• Zurück

Falsches Bild von Gott.... Irrlehren....

Welches Zerrbild erhaltet ihr von Meinem Wesen, wenn Ich euch als ein Gott des Zornes und der Rache, als ein gestrenger Richter ohne Erbarmen, hingestellt werde, der immer nur strafet und verurteilt, doch niemals Gnade walten lässet.... Einen solchen Gott werdet ihr immer nur fürchten können, ihr werdet aus Furcht ihm Gehorsam erweisen, ihr werdet auch seine Gebote nur aus Furcht vor Strafe erfüllen, aber ihr werdet ihn niemals lieben können, so wie Ich von euch geliebt werden will.... Und solange euch also von Mir ein solches Bild entworfen wird, wandelt ihr nicht in der Wahrheit, ihr befindet euch in geistiger Finsternis, und ihr werdet schwerlich euer Ziel erreichen, den Zusammenschluß mit Mir zu finden.... Denn nur die Liebe bringt solches zuwege, und diese Liebe werdet ihr kaum für ein Wesen empfinden können, das euch so vorgestellt wird. Ich aber will eure Liebe gewinnen, nur vollstes Zutrauen, Ich will als treuer Vater von euch erkannt werden, Der mit Seinen Kindern eng verbunden zu sein wünscht durch die Liebe. Und darum müsset ihr auch ein rechtes Bild von Mir gewinnen, es muß euch die Wahrheit geschenkt werden über Mein Wesen, das in sich Liebe, Weisheit und Macht ist.... das höchst vollkommen ist und das ihr auch lieben könnet, wenn ihr euch von Meiner Liebe umfangen fühlet, die euch gilt bis in alle Ewigkeit.... Einen Gott, der euch strafet, wenn ihr euch vergangen habt, den werdet ihr wohl fürchten, aber nicht lieben können.... Ich aber strafe euch nicht, sondern helfe euch immer nur, aus eurem sündhaften Zustand herauszukommen, und Ich schenke euch Kraft und Gnade, damit ihr es könnet. Und niemals werde Ich das Sündig-Gewordene in die Tiefe stürzen, niemals werde Ich es verdammen, sondern immer nur es aus der Tiefe emporzuheben suchen, weil es Mich erbarmt, daß es selbst den Weg zur Tiefe genommen hat.... Und alle Mittel, die Ich anwende, um das Gefallene, das Sündig-Gewordene, wieder zur Höhe zu bringen, sind Beweise Meiner Liebe, niemals aber Strafakte, die mit Meiner unendlichen Liebe unvereinbar sind.... Und ihr brauchet solchen Lehren niemals Glauben zu schenken, die Mich als einen rächenden und strafenden Gott hinstellen.... Und so auch dürfet ihr die Lehre der ewigen Verdammung als eine große Irrlehre ablehnen, denn Ich verdamme niemals ein Geschöpf.... sondern es ist im freien Willen selbst der Tiefe zugestrebt, und stets nur will Ich es aus der Tiefe wieder befreien. Daß Meine Gerechtigkeit nun aber nicht ausgeschaltet werden darf, erklärt euch nur, daß Ich nicht einem Wesen Glückseligkeit schenken kann, das freiwillig sich von Mir entfernt hat und der Tiefe zugestrebt ist.... Doch wenn ihr an Mich denket, dann sollt ihr immer nur euch einen gütigen, überaus liebevollen Vater vorstellen, Der stets bereit ist, Seine Liebe zu verschenken an euch, Der aber durch Seine Vollkommenheit auch nicht ungeachtet der ewigen Ordnung wirken kann.... Doch dem Wesen steht jederzeit der Weg offen zu Mir.... Auch das Zutiefst-Gefallene braucht nur Mir die Hände verlangend entgegenzustrecken, und Ich werde diese Hände ergreifen und sie emporziehen zur Höhe, weil Meine Liebe und Mein Erbarmen so groß ist, daß Ich alle Schuld übersehe, wenn das Wesen freiwillig sich Mir übergibt.... denn dann kann Ich die Schuld streichen, weil Ich im Menschen Jesus dafür Mein Blut vergossen habe, also die Schuld getilgt wurde, wie es die Gerechtigkeit fordert. Und wird euch Menschen Mein Wesen in aller Wahrhaftigkeit dargestellt, so wird es euch auch nicht schwerfallen, den Weg zu Mir zu nehmen im freien Willen.... Doch einen Gott, Den ihr fürchten müsset, Dem bringet ihr wenig Liebe entgegen, und darum muß euch Menschen die reine Wahrheit zugeführt werden.... ein geistiges Wissen, das euch klaren Aufschluß gibt über Mich Selbst, euren Gott und Schöpfer, Der euer Vater sein will.... Denn Irrlehren können euch nicht zur Seligkeit führen. Und darum müssen diese gebrandmarkt werden, denn sie sind von Meinem Gegner ausgegangen, der euch in der Finsternis des Geistes erhalten will.... der alles tut, um zu verhindern, daß ihr den Weg zu Mir findet.... der die Furcht vor Mir in die Menschenherzen pflanzt, um die Liebe nicht aufkommen zu lassen, die das Kind mit dem Vater verbindet.... Ich aber will eure Liebe gewinnen, und darum werde Ich euch auch immer wieder die Wahrheit zuführen über Mich und Mein Wesen, und ihr werdet glücklich sein, wenn ihr in der Wahrheit wandelt....

Amen

Een verkeerd beeld van GOD - Dwaalleren

Welk een karikatuur krijgt u van Mijn WEZEN als IK aan u wordt voorgesteld als een GOD van toorn en wraak, als een strenge rechter zonder erbarmen, die steeds alleen maar straft en veroordeelt maar nooit genade laat gelden. Zo'n GOD zult u steeds alleen vrezen en HEM uit vrees gehoorzaamheid bewijzen, u zult ook Zijn geboden alleen onderhouden uit vrees voor straf, maar u zult HEM nooit liefhebben zoals HIJ door u bemind wil worden.

Zolang dus voor u van MIJ zo'n beeld wordt ontworpen wandelt u niet in de waarheid. U bevindt u dan nog in geestelijke duisternis, zodat u moeilijk uw doel bereikt en de vereniging met MIJ vindt. Want alleen de liefde brengt dit tot stand, en deze liefde zult u nauwelijks voor een wezen opvatten dat op die manier aan u wordt voorgesteld.

IK echter wil uw liefde winnen, uw volste vertrouwen. IK wil door u gezien worden als trouwe VADER, Die met Zijn kinderen nauw verbonden wenst te zijn door de Liefde. En daarom moet u ook een juist beeld van Mij verkrijgen; de waarheid over Mijn WEZEN, Dat in zich Liefde, Wijsheid en Macht is, moet u geschonken worden. Dat hoogst volmaakt is en Dat u ook kunt liefhebben als u zich omvat voelt door Mijn Liefde, Die naar u uitgaat tot in alle eeuwigheid.

Een god die u straft als u gezondigd hebt, die zult u wel vrezen, maar niet kunnen liefhebben. IK echter straf u niet maar help u steeds alleen maar een uitweg te vinden uit uw zondige toestand en schenk u de kracht en genade,opdat u dit kunt. En nooit zal IK het wezen dat zondig geworden is in de diepte storten, nooit zal IK het verdoemen maar steeds proberen het uit de diepte omhoog te trekken, omdat het Mijn medelijden opwekt dat het zelf de weg naar de diepte heeft genomen. En alle middelen die IK aanwend om het gevallen, het zondig geworden wezen weer omhoog te leiden zijn bewijzen van Mijn Liefde, nooit echter strafakties die met Mijn oneindige Liefde onverenigbaar zijn. U behoeft dus aan zulke leren die MIJ voorstellen als een wrekende en straffende god geen geloof te schenken.

U mag dus ook de leer van de eeuwige verdoemenis afwijzen als een grote dwaalleer, want IK verdoem nooit een schepsel, veeleer heeft het zelf in vrije wil op de diepte aangestuurd en steeds alleen wil IK het weer uit de diepte bevrijden. Maar dat nu Mijn rechtvaardigheid niet uitgeschakeld mag worden verduidelijkt u alleen, dat IK een wezen de gelukzaligheid niet schenken kan dat zich vrijwillig van Mij heeft verwijderd - en zich naar de diepte heeft begeven.

Maar als u aan MIJ denkt, moet u zich MIJ steeds voorstellen als een goede,uitermate liefdevolle VADER,Die steeds bereid is u ZijN Liefde te schenken, Die echter door Zijn volmaaktheid ook niet buiten de eeuwige ordening om kan werken. Voor ieder wezen staat echter altijd de weg tot MIJ open. Ook het diepst gevallen wezen behoeft slechts zijn handen verlangend naar MIJ uit te steken en IK zal deze handen vast pakken en ze omhoog trekken. Want Mijn Liefde en erbarming is zo groot dat IK aan alle schuld voorbijga, als het wezen zich vrijwillig aan MIJ toevertrouwt.

Dan kan IK de schuld kwijtschelden omdat IK in de mens JEZUS daarvoor Mijn bloed vergoten heb - dus de schuld gedelgd werd zoals de gerechtigheid het vereist. En als IK u,mensen nu in alle waarachtigheid Mijn WEZEN beschrijf, dan zal het u ook niet zwaar vallen om in vrije wil de weg tot MIJ te nemen. Maar een god die u vrezen moet, draagt u weinig liefde toe. Juist daarom moet u, mensen de zuivere waarheid worden gebracht, een geestelijk weten dat u duidelijke opheldering geeft over MIJZELF, uw GOD en Schepper, DIE uw VADER wil zijn - want dwaalleren kunnen u niet naar de zaligheid voeren.

Daarom moeten deze dwaalleren gebrandmerkt worden, want ze zijn van Mijn tegenstander uitgegaan, die u in geestelijke duisternis wil houden en die alles doet om te verhinderen dat u de weg naar MIJ vindt, die de vrees voor MIJ in de harten van de mensen plant, om de liefde die het kind met de VADER verbindt - niet te laten ontkiemen. IK wil echter uw liefde winnen en doe u daarom ook de waarheid toekomen.

Amen