstand gegen Mich aufgibt. Ich bin Selbst in ihm als winzigster Gottfunke, und dieser Meiner Gegenwart setzt er keine Abwehr mehr entgegen, und Ich kann dann auch in ihm wirken.... Und Ich werde es auch tun, Ich werde Mich einem jeden Menschen offenbaren, wenn auch in verschiedener Weise, immer seinem Reifegrad entsprechend, aber jeder Mensch wird Mich erkennen können, der es nur will. Mein Liebelichtstrahl wird ihn immer wieder berühren, bis er bewußt sich öffnet und Mich und Meine Liebe begehret, die ihm dann zuteil werden wird in aller Fülle.... Denn Ich liebe Meine Geschöpfe, und Ich will, daß sie selig werden.... Ich will auch, daß sie um Meine große Liebe wissen sollen, auf daß sie Meine Liebe erwidern. Dann aber ist auch der Zusammenschluß gesichert, dann wird Mein Geschöpf auch jeglicher Finsternis entflohen sein, weil das Licht in ihm selbst leuchtet, weil Ich Selbst ihm gegenwärtig sein kann und dann wahrlich kein Rückfall zur Tiefe mehr zu fürchten ist....

Amen

GOD is in ons - HIJ is bij ons aanwezig

Er bestaat geen groter genadegeschenk voor u, mensen op deze aarde dan dat u in een rechtstreeks aanspreken door MIJ wordt onderricht. Want dan ben IK bij u aanwezig en IK geef u blijk van Mijn tegenwoordigheid door openbaringen die u alleen kunnen toekomen door MIJ Zelf, DIE van alles op de hoogte ben.

IK ben dus in u, want of u ook maar een nietig Vonkje van de GEEST van Mijn GODHEID in u bergt - Mijn GEEST is ondeelbaar en u zult er daarom steeds van kunnen spreken dat IK Zelf in u ben en werk, wanneer dit geestvonkje zich uit. En dus wordt u ook overeenkomstig de waarheid onderricht door MIJ, daar IK Zelf de eeuwige WAARHEID ben.

Zo zult u dus het ontvangen Woord (de openbaring) moeten waarderen, dat daarom een ongewoon genadegeschenk is, omdat u als mens nog niet de hoogste graad van rijpheid bezit, die een volkomen vereniging tot gevolg heeft. Maar Mijn Liefde voor u is overgroot en er moet u een buitengewone hulp verleend worden omdat Mijn tegenstander grote macht heeft en deze aanwendt om u in het verderf te storten.

Maar IK zou MIJ niet kunnen uiten wanneer u zelf het Vonkje van Mijn goddelijke GEEST niet liet opvlammen, wanneer u zelf niet een leven van liefde leidt dat de Geestvonk ontsteekt en hem nu in staat stelt zijn werk te doen. En u zou wederom niets vernemen van dat wat hij u laat ondervinden, wanneer u niet in diep geloof naar de stem in uw binnenste zou luisteren, wanneer u niet aan Mijn rechtstreeks aanspreken gelooft. En dit stelt weer de innerlijke band met MIJ voorop, die MIJ er nu toe brengt u met Mijn Liefde te bestralen en u in overvloed te beschenken.

IK wil altijd in u zijn en u van Mijn aanwezigheid blijk geven. En daarom zal IK u altijd aanspreken zo vaak u het toelaat, d.w.z. u zich innerlijk met MIJ verbindt en luistert binnen in u. En dan stort IK een (geestelijke) rijkdom over u uit, die u waarlijk gelukkig zal maken. IK schenk u licht in alle volheid, IK onderricht u overeenkomstig de waarheid, over alles wat voor het rijp worden van uw ziel dienstig is. IK bestraal u met Mijn Liefde en Mijn Liefde schenkt u wat u ontbreekt, omdat u nog niet volmaakt bent.

Al vaak heb IK u opheldering gegeven over het "werkzaam zijn van Mijn GEEST" en u er ook van in kennis gesteld dat aan de verstandelijke kennis van de mens grenzen zijn gesteld, maar nooit aan het weten dat door het werkzaam zijn van Mijn GEEST kan worden verkregen. Dit weten is waarlijk onbegrensd en toch kan het de mens worden overgebracht door MIJ Zelf, DIE de WAARHEID, DIE het LICHT van eeuwigheid ben. Maar ook alleen maar IK Zelf kan u dit weten doen toekomen en IK zoek ME waarlijk goede (opname-) vaten uit, waarin IK Mijn Licht kan laten binnenstromen, dat nu echter ook zal schijnen ver weg in de donkere nacht.

Toch is dit maar zelden mogelijk, meestal bieden de mensen weerstand tegen MIJ, omdat ze niet het hart maar het verstand laten spreken. Waar echter Mijn rechtstreeks werkzaam zijn mogelijk is, daar heeft de lichtstraal zoveel sterkte, dat hij veel mensenharten verlichten kan en zal, die hem slechts zonder weerstand opvangen, die zich aan de straling van de Liefde overgeven en nu dus indirect Mijn aanspreken in ontvangst nemen.

(6 febr.) En dat wil IK bereiken, dat de mensen hun geestelijke blindheid verliezen en dat ze weer langzaam tot het inzicht komen omtrent dat wat ze waren in het allereerste begin en wat ze weer moeten worden. IK wil in ieder mens een klein lichtje ontsteken, want dan zal hij zijn aardse leven bewust leven, hij zal zich vragen stellen en deze zullen hem d.m.v. gedachten beantwoord worden, zijn denken zal juist zijn wanneer het zijn verlangen is de waarheid te weten te komen.

Hij zal op de hoogte zijn van Mijn Wil en Deze ook trachten te vervullen, omdat hij ook de samenhang met MIJ als zijn GOD en Schepper begint in te zien. En er zal hem zeker steeds helderder licht bestralen, want hij opent zich voor de aanstraling van Mijn Liefde, zodra hij maar in gedachten de verbinding met MIJ tot stand brengt, zodra hij elk innerlijk verzet tegen MIJ opgeeft.

IK ben Zelf in hem als nietige goddelijke Vonk en deze tegenwoordigheid van MIJ weert hij niet meer af en IK kan dan ook in hem werken. En IK zal dat ook doen, IK zal MIJ aan iedereen openbaren, ook al is dit op verschillende wijze, steeds passend bij de graad van zijn rijpheid, maar ieder mens zal MIJ kunnen herkennen, als hij het maar wil. De lichtstraal van Mijn Liefde zal hem steeds weer aanraken tot hij zich bewust openstelt en verlangt naar MIJ en Mijn Liefde, Die hem in alle volheid ten deel zal vallen. Want IK heb Mijn schepselen lief en IK wil dat ze zalig worden. IK wil ook dat ze op de hoogte zullen zijn van Mijn grote Liefde, opdat ze Mijn Liefde beantwoorden. Maar dan is ook de vereniging verzekerd, dan zal Mijn schepsel ook elke duisternis zijn ontvlucht, omdat het Licht in hem zelf straalt, omdat IK Zelf in hem aanwezig kan zijn en er dan waarlijk geen terugval in de diepte meer te vrezen is.

Amen